CHAPTER 3
Menselijke communicatie = het proces van betekenis geven aan de wereld en het
delen van die betekenis met anderen door betekenis te creëren met behulp van
verbale en non-verbale boodschappen
we hebben de neiging om conclusies te trekken over hun motieven,
persoonlijkheden, emoties en andere eigenschappen op basis van de stukjes
informatie ('cues') die we waarnemen.
Mensen die other-oriented zijn - die zich bewust zijn van en gevoelig zijn voor het
communicatiegedrag van anderen - zullen waarschijnlijk beter zijn in het nauwkeurig
waarnemen van anderen, zowel persoonlijk als (steeds meer) online.
Understanding interpersonal communiacation
Perceptie: het proces van ervaren - via je vijf zintuigen - van je wereld en vervolgens
zin geven aan wat je ervaart.
Interpersoonlijke waarneming: het proces waarbij je bepaalt hoe mensen zijn en
betekenis geeft aan hun acties. Het omvat oordelen over hun persoonlijkheid en
conclusies trekken uit wat je observeert.
Passieve perceptie vindt plaats zonder inspanning, simpelweg omdat onze
zintuigen werken. We zien, horen, ruiken, proeven en voelen dingen om ons heen
zonder dat we daar bewust naar streven. Niemand leert je om passief waar te
nemen: het komt vanzelf en spontaan.
Actieve perceptie: het proces van doelbewust zoeken naar specifieke informatie
door opzettelijk te observeren ('mensen kijken') en soms anderen te ondervragen.
Stage 1: selecting
Je bent selectief als je de wereld om je heen probeert te begrijpen. Het aantal
gewaarwordingen dat je op een bepaald moment aandachtig kunt volgen, is beperkt
We nemen selectief waar en onthouden selectief
Selectieve waarneming: doet zich voor wanneer we de wereld om ons heen
zien, horen of begrijpen op basis van een groot aantal factoren zoals onze
persoonlijkheid, overtuigingen, houdingen, voorkeuren, antipathieën, hoop,
angsten en cultuur.
Selectieve aandacht: het proces van focussen op specifieke stimuli.
o We richten ons selectief op sommige dingen in onze omgeving en
negeren andere: (a) net als in het selectieve waarnemingsproces,
zullen we ons waarschijnlijk richten op die dingen om ons heen die
betrekking hebben op onze behoeften en wensen (cf. fitness
affordances & de UGM & UVM) ; (b) we richten ons ook op informatie
die beweegt, knippert, interessant, nieuw of lawaaierig is (salience
bias).
Selectieve blootstelling: onze neiging om onszelf in situaties te plaatsen die
onze attitudes, overtuigingen, waarden of gedragingen versterken. We stellen
, onszelf bloot aan situaties die onze manier van denken over de wereld
versterken (cf. confirmation & status quo bias).
Selectieve herinnering: we onthouden dingen die we willen onthouden en
vergeten of verdringen dingen die onaangenaam, ongemakkelijk of
onbelangrijk zijn voor ons.
Stage 2: organizing
creating categories: de categorieën die we hebben gemaakt met elkaar
verbinden en dan op zoek gaan naar afsluiting door ontbrekende gaten in wat we
waarnemen op te vullen.
“mental basket” om informatie te sorteren en te labelen
We creëren categorieën: bijvoorbeeld door woorden of labels te verzinnen voor
specifieke fenomenen of personen (stereotypen).
We gebruiken een kader of stereotype waarmee we al vertrouwd zijn om
informatie te interpreteren die op het eerste gezicht vormloos lijkt.
we seek CLOSURE: opvullen van missende informatie cfr law of clusure
We gebruiken ook PUNCTUATION: het proces van het begrijpen van stimuli door
informatie te groeperen, te verdelen, te organiseren, te scheiden en verder te
categoriseren om de stimuli te begrijpen. Net zoals leestekens in een tekst je
vertellen wanneer een zin eindigt, maakt interpunctie in het waarnemingsproces het
je mogelijk om patronen in informatie te zien.
Als het aankomt op het punctueren van relationele gebeurtenissen en gedrag,
ontwikkelen mensen vaak hun eigen aparte punctuaties Je zult soms
moeilijkheden en meningsverschillen ervaren door verschillen in de manier waarop jij
en je communicatiepartner een gesprek of een gedeelde opeenvolging van
gebeurtenissen punctueren.
Stage 3: interpreting
proberen om de informatie die je waarneemt te begrijpen, proberen om de
betekenis van de verbale en non-verbale signalen te interpreteren.
