Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen: Alle antwoorden
Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen: Probleem 8
Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen: Probleem 2
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Fiscaal Recht
Bedrijfseconomie en fiscaal comptabele toepassingen
Tous les documents sur ce sujet (12)
2
revues
Par: Kolya • 4 année de cela
Par: syntase • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
tax-student
Avis reçus
Aperçu du contenu
Wat is een consolidatiestaat?
Een geconsolideerde jaarrekening is de jaarrekening waarin de activa, passiva, baten en lasten van
meerdere ondernemingen als één geheel worden opgenomen (art. 2:405 BW). Het maakt deel uit
van de toelichting. Een geconsolideerde jaarrekening dient op basis van art. 2:406 BW te worden
opgesteld door de rechtspersoon die, alleen of samen met een andere groepsmaatschappij, aan het
hoofd staat van zijn groep.
Een jaarrekening van één afzonderlijke rechtspersoon noemen we een enkelvoudige jaarrekening,
die geeft vaak onvoldoende inzicht in de samenstelling van het eigen vermogen en het resultaat van
de onderneming. Daarom is het om beter inzicht te krijgen noodzakelijk een jaarrekening voor het
concern samen te stellen, dit is de geconsolideerde jaarrekening.
In het jaarrapport van een concernmoeder treffen we dus de enkelvoudige jaarrekening van de
moeder en de geconsolideerde jaarrekening van het concern aan. In juridische zin heeft alleen de
enkelvoudige jaarrekening betekenis, aangezien dat de jaarrekening is van de juridische entiteit. De
geconsolideerde jaarrekening geeft echter meer inzicht in de economische betekenis van het concern
als geheel. Daarom wordt in de praktijk vrijwel altijd eerst de geconsolideerde jaarrekening
gepresenteerd waarbij een veel uitgebreidere toelichting wordt gegeven dan op de enkelvoudige die
dan dus als tweede wordt gepresenteerd.
Wanneer een consolidatiestaat?
Het hoofd van de groep is op basis van art. 2:406 BW verplicht een geconsolideerde jaarrekening op
te stellen. Geconsolideerd moeten worden:
Dochtermaatschappijen in de groep;
Andere groepsmaatschappijen;
Andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of
waarover centrale leiding bestaat.
Bij joint ventures is consolideren toegestaan en dus niet verplicht op basis van art. 2:409 BW.
IASB
De IASB schrijft voor dat moedermaatschappijen een geconsolideerde jaarrekening opnemen waarbij
al hun kapitaalbelangen waarover zij zeggenschap hebben in de consolidatie worden betrokken.
Zeggenschap vloeit voort uit het houden van meer dan de helft van de aandelen, maar ook door
bijvoorbeeld het houden van prioriteitsaandelen waardoor directieleden benoemd/ontslagen
kunnen worden. Het IFRS gaat uit van de facto zeggenschap, dit kan ertoe leiden dat een
minderheidsdeelneming toch moet worden geconsolideerd. Ook dient er nog rekening te worden
gehouden met potentiële stemrechten, zoals bijvoorbeeld aandelenopties of converteerbare
obligatieleningen.
Tussenholdings zijn in principe niet verplicht voor hun subgroep een geconsolideerde jaarrekening te
publiceren, omdat ze al in de geconsolideerde jaarrekening van de moeder zijn opgenomen. Deze
vrijstelling geldt onder twee voorwaarden:
De betreffende tussenholding is niet aan een effectenbeurs genoteerd;
De geconsolideerde jaarrekening van het grotere geheel waarin de subgroep is opgenomen
voldoet aan de IASB-voorschriften.
1
, RJ en wet
In de Nederlandse wet is bepaald dat de groepshoofden een geconsolideerde jaarrekening moeten
opnemen waarbij alle groepsmaatschappijen (rechtspersonen en vennootschappen die met elkaar in
een groep zijn verbonden, art. 2:24b BW) worden geconsolideerd (art. 2:406 lid 1 BW).
