Inleiding tot het recht
Deel 1: Wat is recht?
= geheel van afdwingbare regels die het menselijk handelen in de samenleving ordenen,
opgelegd door eigen vertegenwoordigers= mensen in het parlement
(volksvertegenwoordigers)
= zorgt voor de ordening van de samenleving (=wetten) en wordt eveneens opgelegd en
afgedwongen door de samenleving
Soorten rechtsregels:
Gedragsregels: bepalen wat de grenzen van ons gedrag zijn, hoe de samenleving moet
omgaan met elkaar
Toepassingsregels: rechten afdwingen, welke rechtbank, hoe procedure opstarten?
Regels voor maken en wijzigen van het recht: structuur van België, grondwet is
moeilijk te wijzigen
Verschil tussen objectief en subjectief recht:
Objectief recht: door de overheid opgelegde gedragsregels die voor iedereen in de
samenleving van toepassing is. ‘artikel 1382’
staat los van elke concrete situatie, staat neutraal
abstracte regel
= voorbeeld: iedereen met respect behandelen, je mag niemand slaan
Subjectief recht: gedragsregels die bij een concrete situatie behoren, rechten die bij jou van
toepassing zijn
politieke rechten
burgerlijke rechten
voorbeeld: persoon die geslagen is kan een schadevergoeding vragen
Rechtssubject vs. rechtsobject
Rechtssubjecten zijn zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. (= vennootschap)
Rechtsobject is het voorwerp waarover de rechtssubjecten hun subjectieve rechten
uitoefenen.
Rechtsmisbruik
Afwezigheid
van belang
= de uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de
grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht Oogmerk tot
Abnormale
rechts-
schade
door een voorzichtig en bezorg persoon. uitoefening
Rechts-
misbrui
k
Pagina 1 van 42
, Inleiding tot het recht
= volledig in het recht, maar je gebruikt je rechten op een heel oneerlijke manier of je hebt er
geen belang bij.
voorbeeld 1: persoon X en Y hebben elk een stuk grond. X bouwt een huis, maar er is een
klein stukje op de grond van persoon Y. Y vindt dit niet correct en stapt naar de rechter.
Persoon Y vraagt aan persoon X om het stukje huis af te breken, maar hierdoor krijgt X extra
veel kosten. Dit is rechtsmisbruik, Y kon ook een vergoeding vragen in de plaats van huis te
laten afbreken/misbruik te maken van zijn recht.
voorbeeld 2: Carrefour en Inno hebben winkel aan de Meir. Inno gaat een reclamepaneel
zetten, Carrefour wil dat ook. Carrefour laat een veel groter reclamepaneel zetten aan dezelfde
kan als dat van Inno. Hierdoor zie je het reclamepaneel van Inno helemaal niet meer,
Carrefour heeft misbruik gemaakt van zijn recht.
Soorten subjectieve rechten
Politieke rechten:
Politieke vrijheden: recht op onderwijs, eerlijk proces, privacy, meningsuiting
Participatierechten: recht om te gaan stemmen, meedoen met verkiezingen
Sociaal- economische rechten: rechten die je hebt op de overheid (=uitkeringen),
werkloosheidsuitkering, studiebeurs, invaliditeitsuitkering, studiebeurs
Burgerlijke rechten:
Extra- patrimoniale rechten (kan je niet in geld waarderen):
Persoonlijkheidsrechten: beschikking over eigen lichaam, recht op orgaandonatie,
lichaam voor gebruik voor de wetenschap
Familierechten: recht op te huwen, echtscheiding aanvragen, kinderen krijgen=
familierelaties= erfrechten
Patrimoniale rechten (kan je in geld waarderen):
Zakelijke rechten: alles met betrekking tot rechten die je hebt op goederen =
eigendomsrecht
Vorderingsrechten: geven je rechten op een persoon, schadevergoeding vragen, laptop
overkopen
Intellectuele rechten: aanspraak doen op creaties/ideeën, auteursrechten, merk, patent,
octrooi
Voorbeelden:
1. Jan wil gemeenteraadslid worden en heeft zich op de lijst van “Groen” gezet. Hij
hoopt veel stemmen te verzamelen tijdens de verkiezingen
= Publiek – Participatie recht
Pagina 2 van 42
, Inleiding tot het recht
2. In het strafproces van Erik, was de onderzoeksrechter bevriend met de vader van het
slachtoffer. Erik gaat in hoger beroep omdat er belangenvermenging was tijdens het
onderzoek.
