Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting hoorcolleges Burgerlijk Recht 3 (behaald cijfer: 9) €7,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting hoorcolleges Burgerlijk Recht 3 (behaald cijfer: 9)

 19 vues  3 achats
  • Cours
  • Établissement

Complete samenvatting van het vak Burgerlijk Recht 3. Met deze samenvatting een 9 gehaald! Document bevat de hoorcollege aantekeningen met jurisprudentie en waar nodig aangevuld met stof uit de voorgeschreven stof.

Aperçu 4 sur 55  pages

  • 9 juin 2024
  • 55
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • C.m.d.s pavillon
  • Toutes les classes
avatar-seller
HC Burgerlijk recht 3

Hoorcollege 1A Aansprakelijkheid/ Onrechtmatige daad

Uitgangspunten aansprakelijkheid:  ‘Ieder draagt zijn eigen schade’, tenzij
afwentelingsmechanisme bijv. het ‘risico’ dat iemand anders aansprakelijk kan worden
gesteld of de verzekering dekt de schade.

Functies aansprakelijkheidsrecht: nr. 1.8
1. Hoofdfunctie = defensief (compensatie) volledig herstellen van de bestane schade.
2. Offensief = blik op de toekomst. Meer dynamische benadering van het
aansprakelijkheidsrecht. (ventielfunctie). Denk aan milieu. Kan rechter gat vullen dat
wetgever laat?
a. Genoegdoening/erkenning van leed en onrecht
3. Preventie = voorkomen van toekomstige schade. Er zit een ontmoedigend element in
schadevergoeding. Denk aan art. 6:104 BW het onrechtmatig verkregen voordeel
mag je weer afpakken.

Twee categorieën:
1. Aansprakelijk voor eigen onrechtmatig gedrag = een fout.
a. Hier staat verwijtbaarheid en schuld centraal, voor eigen OD.
2. Risicoaansprakelijkheid = aansprakelijkheid in hoedanigheid van o.a. ouder,
werkgever, bezitter opstal of dier.
a. Kwalitatief. Toerekening is niet nodig.
b. Ter rechtvaardiging van risicoaansprakelijkheid is met name gewicht
toegekend aan:
1. Profijt dat iemand heeft van bepaalde zaak
2. Gevaar dat van een zaak uitgaat
3. Draagkracht = vermogen om schade te dragen
4. Verzekerbaarheid

Schuld vs. Risico
Art. 6:169 lid 1 BW, 6:170 & 6:179 BW 
Art. 6:169 lid 2 BW & art. 6:166 BW  deze artikelen hebben gemeen dat aansprakelijkheid
alleen kan als hem iets te verwijten valt, maar bij groepsaansprakelijkheid hoeft dit niet
daarvoor is voldoende dat diegene onderdeel uitmaakt van de groep.

Vereisten persoonlijke aansprakelijkheid o.g.v. OD (fout-aansprakelijkheid)
1. Onrechtmatigheid (HC 1 en 2)
2. Toerekening (art. 6:162 lid 3 BW, HC 5)
3. Causaliteit (HC 6)
4. Relativiteit (art. 6:163 BW, HC 5)
5. Schade (HC 8 e.v.)
a. Voor vestigen aansprakelijkheid hoef je niet volle omvang van schade hebben.
Moet aannemelijk zijn dat schade is geleden.

Vereiste 1: Onrechtmatigheid
Art. 6:162 lid 2 BW kent 3 (onafhankelijke?) onrechtmatige gedragingen:
1. Inbreuk op een recht
2. Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
3. Doen of nalaten in strijd met het ongeschreven recht dat in het maatschappelijk
verkeer betaamt = (zorgvuldigheidsnorm, dit is een open norm)

Rechtvaardigingsgronden (maakt de gedraging niet onrechtmatig!)
- Noodweer

, - Overmacht
- Noodtoestand
- Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
- Risicoaanvaarding?  is dit een rechtvaardigingsgrond? (komt op terug)
- Vergunning?

Kijk altijd naar de gedraging, niet naar het gevolg van de gedraging!
- Bij kelderluik kun je het meenemen als factor als mogelijke schade.

1e categorie: inbreuk op een recht art. 6:162 lid 2 BW
Het moet gaan om subjectieve rechten die alleen aan de eiser toekomen (=Het
veronderstelt een bevoegdheid, die door het objectief recht is verleend) Dit kan zijn:
- Absolute vermogensrechten bijv. eigendomsrecht, auteursrecht, octrooirecht
o Bijvoorbeeld: Onterecht gelegd conservatoir beslag
- Persoonlijkheidsrechten bijv. lichamelijke integriteit, eer, recht om in vrijheid te leven,
goede naam en persoonlijke levenssfeer.
o Bijv. Gijzeling

‘Onvoorzichtigheid’ is niet voldoende om inbreuk op een recht aan te merken denk bijv. aan
jongetje die per ongeluk een bal door het raam schiet. Hoewel er iets kapot is gegaan wat in
je eigen eigendom is. In dit geval ga je naar 3e categorie. Een inbreuk op een recht is niet
direct voldoende om van OD te spreken, pas onder hele bijzondere omstandigheden.

