Dit is een samenvatting van het deel Internationaal recht binnen het vak internationaal en Europees recht. De slides van de hoorcolleges zijn geïntegreerd in deze samenvatting, samen met extra notities uit de handboeken.
Aard van het internationaal recht en bronnen – verdragen
1. Aard van het internationaal recht
Wat is internationaal recht? ‘Het geheel van regels die de int. Betrekkingen
beheersen”
Vroeger betrekkingen tussen:
Staten
Nu betrekkingen tussen:
Staten
Staten en intergouvernementele organisaties
Staten (of IO’s) en natuurlijke of rechtspersonen
Wat is internationaal recht?
Centrale actoren = nog steeds Staten
Lid VN
Geschil/situatie onder aandacht brengen van Veiligheidsraad of AV (art. 35
VN-Handvest)
Partij voor Internationaal Gerechtshof (art. 34, lid 1, Statuut IGH)
Int. Organisaties
Internationaal privaatrecht: is geen int. Recht, maar nationaal dat regels bevat
om vast te stellen welk (nat.) recht van toepassing is op een privaatrechtelijke
rechtsbetrekking die aanknopingspunten heeft met meer dan één nat.
Rechtsorde (bv. huwelijk tussen Belg en Argentijn)
Functies van internationaal recht
Men kan een onderscheid maken tussen co-existentie (1), coöperatie (2),
integratie (3) en global governance (4)
o 1 + 2 het mogelijk maken, en reguleren van, vreedzame co-
existentie tussen in essentie soevereine en autonome actoren – met
name staten
o 4 = mondiaal bestuur geen rechtsbegrip: slaat op het geheel van
formele en informele processen tussen staten, organisaties en/ of
mensen, die een antwoord trachten te bieden op mondiale
uitdagingen d/m.v. de formulering en afdwinging van regels en
standaarden, het geven van stimulansen en sturing, het genereren
van informatie en kennis en/ of het beslechten van geschillen
In de ruimte, ratione territorii: bevoegdheid van de ene staat houdt op
waar die van andere begint (territorialiteitsbeginsel)
In de tijd, ratione temporis: int. recht regelt problemen inzake het
ontstaan van nieuwe staten en opvolging ervan
Wat betreft de persoon, ratione personae: actief/ passief
personaliteitsbeginsel + immuniteiten
Wat het onderwerp betreft, ratione materiae: waar state gebonden zijn
door beginsel van toegewezen bevoegdheden
2. Regelen van co-existentie van internationale rechtssubjecten – het
reguleren van interacties tussen volkenrechtelijke rechtssubjecten
Het betreft hier methoden van geschillenbeslechting en -preventie;
Regeling van het gebruik van niet-(gewelddadige) dwangacties (jus ad
bellum – jus in bello)
Gebruik van grondgebied
Diplomatieke en consulaire betrekkingen
Staatsaansprakelijkheid
3. Regelen van internationale samenwerking tussen internationale
rechtssubjecten – de coöperatie of samenwerking tussen int.
Rechtssubjecten
Is het recht der internationale organisaties en instellingen
o Vb. recht van de EU kan beschouwd worden als “recht van
integratie”, met een eigen rechtsorde die specifieke kenmerken
vertoont
Mensenrechten
Milieurecht
Functies/ basiskenmerken van internationaal recht
1. Geen centrale wetgever
Algemene Vergadering VN = geen wereldwetgever – aangezien resoluties
geen rechtens bindende kracht hebben
Staten = “wetgever” én wetsonderhorigen (tegelijk): consensualisme
(regels binden enkel de staat voor zover zij deze hebben aanvaard)
“Soevereine gelijkheid” van staten = grondbeginsel (artikel 2, lid 1, VN-
Handvest)
Uitzondering op de regel dat staten enkel vrijwillig int. Verplichtingen
aangaan: jus coges (regels van dwingend recht) en internationaal
gewoonterecht
2. Geen centrale rechter met verplichtende rechtsmacht
Internationaal Gerechtshof (IGH) (den haag) kan in een geschil enkel
optreden indien staten zijn jurisdictie vooraf hebben erkend
Maar: opkomst verplichte rechtsmacht, bv.
o HvJ EU
o WTO Orgaan voor Geschillenbeslechting (DSB)
o EHRM
Alternatieve mechanismen geschillenbeslechting
3. Geen uitgewerkt stelsel rechtshandhaving en rechtsafdwinging
VN-Veiligheidsraad is geen wereldpolitieagent
,3
Sancties (voornamelijk unilateraal van aard): van vreedzame middelen
(retorsies, represailles) tot het gebruik van geweld; collectieve handhaving
d.m.v. Veiligheidsraad
Andere prikkels die staten ertoe bewegen om in meeste gevallen hun int.