Onder een groep wordt verstaan ‘een economische eenheid waarin rechtspersonen en
vennootschappen organisatorisch zijn verbonden’. Er moet dus sprake zijn van een economische
eenheid en een organisatorische band. Een aanwijzing voor economische eenheid is het voeren van
gemeenschappelijk beleid waarbij de onderdelen van de groep zich laten leiden door het
groepsbelang. Van een organisatorische band is sprake wanneer er een hiërarchie is van enerzijds
beleidsbepalende ondernemingen waaruit centrale leiding wordt gegeven en anderzijds
beleidsafhankelijke ondernemingen die zich hebben te schikken naar de leiding van het groepshoofd.
Voor de vaststelling van een groepsrelatie zijn het geheel van feitelijke omstandigheden en
contractuele relaties van belang.
In de volgende situaties mag een groepsmaatschappij buiten de consolidatie blijven:
Het betreft groepsmaatschappijen waarvan de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op
het geheel (art. 2:407 lid 1 sub a BW).
Het betreft groepsmaatschappijen waarvan de nodige gegevens tegen onevenredige kosten
of met grote vertraging te verkrijgen of te ramen zijn (art. 2:407 lid 1 sub b BW).
Het betreft groepsmaatschappijen waarin het belang slechts wordt gehouden om het te
vervreemden (art. 2:407 lid 1 sub c BW).
Tussenholdings dienen in beginsel ook een geconsolideerde jaarrekening op te maken (art. 2:406 lid
2 BW), maar net als bij de IASB geldt de vrijstelling indien aan de voorwaarden (art. 2:408 BW) wordt
voldaan, deze zijn globaal gezien hetzelfde als bij de IASB. Maakt een tussenholding gebruik van deze
vrijstelling, dan dient zij dit in de toelichting te vermelden (art. 2:408 lid 3 BW). Ook kent men een
vrijstelling van de consolidatieplicht indien de geconsolideerde cijfers van de groep niet groter zijn
dan de grenzen van een kleine rechtspersoon, geen van de in de consolidatie te betrekken
ondernemingen effecten genoteerd is op een effectenbeurs en geen bezwaar is gemaakt door de
algemene vergadering (art. 2:407 lid 2 BW).
Hoe wordt een consolidatiestaat opgesteld?
Een geconsolideerde jaarrekening geeft de financiële positie van het concern als geheel weer. De
afzonderlijke juridische entiteiten spelen geen rol meer, de economische entiteit ‘concern’ is het
uitgangspunt. Activa, verplichtingen, kosten en opbrengsten die slechts betrekking hebben op de
onderlinge relaties tussen concernonderdelen komen niet voor in de geconsolideerde jaarrekening.
Een concern kan ontstaan door middel van een overname. Als op het overnamemoment een
geconsolideerde balans wordt opgesteld worden daarin alle tot het concern behorende activa en
verplichtingen overgenomen. Daarbij is belangrijk op te merken dat de waarderingsgrondslagen
verschillen voor de overnemer (boekwaarde) en overgenomene (reële waarde). Als de overnemer
niet de aandelen had gekocht, maar rechtstreeks de activa en verplichtingen had hij deze ook
opgenomen voor de werkelijk door hem betaalde waarde.
Vaak vinden binnen een concern onderlinge transacties plaats. In het kader van geconsolideerde
verslaggeving maken deze correctieboekingen noodzakelijk. Deze vinden hun oorzaak in het
realisatieprincipe wat kan leiden tot een verschillend moment van winstneming voor deze
transacties. Voor de geconsolideerde jaarrekening geldt dat er pas sprake is van levering aan derden
als er buiten het concern is verkocht. Ook als er geen verschillend moment van winstneming is zijn de
correctieboekingen alsnog noodzakelijk om dubbeltellingen van omzet en kostprijs van de omzet te
voorkomen.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tax-student. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.