Architectuurgeschiedenis Inge Bertels, HCO, BA1 ARCH
Inhoudstafel
1) Introductiecollege
I. De essentie van de architectuurgeschiedenis
II. Inleiding
• België en zijn haat/liefde-relatie met architecturaal erfgoed & bouwcultuur
• Wat is architectuur (-geschiedenis)?
• Opzet cursus, opdrachten en evaluatie
• Architectuurdebat
2) Stad en architectuur in de 19e eeuw
I. Stedelijke architectuur en bouwpraktijk in het 19de-eeuwse Antwerpen
• Kantelende 19e eeuw
• Stedelijk publiek opdrachtgeverschap
• Protagonisten in het bouwproces
• Bouwbeleid en -praktijk
II. Innesteling van Academie in deze 19de-eeuwse stedelijke context
• Campus Mutsaard
• Rodestraat
• Hof van Liere
• Aula rector Dhanis
• Paardenmarkt
3) Neostijlen en eclectisme
I. Context
II. Neostijlen
• Nieuwe bouwstijlen en typologieën
➔ Welke rol speelt architectuur in de evolutie van de gebouwde
omgeving?
➔ Vroege Belgische industrialisering en urbanisering
• Esthetisch debat
➔ Historisme en rationaliteit
➔ Neoclassicisme ontwikkelt zich
➔ Impact op de Belgische architectuur?
➔ Van neoclassicisme naar neo-Vlaamse renaissance
III. Van neogotiek naar eclectisme
• Dubbele gelaat van de 19e eeuw
• Evolutie naar vormpluralisme of eclectisme
• Zurenborg
IV. Nieuwe bouwmaterialen
1
,4) Fin de siècle
I. Art Nouveau
• Context
• Origine
• Art Nouveau pionier Victor Horta
• Andere art nouveau pioniers
• Naar een art nouveau-stijl (1893-1914)
• Internationale ontwikkelingen
• Kritiek op fin de siècle architectuur
II. Art Deco
• Definitie en maatschappelijke context
5) Modernisme en modernisme na WOII
I. Le Corbusier
• Beginjaren
• Evolutie oeuvre vanaf 1922
• Prototype wooncel en sociale architectuur
• Latere werk
II. Modernisme als architectuurstroming
III. Modernisme in België?
IV. Modernisme na 1945
V. Reactie op Modernisme
6) Gastcollege Linsy Raffels: architectenwoningen
I. Architectenwoning
• Definitie
• Unieke klant-ontwerprelatie
II. Internationale context
III. Brussel
2
,1) Introductiecollege
1.1 De essentie van de architectuurgeschiedenis
▪ Kennis over het verleden = inspiratiebron/kritische reflectie.
▪ Snel veranderende wereld: aandacht voor longue durée inzicht.
▪ Ook wetenschappelijke vakgebied evolueert snel: nieuwe inzichten, nieuwe perspectieven
aanbrengen en analyseren via academisch onderwijs (onderzoeksondersteund onderwijs).
▪ ! Kritisch inzicht verwerven !
1.2 Inleiding
1.2.1 België en zijn haat/liefde-relatie met architecturaal erfgoed
▪ GHE-gebieden = gebieden met culturele, historische en ethische waarden
▪ Brussel duidt UNESCO-zones aan
▪ Er komt een glas- en ijzerarchitectuur
➔ Art nouveau met Victor Horta
▪ Expo ’58 Brussel
➔ Luchthaven Zaventem = België op de kaart zetten
➔ Atomium
▪ Densificiëren = stedelijke context verdichten
▪ Art Nouveau
➔ Meerdere generaties nodig voor appreciatie
➔ Gebouwen worden niet verzorgd
➔ V. Horta: Volkshuis = arbeiders samenbrengen, maar wordt later ontmanteld
Daarna organiseert een investeerder een wedstrijd om de materialen te hergebruiken
▪ Door trasport wordt de rooilijn achteruit geschoven
➔ Rooilijn = grens tussen privaat en openbaar
➔ Oude gevels worden bewaard met daarachter moderne gebouwen
Façadisme = gevels bewaren maar niet de gebouwen
1.2.2 Wat is architectuur(-geschiedenis)?
▪ Design, visie (actoren), functie/nut, constructie en techniek
▪ Def: architectuur als synoniem van “bouwkunst”
de kunst en leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken.