= Publiek – Politieke vrijheden (recht op eerlijk proces)
3. Jef heeft een fiets gekocht op internet. Na 30 dagen is de fiets nog altijd niet geleverd.
Hij stuurt een aanmaningsbrief naar de webwinkel om alsnog de fiets te verkrijgen
= Burgerlijk – Vorderingsrecht
4. Roger werkt bij Ford Genk. Hij is nu werkloos en zal aanspraak maken op een
werkloosheidsuitkering van de RVA. Dat is zijn recht tot hij een andere passende
dienstbetrekking vindt.
= Politiek – Sociaaleconomisch recht
5. Redouan wil een deel van zijn lever schenken aan zijn broer die lijdt aan leverkanker.
= Burgerlijk – Persoonlijkheidsrecht
6. Erna en Elsa gaan naar de notaris om te horen of ze kunnen trouwen
= Burgerlijk – Familie recht
7. Jolien krijgt dagelijks tientallen SPAM- berichten in haar mailbox. Ze overweegt een
klacht in te dienen bij de Privacy commissie/Gegevensbeschermingsautoriteit
= Burgerlijk – Persoonlijkheidsrecht
8. Sofia is 18 jaar en wordt uit het huis gezet. Zij dagvaardt haar ouders omdat zij nog 2
jaar wil studeren en zij wenst een financiële tussenkomst voor haar studies.
= Burgerlijk – Familie recht
9. Sibren is minderjarig en wil graag een kind erkennen
= Burgerlijk – Familie recht
10.
Pagina 3 van 42
, Inleiding tot het recht
Deelgebieden van het recht
Nationaal privaatrecht;
= relatie tussen burgers onderling, ook tussen burgers en vennootschappen/bedrijven
= contractsvrijheid: bevoegdheid om vrij over zijn middelen te beschikken/ vrijheid of je
contract gaat afsluiten met wie en wat er wordt bepaald? (je bent niet verplicht)
vb. je werkgever mag je niet meer dan 100u/week laten werken in een week, staat in je
contract
Aanvullend/suppletief recht: regels die de wetgever heeft gecreëerd, waar je wel mag
van afwijken
= contractsvrijheid, als je contractueel iets anders wilt bepalen
= Vb. “de huurder mag onderverhuren en zelfs zijn huur aan anderen overdragen, indien
dit recht hem niets is ontzegd.” – burgerlijk wetboek artikel 1717
Dwingend/ imperatief recht: regels die de wetgever heeft gecreëerd die je moet
respecteren/ je mag er niet van afwijken
= Vb. wettelijke garantie dus bv. je koopt een pc zonder garantie en die is kapot en je
gaat ernaartoe en die neemt het niet aan. Kan je naar de rechtbank gaan want je kan niet
afwijken van wettelijke garantie
= Vb. artikel 20 van de arbeidsovereenkomstenwet bepaald onder meer: “de werkgever
is verplicht als een goede huisvader te zorgen dat de arbeid wordt verricht in behoorlijke
omstandigheden met betrekking tot de veiligheid en de gezondheid van de werknemer en
dat hem bij ongeval de eerste hulpmiddelen verstrekt kunnen worden”
Werkgever kan je niet dwingen om in slechte/onveilige omstandigheden te werken
Pagina 4 van 42