Pijn, koorts en ontstekingen:
Pijn: ingedeeld in 2 soorten: nociceptieve pijn en neuropathische pijn
Nociceptieve pijn Neuropathische pijn
- Aanwijsbare fysiologische oorzaak (trauma, - Oorzaak is een neurologisch probleem dat
ontsteking,…) een pijngewaarwording tot gevolg heeft
- Er is schade aan oppervlakkige of dieper (vb. gordeloos, multiple sclerose,
gelegen weefsels diabetische neuropathie)
- Pijn via pijnneuronen en het ruggenmerg - Schade of druk op ZS
overbrengen naar hersenen; in de
hersenen worden die pijnprikkels ook als
pijn ervaren
Pijn: ook indelen in acute en chronische pijn
Acute pijn Chronische pijn
- Duurt kort en verdwijnt na bepaalde tijd - Duurt lang (vaak meer dan 3 maanden)
(vb. trauma) - Kan zowel nociceptieve pijn of
neuropathische pijn
De anatomie/fysiologie van de pijn:
Pijn start met pijnprikkel (bv. in vinger snijden):
➔nocireceptor wordt geprikkeld en zenuwimpuls
ontstaat
➔zenuwimpuls langs afferente nociceptieve neuronen (door de arm) naar ruggenmerg
➔het nociceptieve neuron loopt via de dorsale wortel het ruggenmerg in
➔dan worden er signalen over een synaps doorgestuurd naar een neuron dat omhoogloopt naar de thalamus
in de hersenen (signaal steekt de synaps over dmv chemische boodschappers of neurotransmitters)
➔daar passeert het signaal een andere synaps en bereikt via een thalamocorticaal neuron de hersenschors
➔thv de hersenschors wordt informatie verwerkt en geïnterpreteerd als pijn
Doffe pijn loopt via iets andere weg omhoog maar eindigt ook in hersenschors
Ingebouwde pijnstilling in het lichaam
, Nadat pijn is ontstaan, zullen afdalende
neuronen opioïd-peptiden afgeven die
de overdracht tussen de afferente
nociceptieve neuronen blokkeert:
Opioïde GM zullen van dit
principe gebruik maken
Medicamenteuze koorts-en pijnbestrijding:
KOORTS:
- Eerst de oorzaak proberen achterhalen en behandelen
- Bij kinderen hoeft koorts niet noodzakelijk te worden behandeld
- Paracetamol is de eerste keuze, ibuprofen (Nurofen R) is even doeltreffend, maar het risico op
ongewenste effecten is groter: vooral bij kinderen dehydratatie (dus niet bij geven bij diarree),
ernstige nierproblemen
- Acetylsalicylzuur geen 1e keuze omwille van bijwerkingen en verhoogd risico op het (zeer zeldzame)
syndroom van Reye (zeldzame aandoening met onder andere acute encephalopathie) bij met virale
infecties. Daarom afraden onder de 12 jaar.
ACUTE PIJN:
- Eerst de oorzaak proberen achterhalen en behandelen
- Paracetamol en (steeds minder) acetylsalicylzuur zijn de eerste stap
- Jicht, migraine,…
CHRONISCHE PIJN:
- Gebruik van pijnstillers volgens een vast schema is te verkiezen.
- Paracetamol (tot 4x1 gram per dag) is de eerste keuze
- Toevoegen van codeïne aan paracetamol (of acetylsalicylzuur) kan nuttig zijn voor bepaalde P
- Gebruik van krachtige narcotische analgetica bij niet-oncologische P is controversieel
PIJNBESTRIJDING (BIJ PALLIATIEVE ZORG):
De Wereldgezondheidsorganisatie voorziet in 3 (+1) stappen voor de pijnbestrijding:
1. Een mineure pijnstiller zoals paracetamol, NSAID en (steeds minder) acetylsalicylzuur
2. Toevoegen aan of overschakelen op een weinig krachtig narcotisch analgeticum, zoals codeïne of
tramadol
3. Toevoegen of overschakelen op een krachtig narcotisch analgeticum, zoals morfine
, 4. (indien orale toediening niet (meer) mogelijk is, kan het parenteraal worden toegediend, vb. subcutane
pijnpomp)
Niet- opioïde analgetica-antipyretica:
SOORTEN:
- Paracetamol
- Acetylsalicylzuur
- Combinatiepreparaten
Paracetamol -> enkel analgetisch, antipyretisch maar niet anti-inflammatoir
WERKING (exacte mechanisme nog niet gekend, heel waarschijnlijk combinatie van verschillende
mechanismen)
- Paracetamol metaboliseert tot NAPQI (N-acetyl-p-benzoquinone imine)
- NAPQI activeert een eiwit op het oppervlakte van zenuwcellen, het TRPA1, en dempt zo pijnprikkels
- NAPQI is eveneens verantwoordelijk voor ongewenste effecten
PLAATSBEPALING:
- Paracetamol heeft analgetische en antipyretische eigenschappen, maar GEEN anti-inflammatoir effect
- Eerste keuze bij de symptomatische aanpak van pijn en koorts, zeker bij kinderen, zwangere en
ouderen omwille van weinig bijwerkingen.
ONGEWENSTE EFFECTEN:
- Weinig of geen irritatie van de gastro-intestinale tractus
- Overdosering (10g volwassene of 150 mg/kg bij kinderen – eenmalige toediening kan als schade
geven): hepatotoxiciteit met icterus en soms fatale necrose -> antidoot IV acetylcysteïne
Hoe een overdosering met paracetamol herkennen als VPK?