1 toepassing daarvan, onder architectuur gebouwd, naar de plannen van een erkend
architect
2 bouwstijl
3 (metonymisch) wat volgens de beginselen van de architectuur gebouwd is;
4 bouw, constructie
▪ Vitruvius en zijn De architectura libri decem
➔ VENUSTAS = vorm
UTILITAS = functie
FIRMITAS = constructie
➔ Enige bewaarde bron van de Oudheid
3
, ➔ Architecturale patrimonium over zowel bestaande als nog te construeren gebouwen
➔ Kennis over vormelijke, semantische en pragmatische aspecten van architectuur
➔ Zoektocht naar architectuurprincipes die contemporaine en toekomstige architecten
kunnen helpen om ‘kwaliteitsvolle architectuur’ te realiseren
▪ Er komt een overschakeling van enkel het esthetische naar een verbreding van perspectief:
materialen, technieken, …
▪ Traditie en innovatie vinden samen plaats
1.2.3 Opzet cursus, opdrachten en evaluatie
▪ BA1: wooncultuur
▪ BA2: architectuur en cultuur: geschiedenis
architectuur en omgeving: landschap, stad en openbare ruimte
▪ BA3: architectuurtheorie
▪ Inzicht te verschaffen in de complexiteit en veelzijdigheid van de architecturale productie
▪ Er wordt aandacht besteed aan de verwevenheid van maatschappelijke, wetenschappelijke,
technologische en culturele evoluties
1.2.4 Architectuurdebat
4
, ▪ Vlaams Architectuur Instituut: lezingen, debatten, tentoonstellingen, jaarboeken, …
▪ C I. II. III. IV. A (Brussel): tentoonstellingen, lezingen, Bozar, …
▪ Team Vlaams Bouwmeester: architectuurkwaliteit bewaren i.o.v. de regering
organisatie van wedstrijden en workshops
▪ Oase: tijdschrift met debatten, verschillende thema’s
▪ A+: tijdschrift Vlaanderen en Brussel
▪ M&L: monumenten en landschap
historiek: hergebruik, geschiedenis
2) Stad en architectuur in de 19e eeuw
2.1 Stedelijke architectuur en bouwpraktijk in het 19de-eeuwse Antwerpen
2.1.1 Kantelende 19e eeuw
▪ Koeien, paarden, honden -> vervoer met karren
Houten constructies
Verstening = hout vervangen met steen <-> brand was een groot probleem
Madonnabeeld = symbool van waterput <-> geen waterleidingen
▪ Historisch stadsdeel omwald: militair = bescherming van inwoners
economie = handel drijven binnen de stad
socio-cultureel = belastingen betalen voor
inwonersvoorrechten
7 poorten = verkeerscongestie
=> stad wordt uiteindelijk te klein
▪ Ruien en vlieten: water tot in de stad
open riolering = slechte hygiëne
gevaar voor kinderen
5
, ▪ Stadsuitbreiding 1863
➔ Politieke context: Antwerpen = reduit natonalle = nationaal terugtrekpunt bij crisis
Door de Schelde kan Engeland altijd komen halen
➔ Als de koning naar Antwerpen zou komen zorgt hij mogelijk voor gevaar en de omwalling
mocht niet weg
➔ Overbevolking zorgt voor grotere stadsomwalling (3x vorige grondgebied)
➔ 1864: stadsmuren afbreken maar poorten bewaren voor erfgoed
het afval wordt herbruikt om de grachten te dempen en voor woningen
➔ Vlaamse Schouwburg 1900: reactie tegen Brussel -> Nederlands als cultuur- en voertaal
➔ Kaaien worden veranderd voor handel, het Steen wordt vrijgemaakt en de Scheldekaaien
rechtgetrokken
2.1.2 Stedelijk publiek opdrachtgeverschap
▪ Nieuwe wetgevingen: meer verplichte gebouwen (scholen, markten, kerken, …)
