IDENTITEIT 3
H1 Restauration – 1815-1830
Ontstaan – kenmerken
Na val Napoleon → trauma: veel beloofd, ni goe afgelopen
→ Franse koningen terug aan macht in Versailles → inhouden: gn absolute macht/vorst/dictatuur
Politiek vertaalt zich in interieurs: comfortabel, burgerlijk, romantisch, ni streng, beperkt
→ mengstijl kenm Empirestijl met klassieke elementen
→ beperkt kleur/materiaalgebruik → lichte houtsoorten (licht na zware periode)
→ gn adelaar/leeuwenkop/keizerlijke referenties/machtsvertoon →
Stijl = Duchesse de Berry – invloed (decoratie) in salons, leven dat in interieurs afspeelt
Meubeltypes
➢ Comfort + verfijning/elegantie
➢ Vers lichte houtsoorten: mahoniehout, citroen, kers, olm
➢ Inlegwerk amarant → bronzen beslag verdwijnt
➢ Passementerie (decoratief borduurwerk): franjes + capitonnering kussens
➢ Afwerkingsvormen: bloemenkroon, la lyre (muziekinstrument),
Palmboom (referenties natuur/romantiek, gn macht)
➢ Meubels Empire blijven ts restauration voortbestaan
La chauffeuse → zetel in buurt warmte element, fluweel afgewerkt, capitonnering, franjes
Veel voetenbankjes → alle vormen
Lit bateau → vorm boot Venetië → kalmte, geborgenheid, warme kleur hout
Bibliothèque → boeken goedkoper dr IR-periode → innovaties drukkunst – vast onderdeel interieur +
evolutie literatuurwetenschap: 1e romans (inkijk interieurs: meubels, kleuren, onderhouden)
Psyché → spiegel, outfit evalueren, voor IR duur, vast onderdeel huishouden 19 eE
Console → pronk wandmeubel hal/gang, ziet er weinig nuttig uit → set klok-kandelaars/vaas/sculptuur,
etalagekastje: persoonlijke smaak tonen
Private schilderskamers v Duchesse de Berry – Louvre – 1820
Vers types meubels – in vers intérieurs – grootschalig gemaakt
→ klein, makkelijk verplaatsbaar (ts paleizen)
Interieurs voelen druk aan: vol meubels/schilderijen
Vroeger allemaal bij/boven elkaar: tonen totale collectie (g/g)
→ nu galerijen privé – 1 aan muur
Salon in Nice – 1830 – Salon à la Turque
Andere culturen incorporeren in interieurs (zonder geweest te zn)
Comfortabel + romantische idealen – droom/ideaalwereld
Beeld v bestemmingen → eig gn weet
Veel textiel: gordijnen tapijt – overdadig – bijna elk opp ingenomen
Tapijt over volledige vloer
Salon in Munchener Residenz – 1820
Internationaal verschijnsel: overal
Gn stijlzuivere periode – alles door elkaar
Focus comfort ipv juiste stijl → verandert bij Louis
1
,IDENTITEIT 3
2
, IDENTITEIT 3
H2 Louis Philippe (stijl) – 1830-1848
Kenmerken
• Decoratieve kunst, interieur en meubel regeerperiode
• Burgerlijke stijl – burgerkoning → gwn pak, wandelstok – heel populair: burgerlijk ideaal → stijl
kledij/interieurs gekopieerd dr rijken
• = Eclectische stijl: aanpassing vd empirestijl ad burgerlijke maats
• + Incorporatie elementen andere stijlen (rococo, neostijlen) decoratief:
❖ Goed ingerichte woningen: technisch + comfort
❖ Industrialisering >< ambachtelijk vervaardigde meubelen
(goed gemaakte producten, afkijken v wereldtentoonstelling)
❖ Tentoonstellingen met nieuwe producten + verspreiden dr catalogi
❖ Aankopen ensembles
❖ (Vleugel/buffet) Piano – gecultiveerde dame – ied moest hebben – rijkdom
❖ Schouwgarnituur
❖ Zware textielen, tapijten, gordijnen
Guirridion: typisch tafel model,
cirkelvormig vlak, bulbe onderaan,
tafelpoot in bolvorm
Table a ouvrage:
naaien/handwerk
3