Een volledige samenvatting van alle hoorcolleges, slides, gastlessen & zelfstudie + boek. Gegeven door prof Josephine de Jaegere, 2023/2024.
Alles staat zeer goed uitgelegd!!!
Samenvatting: Inleiding tot het recht
Deel 1: Het Belgische rechtssysteem in een internationale rechtsorde
Les 1:
Wat is recht?
▪ Juridisch geformuleerde gedragsvoorschriften: Dit zijn wetten en regels (geboden of
verboden) die de overheid opstelt.
→ Deze voorschriften zijn gericht aan alle burgers binnen een rechtsstaat, waarin
iedereen zich aan de wet moet houden
▪ Doel: Ze zijn bedoeld om de maatschappij te ordenen of te sturen, als een bewuste
beleidskeuze
▪ Afdwingbaarheid: Deze regels kunnen door de overheid worde afgedwongen, vaak door
middel van sancties.
▪ Soorten regels
❖ Aanvullend recht: Regels die gelden tenzij er andere afspraken zijn gemaakt.
❖ Dwingend recht: Regels waar niet van afgeweken mag worden, ze zijn altijd van
toepassing.
→ Beschermt specifieke belangen, rechten en plichten
→ Bv.: Arbeidswetten
❖ Openbare orde: Regels die zo belangrijk zijn dat ze de basis vormen van de
samenleving en altijd nageleefd moeten worden.
→ Essentieel voor het functioneren van de maatschappij als geheel
→ Bv.: regels over veiligheid en gezondheid
“Het” recht?
▪ Beleidskeuzes variëren in tijd en ruimte
❖ Historisch gedetermineerd en gegroeid: Rechtssystemen zijn gevormd door hun
geschiedenis en ontwikkelen over tijd
❖ Voortdurend in evolutie: wetgeving past zich voortdurend aan, aan nieuwe
inzichten en omstandigheden.
❖ Verschillen tussen landen/ rechtssystemen: Elk land heeft eigen rechtssysteem.
Komt door historische, culturele & sociale verschillen.
▪ Versnipperd over beleidsniveaus
❖ Internationaal en supranationaal recht: Regels en overeenkomsten die tussen
landen gelden.
→ Bv.: Regels van de EU
❖ Nationaal recht: wetgeving die binnen een specifiek land geldt
→ Bv.: Grondwet en wetten van België
i) Federaal recht: Wetten gelden voor het hele land
ii) Regionaal recht: Wetten gelden voor specifieke regio binnen een land
iii) Lokaal recht: Wetten gelden enkel op lokaal niveau
1
,Samenvatting Inleiding tot het recht
=> Hiërarchie der rechtsnormen: Er is rangorde van wetten en regels, hogere wetten hebben
voorrang op lagere wetten. Bv.: Grondwet staat boven gewone wetten
=> Bevoegdheidsverdeling: betreft welke overheid (nationaal, regionaal, lokaal) bevoegd is om over
bepaalde onderwerpen wetten te maken.
Basisindeling van het recht
Publiek versus privaat recht
❖ Publiek recht: Regelt de verhouding tussen overheid en burgers, en tussen overheden
onderling
→ Bv.: Strafrecht: bepaalt wat strafbare feiten zijn en welke straffen daarop staan.
→ Bv.: Bestuursrecht: Regelt de verhouding tussen overheid en burgers, bv. Bij
vergunningen/subsidies
❖ Privaat recht: Regelt de verhoudingen tussen burgers onderling & soms tussen burgers en de
overheid wanneer de overheid optreedt als een gewone rechtspersoon (bv. Bij sluiten van
contracten)
MAAR! Scheidingslijn tussen publiek en privaat recht in praktijk niet steeds duidelijk. Regels uit
beide rechtsgebieden kunnen van toepassing zijn op 1 situatie, wat leidt tot gemengde rechtstakken
& verregaande verstrengeling.
→ Bv.: Omgevingsvergunningen: zowel publiekrechtelijke (vergunningverlening door de
overheid) als privaatrechtelijke aspecten (eigendomsrechten van grond)
→ Bv.: Gezondheidszorg: regels over de rechten van patiënten (privaat recht) en regulering
door de overheid (publiek recht)
Basisbegrippen
▪ Objectief recht: Ook wel “the law” genoemd => verwijst naar het geheel van algemene en
abstracte rechtsregels die in een bepaald rechtsstelsel gelden.
▪ Subjectieve rechten: Ook wel “the rights” genoemd => zijn concrete rechten die individuen
of rechtspersonen kunnen uitoefenen op basis van het objectieve recht
2
,Samenvatting Inleiding tot het recht
=> Objectief recht verleent dus subjectieve rechten. Bv.: De wet (objectief recht) kan een
eigenaar het recht geven om zijn eigendom te gebruiken en te beschermen (subjectief recht)
Op wie is het recht van toepassing?
▪ Rechtssubject
❖ Drager van (subjectieve) rechten en plichten
❖ Dit kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn
→ Natuurlijke personen: Individuele mensen. Elke natuurlijke persoon heeft
bepaalde rechten en plichten
→ Rechtspersonen: Bv.: Bedrijven, stichtingen & verenigingen die door de wet
als zelfstandige entiteiten worden erkend
❖ Rechtsbekwaam versus handelingsbekwaam
→ Rechtsbekwaamheid: Vermogen van persoon om drager van rechten en
plichten te zijn. Alle NP zijn vanaf geboorte rechtsbekwaam.
→ Handelingsbekwaamheid: Vermogen van persoon om zelfstandig
rechtshandelingen te verrichten. Niet iedereen die rechtsbekwaam is, is ook
handelingsbekwaam => Bv.: minderjarigen zijn wel rechtsbekwaam, maar
hebben beperkte handelingsbekwaamheid
▪ Rechtsobject
❖ Zaken waarover rechtssubjecten deze rechten en plichten kunnen uitoefenen
❖ Bv.: dit kan een fysiek object zijn (zoals huis of auto), maar ook niet-fysieke objecten
(zoals intellectueel eigendom of een schuldvordering)
Rechtshandeling versus rechtsfeit
▪ Rechtshandeling: is een handeling die bewust wordt verricht met het doel een rechtsgevolg
teweeg te brengen.
❖ Eenzijdig: Handeling waarbij wil van één persoon is voldoende om rechtsgevolg te
doen ontstaan (bv.: Opstellen van testament)
❖ Meerzijdig: Handeling waarbij wil van twee of meer personen nodig is om
rechtsgevolg te doen ontstaan (bv.: Het sluiten van overeenkomst)
Ingedeeld naar effect
❖ Translatief: Verplaatsen van rechten (bv. Eigendomsoverdracht)
❖ Constitutief: scheppen van nieuwe rechten of verplichtingen (bv. Oprichting van een
rechtspersoon)
❖ Declaratief: bevestigen of vaststellen van bestaande rechten (bv. Opstellen van een
verklaring)
Gecategoriseerd naar doel
❖ Genot of behoud: handelingen gericht op behouden van een recht (bv.
Huurcontracten)
❖ Beheer of bestuur: handelingen gericht op het dagelijks beheer (bv.
Onderhoudscontract voor woning)
3
, Samenvatting Inleiding tot het recht
❖ Beschikking: handelingen gericht op het vervreemden van rechten (bv. Verkoop van
een huis)
▪ Rechtsfeit: gebeurtenis of omstandigheid die rechtsgevolgen heeft, ongeacht menselijke
intentie
❖ Bv.: geboorte of overlijden
❖ Bv.: onrechtmatige daden (zoals ongeluk veroorzaken) => door menselijk handelen
ontstaan => niet met intentie om rechtsgevolg teweeg te brengen
Materieel versus formeel recht
▪ Materieel recht: betrekking op de inhoud van het recht, d.w.z. de rechten en plichten van
individuen en de regels die deze bepalen.
▪ Formeel recht: betrekking op procedures en regels die moeten worden gevolgd om rechten
en plichten vast te stellen, toe te passen en af te dwingen (manier waarop juridische
beslissingen worden genomen en uitgevoerd)
❖ Bv.: Rechtsgeldigheid (“procedurefouten”): verwijst naar fouten in juridische
procedures die worden gevolgd bij het vaststellen van rechten en plichten. Er is
tendens tot relativering van procedurefouten => niet alle fouten leiden automatisch
tot ongeldigheid van beslissing/akte => sommige fouten kunnen worden
gecorrigeerd, vooral als ze belangrijke rechten van betrokken partij niet schenden.
❖ Bv.: Motivering (“gebrekkige motivatie”): motivering betekent dat juridische
beslissingen duidelijk moeten worden uitgelegd. Als een beslissing niet goed wordt
uitgelegd, kan deze worden aangevochten. Sommige rechtbanken kunnen strengere
eisen stellen aan de uitleg dan andere. Bijvoorbeeld, het grondwettelijk Hof kan
strengere regels hebben dan de Raad van State of het Hof van Cassatie.
Introductie tot de rechtsstaat
Basisbeginselen
Scheiding der machten Bronnen van het recht Hiërarchie der normen
▪ Wetgevende macht • Rechtsregels (voor
→ Parlement wetgevende +
→ Koning? uitvoerende macht)
→ Regering? -Internationale en
▪ Uitvoerende macht supranationale
→ Regering normen
▪ Rechterlijke macht -Grondwet
-WM: wetgeving
-UM: uitvoerende
regelgeving
• Rechtspraak
• Rechtsleer
Scheiding der machten
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur estellapeleman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.