▪ Kleurwetgeving: opgedragen kleurenpalet volgen (beigebruin tot grijswit)
bestraffing voor het iet navolgen van de opgelegde normen
2.1.3 Protagonisten in het bouwproces
▪ Antwerpen krijgt eigen architecten (Rooiers, Bourla, …)
➔ Ingenieurs en architecten werken samen
➔ Stadsarchitect werkt exclusief voor de stad
➔ Investeringen in architecten en het onderricht
➔ Bouwproces in de hand willen houden = bestek maken = prijsberekening voor de
aannemer
▪ Design -> masterplan
Kostprijs op voorhand
1. Volledig ontwerp
2. Plan uitwerken
3. Kostprijs berekenen
4. Bouwen
6
, ▪ 19e eeuw = eeuw van de architect, ingenieur en aannemer
▪ Nijverheidsschool: schaalmodellen, machines, bouwvoorschriften, boekhouden, snelheid, …
▪ Sneller bouwen: nieuwe machines, Portland cement, ijzeren stellingen i.p.v. houten
▪ 1874 = 1e ‘aannemerscblubje’ (2004 = Antwerpse Confederatie Bouw)
▪ Investeerders in exponerende steden -> architecten boos want investeerders kunnen de
kwaliteit niet beoordelen want zowat iedereen kan investeerder zijn
2.1.4 Bouwbeleid en -praktijk
▪ Verlichting is een belangrijke uitvinding: techniek = kunst
▪ Investering in hygiëne: ondergronds riool, combinatie van verlichting met openbaar sanitair
▪ Meer politie dus ook nieuwe politiekantoren
▪ Verplichting per gemeente een school
➔ Noord-Antwerpen vooral voor arbeiderskinderen
▪ Meer renovaties: architect denkt ook na over meubilair, stedenbouw, …
2.2 Innesteling van Academie in deze 19de-eeuwse stedelijke context
2.2.1 Campus Mutsaard
▪ Herbestemming Kerk
▪ Minderbroederklooster 1446-1796: kerk, tuin, kerkhof, kapel, pesthuis, …
▪ Transformaties door brand, groei en wijzigende esthetische voorkeuren
▪ Frase periode: 1797 = Broeders vertrekken uit klooster en inboedel van kerk werd openbaar
verkocht.
1804 = Academie en museum mogen intrek nemen in het geseculariseerde
complex. Daarnaast ook Bureau van Weldadigheid in Blindestraat.
▪ 19de eeuw: Pierre Bruno Bourla, Pieter Dens (stadsbouwmeesters en docenten academie)
▪ 20ste eeuw: Emiel Van Averbeke, Léon Stynen en Andrez Fivez
▪ 2018: Wedstrijd lopende voor het ontwikkelen van een masterplan voor de hele site.
2.2.2 Rodestraat
▪ Honingraadarchitectuur
▪ Museum to scale 1/7 -> architectuurgeschiedenis van België
▪ Gate 15: architectuurwedstrijd
oud en nieuw verzoenen
7
,2.2.3 Hof van Liere
▪ 16de-eeuws stadspaleis (1515-1520): in opdracht van burgemeester Arnold van Liere
▪ 1607: Jezuïeten nemen hun intrek, met educatief programma
▪ 1773: afschaffing Jezuïetenorde
▪ 1794-1910: militair hospitaal
▪ Na WOI: kazerne
▪ 1929: opnieuw in handen van jezuïeten
▪ 1988: Universiteit Sint-Ignatius wordt eigenaar
▪ 2003: centrum van stadscampus Universiteit Antwerpen
2.2.4 Aula rector Dhanis (1998-2002)
▪ DMT architecten
▪ Circa 700 plaatsen
▪ Kunstintegratie met fotoprints van Aglaia Konrad
2.2.5 Paardenmarkt
▪ Knechtjeshuis wordt Nijverheidsschool
▪ Gekend van vroegere opleiding industrieel ingenieurs
▪ Wedstrijd herbestemming voor ontwerpwetenschappen
3) Neostijlen en eclectisme
3.1 Context
▪ Politiek: natievorming leidt tot identiteitsopbouw -> Welke natie zijn we?