Zelfs de subtielste signalen kunnen je interpretatie beïnvloeden: vooral non-verbale
signalen. Zelfs dingen waar we ons misschien niet bewust van zijn, kunnen onze
interpretatie van mensen beïnvloeden (bv priming)
,De zes factoren die de nauwkeurigheid van interpersoonlijke
waarneming verstoren
1/ STEREOTYPERING
we zien wat we willen zien, we horen wat we willen horen, we stereotyperen
anderen, dit door vooroordelen
Stereotypen = een persoon of een groep personen in een starre, allesomvattende
categorie plaatsen en eigenschappen aan die persoon toeschrijven op basis van
zijn/haar (vermeende) behoren tot die categorie.
We stereotyperen om te voldoen aan onze eigen behoefte aan macht, autoriteit en
structuur. Minderheidsgroepen met minder sociale en politieke macht hebben de
neiging om gemarginaliseerd te worden en kunnen verloren gaan in het machtsspel.
• Theory of social identity model of deindividuation effects (SIDE): het is
mogelijk dat we anderen eerder stereotyperen in online EMC dan in FtF-
communicatie, omdat we online minder aanwijzingen hebben om ons te
helpen een duidelijke indruk te ontwikkelen. Als er minder cues beschikbaar
zijn, is het waarschijnlijker dat er stereotype percepties ontstaan.
• Overgeneralizations: we treat small amounts of information as if they were
highly representative. This leads to inaccurate, prejudicial conclusions.
2/ WE NEGEREN INFORMATIE
Mensen concentreren zich soms niet op belangrijke informatie omdat ze te veel
belang hechten aan voor de hand liggende en oppervlakkige informatie.
We negeren vaak tegenstrijdigheden in onze waarnemingen, omdat we ons
wereldbeeld consistent willen houden
3/ CONSISTENTIE
Mensen overschatten de consistentie en bestendigheid van het gedrag van
anderen
We overschatten de constantheid van gedrag: we geloven dat als iemand zich op
een bepaalde dag zo gedraagt, hij of zij zich in de toekomst ook zo zal blijven
gedragen.
4/ WE FOCUSSEN OP HET NEGATIEVE
we hechten meer waarde aan negatieve informatie dan aan positieve
Cf. Solomon Asch’s experiments on impression formation:
• Participants heard one of the following two lists of terms to describe a person:
(1) intelligent, skillful, industrious, warm, determined, practical, cautious
(2) intelligent, skillful, industrious, cold, determined, practical, cautious.
(3) Despite the presence of six common terms, those who heard the “cold”
list had a much more negative impression of the person than those who
heard the “warm” list.
, 5/ WE BESCHULDIGEN ANDEREN, ER VAN UITGAAND DAT ZE CONTROLE
HEBBEN OVER DE SITUATIE
Mensen zijn eerder geneigd om te geloven dat anderen schuld hebben wanneer
dingen fout gaan dan te geloven dat het probleem buiten hun controle lag.
Fundamental attribution error: fout die ontstaat door het gedrag van een ander toe
te schrijven aan interne, controleerbare oorzaken in plaats van aan externe,
oncontroleerbare oorzaken.
Vaak gaan we uit van het slechtste van de motieven van mensen en onderschatten
we de rol die omstandigheden spelen.
6/ WE ONTLOPEN VERANTWOORDELIJKHEID
We proberen onze ‘face’ te redden door anderen te beschuldigen
Self-serving bias: de neiging om ons eigen gedrag als positiever te zien dan dat van
anderen en om geen verantwoordelijkheid te nemen voor onze eigen fouten en
vergissingen
Abbendum
Monty Hall Problem (slide 252)
Het probleem illustreert een paradox in de waarschijnlijkheidstheorie en wordt vaak
gebruikt om het begrip van kansen te testen en te verbeteren.
cfr heuristic and systematic decision making (Chaiken)
Sufficiency principle: if a consumer thinks heuristic processing can suffice,
he/she won’t go to the trouble of systematic processing, that is, the consumer is a
lazy information processor.
cfr system 1 and 2
Some important biases that may influence the perception of Self
and others
ACTION BIAS
Het gevoel hebben dat het beter is iets te doen dan niks doen, ook al is niks doen
misschien beter
THE AFFECT HEURISTIC
Illustreet dat we afgaan op onze emoties, in plaats van afgaan op goede rationele,
weloverwogen informatie en denkpatronen. Dit omdat het zo makkelijker en sneller is
om tot een conclusie te komen; Maar het kan ook ons denken vervormen en ons
ertoe brengen suboptimale keuzes te maken.
AUTHORITY BIAS/ MESSENGER EFFECT