Verplichtingen te respecteren
o Bv. zij houden zich meestal aan regels inzake voorrechten en
immuniteiten van diplomatieke en consulaire ambtenaren (voor
eigenbelang)
Geen verbod van eigenrichting (“self-help”) (maar zie EU-recht en WTO-
recht) artikel 2, §3 en §4 HVN)
Internationaal recht = gedecentraliseerd en horizontaal rechtssysteem
(vgl. nat. Rechtsorde)
4. Sterke afhankelijkheid van nationale rechtsorde voor
tenuitvoerlegging en van hun nat. rechtsorde
Belang band int. En nat. Recht
Uitzonderlijke rol HvJ EU bv.:
o Van Gend & Loos
o Costa v ENEL
5. Uiterst gedifferentieerd recht – fragmentatie int. Recht vormt
een uiterst gedifferentieerd recht:
Zowel wat betreft de toepassingssfeer ratione materiae: omvat zowat alle
mogelijke rechtsdomeinen, van mensenrechten tot economisch recht,
straf- en milieurecht
Als de werkingssfeer ratione territorii van het internationaal recht:
onderscheid:
o Algemeen/ universeel int. Recht: geldt voor de gehele
statengemeenschap of althans een groot deel ervan op basis van
int. Gewoonterecht, jus cogens of multilaterale verdragen
o “Regionaal” internationaal recht: geldt enkel voor bepaalde groepen
staten kan zowel uit een verdrag als uit de zgn. regionaal int.
Gewoonterecht voortvloeien
Bv. recht van de EU
o “Bijzonder” internationaal recht: int. Regels die enkel gelden tussen
2/ een anderszins beperkt aantal staten (bv. een
investeringsverdrag tussen 2 landen)
De belangrijkste expansie en ontwikkeling van int. Recht in tal van
subtakken – zowel op mondiaal als regionaal vlak – houdt het gevaar van
fragmentatie van int. Rechtsorde in, waarbij er conflicten kunnen
ontstaan tussen normen die tot verscheidene int. Rechtsinstrumenten
behoren en/ of binnen verscheidene (mondiale of regionale) int.
Organisaties tot stand zijn gekomen
Zie dia 14: structuur
Samenvatting Internationaal Recht – hoorcollege 9
Bronnen van het internationaal recht – verdragen
Bronnen van het internationaal recht
, 4
Men bedoelt formele rechtsbronnen – de in het int. Recht erkende wijzen
van totstandkoming van volkenrechtelijke normen – het gaat om de
rechtsvormingsprocessen
Artikel 38 Stat. IGH
Onvolledig: eenzijdige rechtshandelingen? Handelingen internationale
organisaties? Jus cogens? Soft law?
Geen hiërarchie: onderlinge relatie bronnen?
Verdragsrecht
Belangrijkste formele bron
o > 60.000 VN (> 9.000 België̈)
o Vervangt steeds vaker gewoonterecht (leidt tot grotere
rechtszekerheid) door codificatie
Consensualisme (“consent to be bound”) staten zijn er enkel door
gebonden voor zover zij hun “instemming om gebonden te zijn” hebben
geuit
Belangrijkste codificatie verdragsrecht
o Weens Verdragenverdrag inzake het verdragenrecht 1969 (“WVV”)
= (grotendeels) gewoonterecht en dus ook op andere staten van
toepassing
o Verdrag van wenen inzake het verdragenrecht tussen staten en int.
Organisaties of tussen int. Organisaties van 21 maart 1986 nog
niet inwerking getreden
o Verdrag van Wenen inzake statenopvolging m.b.t. verdragen va 23
augustus 1978
Gewoonterechtelijke definitie
Elk akkoord (d.w.z. een overeenkomst van wilsuitingen)
Gesloten tussen twee of meer subjecten v.h. volkenrecht
Met de bedoeling rechtsgevolgen teweeg te brengen en
Beheerst door het volkenrecht
Verdragsrechtelijke definitie: artikel 2, § 1, sub a WVV (voor toepassing van
verdrag)
1) Een internationale overeenkomst
2) In geschrifte
3) Tussen Staten gesloten en
4) Beheerst door het volkenrecht
5) Hetzij neergelegd in een enkele akte, hetzij in twee of meer
samenhangende akten en
6) Ongeacht haar bijzondere benaming
Artikel 2, li 1, sub a WVV: niet-exhaustieve definitie
1. Moet gaan om een internationale overeenkomst/ akkoord
o In de zin dat partijen rechtsgevolgen beogen
2. In geschrifte – vereiste van een geschrift = geen intrinsieke vereiste voor
hoedanigheid van een verdrag (bevestigd in artikel 3 WVV)
o Niet inherent: zie art 3 WVV mondelingen overeenkomsten kunnen
bindende kracht hebben
3. Tussen staten gesloten – OE moet gesloten zijn tussen volkenrechtelijke
rechtssubjecten
o Andere volkenrechtelijke subjecten? Zie art 3 WVV
Definitie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alessiar00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.