-> identiteit legitimeren => ruimere maatschappelijke context
▪ e
19 eeuw = industrialisatie, nieuwe materialen, eeuw van de architect en ingenieur, nieuwe
media, communicatie en netwerken
▪ Er volgen problemen met de stedelijke transformatie
➔ Limieten van de bebouwde omgeving zijn bereikt
➔ Verkeerscongestie
➔ Slechte en onhygiënische levensomstandigheden
▪ Eugène Haussmann stelt masterplan Parijs op
➔ Haussmanniseren = grotere boulevards, rechte lanen, woningen voor de nieuwe burgerij
▪ 19e eeuw =de eeuw van de burgerij
➔ Kapitaal niet geërfd maar zelf gecreëerd
➔ Willen kwaliteitsvolle architectuur
➔ Gentrification = armen worden gedwongen te verhuizen uit het centrum
▪ Parijs: kleine percelen worden omgezet in hoogbouw en een ondergrondse infrastructuur
▪ Zurenborg: middenklasse wil gezien worden -> neostijlen in de façade maar standaardplan
voor woning en achtergevel is veel minder versierd
8
, 3.2 Neostijlen
3.2.1 Nieuwe bouwstijlen typologieën
3.2.1.1 Welke rol speelt architectuur in de evolutie van de gebouwde omgeving?
▪ Gevangenissen: Middeleeuwse Tudorstijl
Er wordt nagedacht over wat straffen en detentie is -> meer aandacht voor
hygiëne en individuele strafcellen (1840)
▪ Nieuwe bouwprogramma’s: zoektocht naar nieuwe modellen en modelgebouwen
➔ Nadenken over nieuwe typologieën / vernieuwen van typologieën om de samenleving
vorm te geven: gevangenissen, kazernes, scholen, volkshuizen, overdekte markten,
stationsgebouwen, winkelgalerijen, theaters, kerken, …
➔ Herdenken van woning, woonarchitectuur afgestemd op diverse woonnoden en financiële
mogelijkheden: burgerwoningen, sociale woningen,…
▪ Scholen: nadenken over de schoolprogramma’s
visie komt vanuit de overheid
pedagogen, architecten en ingenieurs werken samen
kinderen van alle leeftijden zitten samen (nog geen schoolplicht)
schoolplicht -> nood aan organisatie en belang van hygiëne voor arme kinderen
er wordt voor het eerst nagedacht over het verwarmen van grote gebouwen
▪ Markten, beurzen en tentoonstellingshallen: Paviljoenen tonen de veelzijdigheid van
ingenieurs en architecten, tentoonstellingspaviljoenen voor wereldtentoonstellingen worden
staaltjes van architectuur en ingenieurskunde en de economische groei vraagt ook om nieuwe
economische ruimte (markthallen, beurzen,…)
➔ Galérie des Machines: expo
➔ Expositiehal Chicago, Jubelpark Brussel, …
➔ Slachthuizen, handelsbeurs Antwerpen, … -> alles wordt veel grootser
▪ Stationsarchitectuur = ‘kathedralen van de 19e eeuw’
➔ Polemiek rond spoorwegen:
pro: sterk draagvlak voor innovatie (Leopold I sterk gewonnen voor spoorwegen)
versterkt economische expansiemogelijkheden
contra: ontevreden landbouw
protest steenkoolindustrie en tegen het inzetten van publieke middelen
3.2.1.2 Vroege Belgische industrialisering en urbanisering
▪ Drijvende motor = snelle groei van fabrieks- en mijnindustrie
➔ Snelle transformatie naar exportgerichte, industriële economie
➔ Transportmogelijkheden = cruciaal element in stads- en netwerkontwikkeling
▪ Aanleg spoorwegen en kanalen
▪ België: overheid regelt hoofdassen + privéondernemingen = ongestructureerd net
Nederland: grit zorgt voor vaker overstappen
▪ Nieuwe infrastructuur zorgt voor nood aan nieuwe gebouwen
▪ Stations: eerst houten chalets, later ontmoetingsplaats (cafés, eten, ophalen, …)
1860 = verstening (niet enkel ticketverkoop maar ook spoorwegenhal)
9