Arrest Zwiepende Tak  iemand geeft trap tegen een tak. De tak zwiept terug en komt in
het oog van een wandelaar en verliest zijn oog. Is dit een inbreuk op lichamelijke integriteit?
De HR zegt dat het feit dat sprake is van ernstig lichamelijk letsel, dat dit op zichzelf geen
inbreuk op een recht vormt. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden zoals:
directheid en opzet. Dus niet te snel naar grijpen naar 1e categorie. Hier was sprake van
OSVO. Dus indien iemand weet dat het tot grote schade leidt en dit toch doet, dan kan hij
aansprakelijk zijn. De mate van waarschijnlijkheid is dus van belang.

2e categorie: strijd met een wettelijke plicht
Wettelijke verplichting = elke algemeen verbindende regeling uitgaande van een bevoegd
gezag. Is dus een ruime benadering.
- Bijv. Hinderwetvergunning, Strafrechtelijke bepalingen, WVW 1994

Als een wettelijke verplichting is geschonden levert dat direct een onrechtmatige gedraging
op? Nee. Afbakening is relativiteitsvereiste. Vraag jezelf af of de wet ook de schade die is
veroorzaakt beoogt te beschermen. Daarnaast moet de wet van toepassing zijn op de casus.
Maar ook hier kun je uiteindelijk komen bij de 3e categorie.

3e categorie: strijd met de zorgvuldigheidsnorm/ onzorgvuldig gedrag
Strijd met de maatschappelijke betamelijkheid. Het gaat hier om een ongeschreven norm die
niet nader in de wet is omschreven. Dus veel vrijheid voor rechter (angst voor claimcultuur).
Arrest Lindebaum Cohen heeft de zorgvuldigheidsnorm in het leven geroepen.

Kelderluik arrest  in o.a. dit arrest heeft de HR invulling gegeven aan de
zorgvuldigheidsnorm. Rechter dient de ‘gedraging’ te toetsen aan factoren die hij moet
afwegen:
1. Te verwachten oplettendheid = de omvang van de kans dat anderen niet goed
opletten  hoe waarschijnlijk is het dat iemand niet voldoende uitkijkt en het risico
loopt om schade te lijden?
2. De kans op schade = de omvang van de kans dat daardoor ongevallen ontstaan. De
hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan

, a. Is bijv. afgesproken dat iemand helpt? Dus slachtoffer rekening er mee kan
houden.
3. De aard en ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben  kunnen de gevolgen
ernstig zijn? verschil tussen zaakschade en letselschade: is er sprake van ‘slechts’
zaakschade?
4. De mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen voor diegene die
het risico creëert.  wat had een dader nog meer kunnen doen behalve het gevaar
inschatten en zich van het gedrag onthouden?
a. + de gebruikelijkheid van het nemen van voorzorgsmaatregelen
5. Aard van de gedraging
6. Hoedanigheid van partijen  bijv. commerciële / professionele partij
+ alle omstandigheden van het geval!
*De eerste 3 factoren bepalen de zwaarte van het risico en dat moet worden afgewogen
tegen 4e factor bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen.
*kelderluik speelt ook een rol bij risico-aansprakelijkheid bijv. of de opstal gebrekkig is.

Arrest Bildtpollen Aanwas BV-Miedema  De factoren uit het Kelderluik arrest worden
aangevuld/bewerkt. Casus: Bildtpollen heeft schapen op de dijk. Hij stort rottende uienresten
over de dijk voor de schapen. Vervolgens gaan ook de uien van Miedema rotten waardoor hij
schade lijdt. Miedema stelt Bildtpollen aansprakelijk want de schimmelziekte zou het gevolg
zijn van de uienrestanten. HR  HR past hier factoren van Kelderluik toe. Dus ook buiten de
context van personenschade zijn de factoren van het kelderluik arrest van belang, maar
daarnaast moet worden gekeken naar:
- Factor 5  Aard van de gedraging =
- Aanvulling factor 3  De aard en ernst van evt. schade = zaak of letselschade.
- Aanvulling op factor 4  Bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van het nemen van
voorzorgsmaatregelen
- Hoedanigheid van partijen als zesde gezichtspunt

Voorbeeldcasus Fit for Free: moeder bezoekt sportende zoon in sportzaal en valt over
verhoging met letsel als gevolg. T.a.v. 1e factor: het ligt niet in de lijn der verwachting dat in
ruimte verhogingen zijn geplaatst omdat dit gebruikelijk is in fitnessruimten. Daarnaast dient
verhoging duidelijk gemarkeerd zijn. Dus FfF is aansprakelijk.
Op tentamen gebruik feiten uit casus maar ook eigen inzicht en creativiteit.

