Dit is een samenvatting van Observatiemethoden, onderdeel van Beroepsoriëntatie bachelor in de orthopedagogie. In deze samenvatting zitten zowel het boek, als de cursus, als de powerpoints vervat. Dit examen staat op 15 punten van de 90.
Observatiemethoden
Hoofdstuk 1: Observeren
1.1. Inleiding
Observeren:
Bewust en doelgericht waarnemen.
Bewust waarnemen heeft te maken met het bewust gebruik
maken van je zintuigen. Je bent je daarbij bewust van de
beperkingen van je zintuigen en van de invloed van je eigen
persoon.
Doelgericht waarnemen wil zeggen dat de observatie een
duidelijk omschreven doel heeft, waarbij is afgesproken hoe dat doel
te bereiken is.
1.2. Terminologie
Gedragsobservatie:
Observatie van gedrag van mensen.
Menselijk gedrag is complex. Bij gedragsobservaties gaat het meestal om
interacties tussen meerdere personen, wat het nog complexer maakt.
Observator:
Degene die observeert.
Observant:
Degene die geobserveerd wordt.
Niet-systematische observatie (observerende grondhouding):
Observaties waarbij er niet is afgesproken waarop er gelet gaat
worden en er geen observatieformulieren gemaakt zijn.
Er zijn geen observatiedoelen of observatievragen geformuleerd.
De beleving van de observator staat centraal.
Systematische observatie:
Bewust en doelgericht waarnemen, waarbij duidelijk is gemaakt wie
er geobserveerd gaat worden, waarom, wanneer, hoelang en op
welke gedragingen gelet gaat worden.
Participerende observaties:
De observator neemt deel aan de situatie die hij observeert.
Waarnemer als participant: Hij doet niet dezelfde activiteit als de
observant, maar bevindt zich wel in dezelfde situatie. Hij oefent
geen invloed uit op de situatie of het gedrag.
Participant als waarnemer: Hij observeert de observant terwijl hij
zelf deelneemt aan dezelfde activiteit. Hij kan een invloed
uitoefenen op de situatie of het gedrag.
,Niet-participerende observatie:
De observator neemt zelf niet deel aan de situatie die hij observeert.
De observator is volledig waarnemer.
Verhulde observatie:
De observant weet niet dat de observator gericht aan het
observeren is.
Niet-participerende observaties zijn meestal verhuld.
Niet-verhulde observatie:
De observant weet dat de observator gericht aan het observeren is.
Participerende observaties zijn meestal niet-verhuld.
Zelfobservatie:
De persoon van de observator en de observant vallen samen. Je gaat
als hulpverlener je eigen handelen en je eigen gedrag onder de loep
nemen.
Het afgaan op het eigen oordeel van een persoon is wel minder
betrouwbaar.
Nulmeting:
De beginsituatie van waaruit je vertrekt wanneer je wil nagaan of er
veranderingen zijn in gedrag.
1.3. Waarnemen
Elke waarneming start met een stimulus (= prikkel).
Om een prikkel te kunnen waarnemen, moet onze aandacht daarop
gevestigd worden.
Er moet ook een gevoeligheid voor die prikkel zijn.
Voordat we een prikkel kunnen waarnemen, moet er een bepaalde
drempelwaarde overschreden zijn.
We kunnen waarnemen met onze vijf zintuigen:
Zien
Horen
Voelen
Ruiken
Proeven
Daar zijn enkele beperkingen bij:
De gevoeligheid van de zintuigen is voor elke persoon anders.
Er is een invloed van gewenning.
Dan is er ook nog onze intuïtie. Het is wel belangrijk te benoemen dat dit
een gevoel is en niet berust op een feitelijke waarneming.
1.4. Verbaal en non-verbaal
Het gezichtsvermogen en het gehoor zijn de belangrijkste zintuigen in de
beroepspraktijk en daarbuiten.
, Bij het observeren krijgt wat we zien de meeste aandacht, maar bij
het rapporteren schrijven we vaker op wat we gehoord hebben.
Bij het uitschrijven van je observaties is het een handig hulpmiddel om
een onderscheid te maken in wat er wordt gezegd en wat er wordt
gedaan.
Verbale en non-verbale waarnemingen kunnen met elkaar in conflict zijn.
Bij het interpreteren moet je nagaan of het verbaal en non-verbaal
gedrag overeenstemmen.
1.5. Perceptie en selectie
Perceptie:
Interpretatie van wat de zintuigen waarnemen.
Voordat we aan al deze gewaarwordingen zinnige conclusies kunnen
verbinden, moet de informatie gecodeerd worden. Prikkels moeten
omgezet worden in benoembare voorwerpen, gebeurtenissen, smaken of
geuren.
Bottom-up:
Vanuit onderdeeltjes kom je erachter wat het is.
Top-down:
Redeneren vanuit wat je verwacht.
Er wordt heel algemeen aangenomen dat zowel bottom-up als top-
downprocessen een rol spelen bij perceptie.
Selectie:
We nemen slechts een deel van alle prikkels waar.
Over het algemeen nemen we vooral waar wat dichtbij is en wat
beweegt.
Daarnaast nemen we vooral waar wat anders is dan we verwachten
of juist wat we herkennen en waar we gevoelig voor zijn op dat
moment.
Selectie heeft alles te maken met aandacht.
Het is van belang om bij je selectie uit te gaan van wat ertoe doet en wat
niet. Zo kijk en luister je steeds doelgerichter, bewuster en selectiever.
Perceptie en selectie hebben te maken met aangeboren processen in de
hersenen, maar er valt met training wel in te sturen.
Ga na waar je je aandacht op richt en waarop niet.
Ga na wat je automatisch invult en wat niet.
1.6. Invloed van het geheugen
Deze waarnemingen zul je moeten onthouden als je er later nog iets mee
wilt doen.
Kortetermijngeheugen
Langetermijngeheugen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kitanavervaeke18. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.