DUIF
1. Een duivenmelker komt op consultatie met zijn duiven. Hij vertelt dat sommige duiven braken
en diarree vertonen. Wat is de differentiaal diagnose voor dit probleem, hoe zal u het klinisch
onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u nemen voor bijkomend onderzoek (vernoem staal en de
hierop uit te voeren test) dat u tot uw diagnose kan leiden.
Klinisch onderzoek:
- Kop:
o Ogen: droog, conjunctiva (Hardense klier is altijd rood)
o Neus: geen secreet, wit
o Bek: geen beleg
o Trachea: geen hoestreflex
o Krop: swab nemen voor trichomonas
- Borstspier
- Vleugels
- Gewrichten
- Cloaca: proper, meststaal
DDX & diagnose:
- Adenovirus 1: klinisch onderzoek, cytologie, histologie van darm en lever
- Worminfecties (capillaria, ascaris): sedimentatie-flotatie van mest
- Candidiase (Candida): cytologisch onderzoek op krop en cloaca swab, eventueel cultuur
- Hexamita: natief microscopisch onderzoek van verse mest
- Salmonella: mengmest van verschillende dagen (intermitterende uitscheiding)
- Adenovirus 2: klinisch onderzoek, cytologie, histologie van darm en lever
- E.coli: isolatie uit aangetaste organen (niet uit de darm = altijd positief)
2. Er wordt u een dode volwassen duif opgestuurd met de vraag of u een autopsie kan uitvoeren
om de doodsoorzaak vast te stellen. Als bijhorende info staat op het blad geschreven ‘de duif is
acuut gestorven’. Wat is uw differentiaal diagnose, beschrijf hoe u de autopsie zal uitvoeren en
welke stalen u zal nemen voor bijkomen onderzoek (vernoem staal en de hierop uit te voeren test)
dat u tot uw diagnose kan leiden.
Autopsie: Zie aantekeningen
DDX & diagnose:
- Adenovirus 2: klinisch onderzoek, cytologie, histologie van darm en lever
- Intoxicatie: toxicologisch onderzoek van de maaginhoud (meestal snelwerkend toxine en
nog niet alles is geresorbeerd)
- Streptococcose: isolatie uit borst- of hartspier of uit aangetaste organen
- Salmonella: mengmest van verschillende dagen (intermitterende uitscheiding)
- E.coli: isolatie uit aangetaste organen (niet uit de darm = altijd positief)
3. Een duivenmelker belt u op en vertelt dat reeds 30% van de nestjongen gestorven zijn. Wat is
uw differentiaal diagnose? Welke stappen zal u ondernemen om tot een diagnose te komen?
DDX & diagnose:
- Herpesvirus: histologie of cytologie van de lever, PCR, isolatie
- Paramyxovirus (PMV): virusisolatie, HI-test
- Trichomonas: natief microscopisch onderzoek van een kropstaal (komt niet voor in de
mest)
- Hexamita: natief microscopisch onderzoek van verse mest
- Circovirus: cytologie van de Bursa Fabricii (ligging van BF op foto herkennen!)
, - Mijten: 2 kartonnetjes tegen elkaar zetten in de stal (zoals een spleet/kier), volgende dag
gaan kijken en zien of er rode puntjes aanwezig zijn = positief, anemie bij de dieren
4. Er wordt u een duif aangeboden met een geelachtig beleg in de bek. Wat is de differentiaal
diagnose voor dit probleem, hoe zal u het klinisch onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u
nemen voor bijkomend onderzoek (vernoem staal en de hierop uit te voeren test) dat u tot uw
diagnose kan leiden.
DDX & diagnose:
- Herpesvirus: histologie of cytologie van de lever, PCR, isolatie
- Pokken: histologisch onderzoek (inclusies, Bollinger lichaampjes), klinische symptomen,
virologisch onderzoek
- Trichomonas: natief microscopisch onderzoek van een kropstaal (komt niet voor in de
mest)
- Candidiase (Candida): cytologisch onderzoek op krop en cloaca swab, eventueel cultuur
5. Er wordt u een duif aangeboden die mankt. Wat is de differentiaal diagnose voor dit probleem,
hoe zal u het klinisch onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u nemen voor bijkomend
onderzoek (vernoem staal en de hierop uit te voeren test) dat u tot uw diagnose kan leiden.
DDX & diagnose:
- Streptococcose: isolatie uit borst- of hartspier of uit aangetaste organen
- Salmonella: mengmest van verschillende dagen (intermitterende uitscheiding)
- Trauma: palpatie, beeldvorming bv. RX
- Hyopcalcemie: palpatie, RX
6. Een duivenmelker komt op consultatie met een duif. Wanneer u de duif uit de mand haalt valt
het op dat de duif polyurie vertoont. Wat is de differentiaal diagnose voor dit probleem, hoe zal u
het klinisch onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u nemen voor bijkomend onderzoek
(vernoem staal en de hierop uit te voeren test) dat u tot uw diagnose kan leiden.
DDX & diagnose:
- Streptococcose: isolatie uit borst- of hartspier of uit aangetaste organen
- Salmonella: mengmest van verschillende dagen (intermitterende uitscheiding)
- Paramyxovirus (PMV): virusisolatie, HI-test
- Hexamita: natief microscopisch onderzoek van verse mest
- Zenuwachtigheid: komt dit door transport/onderzoek/etc. of zijn ze thuis ook zo?
- Polyurie/polydipsie syndroom, overazen: ook bij vorige nesten?
7. Er wordt u een duif aangeboden met een afhangende vleugel. Wat is de differentiaal diagnose
voor dit probleem, hoe zal u het klinisch onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u nemen voor
bijkomend onderzoek (vernoem staal en de hierop uit te voeren test) dat u tot uw diagnose kan
leiden.
DDX & diagnose:
- Streptococcose: isolatie uit borst- of hartspier of uit aangetaste organen
- Salmonella: mengmest van verschillende dagen (intermitterende uitscheiding)
- Trauma: palpatie, beeldvorming bv. RX
8. Een duivenmelker komt op consultatie met zijn duiven. Hij vertelt dat de duiven last hebben
van natte ogen en reutelende ademhaling. Wat is de differentiaal diagnose voor dit probleem,
hoe zal u het klinisch onderzoek uitvoeren en welke stalen zal u nemen voor bijkomend
onderzoek (vernoem staal en de hierop uit te voeren test dat u tot uw diagnose kan leiden).