Deelnormen 3e categorie zorgvuldigheidsnorm
Begrenzing gevaarzetting (= hoge aansprakelijkheidsdrempel, dus minder snel
aansprakelijkheid) (KELDERLUIKCRITERIA)
- OSVO  zwiepende tak-arrest
- Sport en spel  tennisbal arrest

Binnen gevaarzetting = scheppen van onaanvaardbaar onveilige situatie
(KELDERLUIKCRITERIA)
- Gevaarzetting in professionele vs privésfeer, wel of geen overheid
- Zuiver nalaten
- Aansprakelijkheid voor terreinbeheer & gevaarlijke toestand 
Jetblast-arrest/curacaose gevangenis-arrest (HC 2)
- Aansprakelijkheid voor OD derde

Buiten gevaarzetting = zorgvuldigheidsnorm is geschonden, maar NIET kelderluik
- Hinder nr 24 (zelf)
- Profiteren van wanprestatie nr. 25
- Niet nakoming als OD jegens een derde nr 26
- Beroepsaansprakelijkheid
- Bestuurdersaansprakelijkheid nr. 28 (zelf)

, - Overheidsaansprakelijkheid nr. 29 Aansprakelijkheid toezichthouder (zelf)
- Aantasting eer/goede naam nr. 27 (zelf)
- Derdenwerking contract/keten
- Oneerlijke concurrentie

Stel eerst vast of sprake is van de deelnorm gevaarzetting of buiten gevaarzetting. Is sprake
van binnen gevaarzetting?  pas de criteria van Kelderluik en arrest Bildtpollen toe en
gebruik de specifieke jurisprudentie. Is buiten gevaarzetting? Dan niet kelderluikcriteria. De
jurisprudentie is een invulling van de zorgvuldigheidsnorm. Het is een open norm die handen
en voeten geeft. Dus onderbouw ook a.h.v. Kelderluikcriteria, maar ook de arresten van de
specifieke deelnorm.

Binnen gevaarzetting (begrenzing)
Deelnorm: OSVO (=ongelukkige samenloop van omstandigheden)
Is sprake van een OSVO?  de aansprakelijkheid houdt dan op. Het is niet de criteria maar
een conclusie. Is sprake van OSVO? Dan is dus GEEN sprake van gevaarzetting! Dit zijn
vooral de huis en tuin ongevallen in de privésfeer. Die particuliere setting verhoogt de
aansprakelijkheidsdrempel.

Eerst kelderluik criteria  is sprake van gevaarzetting? Pas toe. Vervolgens concludeer je
‘geen gevaarzetting’. Het lijkt op OSVO, om dat vast te stellen pas je de rechtsregel
hieronder toe.

Zwiepende tak-arrest  HR zegt dat het enkel ontstaan van schade niet betekent dat de
gedraging waardoor schade is ontstaan onrechtmatig is.
Het is slechts onrechtmatig als de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg
van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat
gedrag had moeten onthouden. Dus hoe groter het risico, hoe sneller de zorgvuldigheid
wordt vereist dat je het gedrag nalaat.
- Ratio: anders wordt de samenleving ontwricht als je bij elk klein ding moet nadenken
over het risico aansprakelijk te zijn.
De combinatie van de factoren 1, 2 en 3 bepaalt of de zorgvuldigheid vereist dat een
bepaalde gedraging achterwege moet blijven.

Bijv. een val van een trap en huishoudelijke ongelukken zijn heel waarschijnlijk, gebeurt veel
in privésfeer.

Let op het kan wel tot aansprakelijkheid leiden bijv. als drank in het spel is en er onhandig is
gehandeld met schade als gevolg.

Deelnorm: Sport en spel / OSVO
Ook hier hogere drempel voor aansprakelijkheid.
Arrest Tennisbal  2 vrienden waren aan het tennissen. Tussen de wedstrijden in was een
speler paar ballen naar de zijkant aan het slaan en kwam per ongeluk in het oog van zijn
vriend en raakt blind. Kan aansprakelijkheid? HR  criteria zwiepende tak wordt gebruikt
maar er wordt een vertaalslag gemaakt. Een gedraging in het kader van tennisspel, dat
buiten de spelsituatie onvoorzichtig en onrechtmatig zou kunnen zijn, is binnen zo’n
spelsituatie niet onrechtmatig. Gedachte hierachter is dat deelname aan de sport eenmaal
risico’s met zich meebrengen. De deelnemers hebben wederzijds te verwachten dat er soms
misslagen voorkomen. Een dergelijke gedraging wordt niet onzorgvuldig op de enkele grond
dat zij door een OSVO tot gevolg heeft dat een deelnemer ernstig letsel oploopt (arrest
zwiepende tak).
- Stap 1: stel vast of nog sprake is van een spelsituatie of dat het beëindigd is. Waar
ligt de grens?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brendahidding. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter