Deze samenvatting bevat de hoofdstukken 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 10 van het boek 'Fundamenten van de Psychologie' van Marc Brysbaert. De belangrijkste begrippen (die zijn aangegeven in de begrippenlijst vanuit de opleiding) zijn met een kleur gemarkeerd en andere belangrijke termen zijn dikgedrukt,...
FUNDAMENTEN VAN DE PSYCHOLOGIE
Hoofdstuk 1: Wat is psychologie?
1.1 Een definitie van psychologie
Psychologie: Een wetenschap waarbij het gedrag beïnvloedt bestudeerd wordt en
waarbij de gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die
aan dat gedrag ten grondslag liggen.
Psychologen proberen door systematische observatie van meetbare kenmerken (het
gedrag) inzicht te krijgen in de processen die niet rechtstreekst te observeren vallen
(de interne processen)
1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben
Rede, intuïtie en geloof
Plato en Aristoteles
- Publiceerden de eerste invloedrijke geschriften in de westerse wereld over het
functioneren van de mens in de klassieke oudheid.
- Axioma’s: onwrikbare uitgangspunten, deze werden door de menselijke ziel
intuïtief herkend (=demonstratie) als zelfevident.
- Volgens Plato diende een onderscheid te maken tussen de ware, onzichtbare
wereld van onveranderlijke, ideale vormen en de zichtbare, veranderlijke wereld
rondom ons, die een onvolmaakte afspiegeling is van de ware wereld.
o De ziel had kennis van de ideale wereld en de mens kon toegang krijgen
tot deze kennis door gebruik te maken van de rede (=geestelijk
vermogen)
o Observatie had enkel toegang tot de zichtbare, continu veranderlijke
wereld, waarin ook de dieren leefden.
- Aristoteles hechtte meer waarde aan observatie, maar ook hier kon ware kennis
niet op observatie gebaseerd zijn. Om echte kennis te hebben moest men
vertrekken vanuit axioma’s. Vanuit demonstraties kon Aristoteles de rest van de
kennis afgeleid met behulp van de menselijke rede.
- Wiskunde was volgens beiden de ideale wetenschap (meetkunde). Alle kennis
over ruimtes kon namelijk afgeleid worden uit een klein aantal axioma’s.
De rooms-katholieke kerk vertaalde de geschriften van Plato en Aristoteles in een
kerkelijke leer.
Wereld van onveranderlijke, ideale vormen waaruit de ziel kwam -> hemel
Demonstraties -> goddelijke ingevingen
Wetenschappelijke revolutie: De overtuiging dat ware kennis gebaseerd is op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld.
Factoren bij het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie:
- Verminderde macht van de rooms-katholieke kerk (werd geconfronteerd met de
reformatie)
- Een herwaardering van handel en handenarbeid (voordien waren geleerden,
personen die niets anders deden dan lezen, schrijven en bidden)
- De uitvinding van de boekdrukkunst (informatie werd vlugger verspreid en
geleerden hielden zich niet langer bezig met het overschrijven van
manuscripten)
- Ontdekkingsreizen
, - De confrontatie van de westerse wereld met de islamitische en Chinese
beschavingen
- Oprichting van universiteiten
- Periode van relatieve welvaart
Copernicaanse revolutie: Het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het
heelal
- Copernicus stelde dat de aarde rond de zon draait
- Galilei onderbouwde het copernicaanse model in een boek met een reeks
nieuwe observaties wat in strijd was met de katholieke visie. De nieuwe
observaties werden mogelijk gemaakt door de uitvinding van de telescoop.
- Newton werkte de inzichten van Galilei verder uit. Newton beschreef de
bewegingen van de planeten rond de zon aan de hand van een aantal relatief
eenvoudige wiskundige formules.
o De wetten van Newton worden algemeen beschouwd als het beginpunt
van de fysica, de eerste natuurwetenschap/natuurkunde wetenschap
Twee aparte culturen die zich ontwikkelden gedurende de revoluties:
- Klassieke, humanistische cultuur
- Nieuwe, natuurwetenschappelijke cultuur
Tegengestelde opvattingen van beide culturen
- Geesteswetenschappen: Het bestuderen en uitbreiden van de bestaande cultuur
en kunst is ideaal
- Natuurwetenschappen: De volledige samenleving moet heringericht worden op
basis van wetenschappelijke inzichten.
Mentale chronometrie: Techniek waarbij men de psychologische processen in
informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de reactietijd die
mensen nodig hebben om bepaalde taken uit te voeren.
Evolutietheorie: Volgens deze theorie waren levende wezens het resultaat van een
aanpassingsproces aan veranderende omstandigheden. Binnen elke soort bestaan
aangeboren individuele verschillen. Eigenschappen die goed aansluiten bij de
omgeving, zorgen ervoor dat het individu goed gedijt en veel nakomelingen heeft.
Genetische variatie: Niet elke eigenschap is in even grote mate aanwezig bij elk
lid van de soort.
Natuurlijke selectie: Eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgeving,
verminderen de overlevings- en voortplantingskansen van het individu.
Struggle for life/survival of the fittest: Dieren en planten met goede kenmerken,
kunnen zich met succes voortplanten, terwijl anderen met slechte kenmerken meer
moeite krijgen om te overleven en zich voort te planten in de veranderende omgeving.
Dit komt doordat de omgeving voortdurend verandert en er telkens bepaalde
eigenschappen meer voordelen hebben dan anderen.
1.3 Het ontstaan van de psychologie
René Descartes plaatste het eigen, onafhankelijke denken van de Griekse filosofen
opnieuw op de voorgrond, zijn denken bleef sterk beïnvloed door de gangbare
opvattingen. Ging uit van drie principes:
- Dualisme
- Rationalisme
- Nativisme
2
,Dualisme: Verwijst naar de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen
bestaan: lichaam en een geest. Visie sloot aan bij de beschouwingen van Plato en de
katholieke Kerk.
- De geest heeft een vrije wil (is niet onderhevig aan natuurwetten) en vormt de
kern van het menselijke denken.
- Het lichaam is een omhulsel van de geest en heeft geen enkele invloed op de
geest.
Rationalisme: Stelt dat ware kennis gebaseerd is op de rede, die door het toepassen
van logica nieuwe informatie afleidt uit het bestaande.
Nativisme: Verwijst naar de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het
uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis. Invloed van Plato, Aristoteles en
de katholieke Kerk.
Vierde en laatste overtuiging van Descartes:
- Hield in dat het universum een machine (door God gecreëerd) is die wiskundig
beschreven kon worden.
- Lichaam was een onderdeel ervan en dus aan de natuurwetten onderworpen,
hierdoor kon het wetenschappelijk bestudeerd worden, behalve de geest.
- Descartes stelde mechanismen voor die de perceptie en de
lichaamsbewegingen kon verklaren
- Deze overtuiging vormde een belangrijke inspiratiebron voor Newton om op
zoek te gaan naar de natuurwetten.
Empirisme: De inhoud van de geest wordt niet gevormd door aangeboren ideeën en
afgeleide inzichten, maar via zintuiglijke ervaringen met elkaar geassocieerd worden.
Menselijke kennis kwam voort uit ervaringen met externe, voelbare voorwerpen en
niet vanuit aangeboren ideeën.
- Grondlegger was John Locke
- Associaties van ideeën: Hogere-ordekennis kwam tot stand door combinaties
(associaties) van eenvoudigere ideeën. Als twee dingen tegelijk ervaren worden,
dan hebben ze veel kans om mentaal met elkaar geassocieerd te worden.
Introspectie: Het kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit.
- Onderscheid tussen Innere Wahrnehmung en Experimentelle
Sebstbeobachtung.
o Innere Wahrnehmung: Verwees naar de introspectie van filosofen, waarbij
men vanuit een fauteuil nadacht over het eigen psychische functioneren.
o Experimentelle Sebstbeobachtung: Verwees naar een proefopzet waarbij
de proefpersoon in een gestandaardiseerde situatie geplaatst werd,
eenzelfde proef herhaaldelijk uitvoerde, en diende te reageren met
eenvoudige, kwantificeerbare antwoorden. Volgens Wundt de enige
toelaatbare vorm van introspectie
Structuralisme: Stroming in de psychologie die op basis van introspectie de structuur
van het bewustzijn probeerde te ontdekken.
- Edward Tichener was de grondlegger
o Gestudeerd bij Wundt, lanceerde de naam structuralisme in de VS en
vereenzelvigde dit met zijn eigen kijk erop.
- Deze kijk hield in dat elk complex proces gereduceerd kon worden tot een
combinatie van elementaire componenten, die behoorden tot het gebied van de
sensaties, beelden of gevoelens. Deze elementen werden gecombineerd door
een associatieproces tot de normale ervaring.
o Sensaties: Omvatten visuele ervaringen, geluiden, geuren, smaken en
tastgevoelens.
3
, o Beelden: Waren ervaringen van voorwerpen die niet werkelijk aanwezig
waren, zoals herinneringen.
o Gevoelens: Hadden te maken met emotionele reacties, zoals liefde, geluk
en jaloersheid.
Periode van veel Amerikaanse studenten in Wundts lab en keerden daarna terug. Dit
zorgde voor een beweging in de VS. Mensen gingen verhuizen van het platteland naar
de stad.
Functionalisme: Stroming die uitgaat van de veronderstelling dat sociale
verschijnselen een bepaalde functie vervullen in de samenleving en dat sociale
verschijnselen onderling samenhang tonen.
- Eerste belangrijke stroming binnen de Amerikaanse psychologie.
- Amerikanen waren meer geïnteresseerd in toegepaste psychologie dan in
fundamenteel onderzoek.
- Psychologie diende in de eerste plaats om praktische problemen op te lossen.
o Onderwijs optimaliseren, gevaarlijke psychische afwijkingen opsporen en
behandelen of industriële productie bevorderen.
- Werd sterk beïnvloed door de theorie van Darwin
o Het menselijk denken evolueerde op dezelfde manier als diersoorten.
Sommige hadden een betere overlevingskans omdat ze beter
aangepast waren aan de omstandigheden.
Hierdoor was er een grote belangstelling voor individuele
verschillen tussen mensen en ook voor de verschillen tussen
mensen en dieren.
- Begon (door de evolutietheorie en de behoefte aan praktische toepassingen)
meer belangstelling krijgen voor het gedrag van mensen dan voor het
bewustzijn.
o Het gedrag is van belang in een biologische, evolutionaire context omdat
het de voortplantings- en overlevingskans bepaalt.
o Gedrag bestuderen door directe observatie.
Zelfde onderzoeksmethoden als voor natuurwetten.
Bestuderen wat geleerd werd onder bepaalde omstandigheden.
Stream of consciousness: Een voortdurend veranderende stroom van gedachten en
gevoelens -> mentale processen.
William James sprak uit -> Het succes van psychologie hangt niet zozeer af van
de mate waarin de psychologie wetenschappelijke wetten voor de geest kon
formuleren, maar van de mate waarin de psychologie praktische oplossingen kon
bieden.
Natuurwetenschap worden -> Psychologie moest een wetenschap van het gedrag
worden: pamflet van Watson.
Behaviorisme: Psychologische stroming waarin men het standpunt huldigt dat enkel
observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch
onderzoek en theorievorming.
- Behaviorisme zag weinig in de studie van de geest, de mentale processen en de
bewuste ervaring
o Hiermee werd het onderwerp van het functionalisme geradicaliseerd en
vernauwd.
- Alles wat de kern uitmaakte van structuralisme (introspectie, bewustzijn en de
structuur van de mentale inhoud) werd verworpen.
- Pamflet van Watson was het beginpunt.
- De psychologie moest de introspectieve methode verlaten, deze leverde alleen
subjectieve resultaten op die niet door anderen geverifieerd konden worden.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FemkeLuna. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.