Medische Kennis Kindergeneeskunde, Psychopathologie en Ontwikkelingspsychologie (2500MK3E22)
Établissement
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Samenvatting medische kennis kindergeneeskunde 2.3. Deze samenvatting is gemaakt in 2024, door een jaar 2-leerling van hva, hbo verpleegkunde. In de samenvatting is de powerpoint, de hoorcollege (wat de docent heeft benoemd) en het boek meegenomen.
Medische Kennis Kindergeneeskunde, Psychopathologie en Ontwikkelingspsychologie (2500MK3E22)
Tous les documents sur ce sujet (26)
Vendeur
S'abonner
chantalderuiter
Aperçu du contenu
HC 1: Pasgeborene & zuigeling
Prematuur = geboren voor 37 weken. Oorzaak is vaak een infectie.
Aterne baby = op tijd geboren, dus tussen 37-42 weken.
Overgang naar neonaat (baby’s tot een maand)
• Ze zijn klein en nat, daardoor koelen ze heel snel af
o Warmtemanagement is dus van cruciaal belang! → afdrogen, muts op en droge
warme doeken.
▪ Ze hoeven niet gewassen te worden, vernix caseosa zit om de baby’s
huid dit is een beschermlaagje.
• Wanneer opvang nodig is verloopt het volgens de regels ban het ABC hieronder:
• Respiratoir
o Longen zijn gevuld met vocht → moet plaatsmaken voor lucht
o Eerste ademteugen
▪ In de buik ademt een baby vruchtwater in, hierdoor zetten de longen uit.
Sommige baby’s plassen niet → daardoor weinig vruchtwater en hierdoor
zijn er minder ontwikkelde longen, want de baby heeft geen vruchtwater
ingeademd. Bij de geboorte moet het vocht eruit, het kan geholpen
worden door het uitzuigen ervan.
• Circulair
o De placenta zorgt voor zuurstofrijk bloed in de uterus (baarmoeder), maar na de
geboorte moet de baby dit zelf circuleren.
o De bloedomloop voor de geboorte (linker plaatje): de bloedsomloop voor de
longen is minst belangrijk, daarom is de ductus ateriosis (dit is een extra buisje),
deze gaat dicht na de eerste week na de geboorte. Ook de open foramen ovale
(verbinding tussen de atria) voorkomt teveel bloed naar de longen! Dit is een
gaatje dat na de eerste ademtuig dicht
gaat, saturatie veranderd,
zuurstofrijkbloed neemt een andere
route en hier begint het hart op de
“volwassene” te lijken (rechter plaatje).
▪ Bij een baby met een
hartafwijking worden opgenomen
en worden er medicijnen gegeven
om het buisje open te laten, de
aorta is dan dus versmalt,
daarom wordt het buisje open
gelaat om toch bloed te
circuleren.
Baby’s huilen ook door pijn, ze hebben een vrij grote schedel voor het bekken waar ze doorheen
moeten bij de geboorte. Door het over elkaar heen schuiven van de schedelnaden, ontstaat er
pijn en daardoor gaan ze huilen
,Bij de geboorte wordt de neonatale beoordeling postpartum beoordeeld met de APGAR-score
(AS). Maximale AS is 10 punten. Samen met de waarde van de navelstreng-pH geeft de AS een
indicatie van de enst van problemen van de baby. Kort na geboorte vindt ook een uitgebreidt
lichamelijk onderzoek plaats hierbij wordt gelet op: huid en voedingstoestand, eventueel
geboortetrauma en congenitale aandoening.
Asfyxie (perinatale)= tijdelijk zuurstoftekort, waardoor verschillende organen schade kunnen
oplopen. Er is dan zuurstoftekort met verzuring en hoge CO2-waarden.
Je kan ernstige asfyxie voorkomen door bevallen waarbij hulp aanwezig is (arts, verpleegkundige,
verloskundige bijv.), gezondheid moeder en het monitoren van de baby (je kan hierop
anticiperen).
De neonatale screening bestaat uit de hielprik en gehoorscreening (4-12 dagen na geboorte/48-
72 uur):
• Hielprik (afname paar druppels capillair bloed vanuit de hiel)
o Opsporing aantal ernstige aandoeningen (deze zijn uiterst zeldzaam, om ernstige
gevolgen te voorkomen). Andere aandoening zoals congenitale hypothyreoïdie,
cystische fibrose en sikkelcelziekte komen vaker voor. Ook wordt er gescreend
op severe combined immunodeficiency (SCID).
• Gehoorscreening
o Opsporing gehoorstoornissen
De ontwikkeling en groei van pasgeborene en zuigeling
• Pasgeborene → zuigeling → kind → puber
• Tijdens de geboorte veranderd er veel
o De groei in het 1e jaar gaat het snelst (3,5 → 10 KG)
o Het hoofd is in verhouding groot, bijna al een volwassen hoofd
o Grove motoriek (armen en benen) en daarna de fijne motoriek (vingers)
o Reflexen zorgen voor overleving:
, ▪ Zuigreflex (automatisch zuigen op iets wat in de mond gaat), verdwijnt na
6-8 maanden.
▪ Zoekreflex (automatisch zoeken naar een fles of tepel bijv.), verdwijnt na
ongeveer 6 maanden
▪ Mororeflex (schrikreflex) zijn vanaf de geboorte aanwezig en verdwwijnen
deels, verdwijnt na ongeveer 3 maanden
- Loopreflex (optillen onder oksel, baby maakt loopbewegingen)
- Valreflex (je houdt de baby vast en maakt een onverwachtste
bewegingen en hierdoor schrikt de baby en strekt het zijn armen)
Na de geboorte onderzoeken we ook of de mond doorgankelijk is (we zoeken een hazenlip, zowel
buiten als binnenkant), of er een anus aanwezig is (anders kan er een ileus ontstaan en daardoor
overlijden), of de testikels zijn ingedaald (bij jongens, die gaan later namelijk optrekken en als dit
dus niet is gecheckt bij de geboorte en het is niet ingedaald kan de jongen onvruchtbaar
worden), ook de tenen, vingers, lengte gewicht etc.
AD 39+5 houdt in geboorte bij 39 weken en 5 dagen.
VE = vacuümextractie, vacuümpomp op het hoofd.
Bij een plexus brachialisleasie is een beschadiging van een zenuwknooppunt, vaak door
traumatische bevalling waarbij hard aan het kind is getrokken (vacuümpomp). Dit knooppunt
bevat zenuwen die de schouder, nek, boven- en onderarm innerveren. Symptomen zijn:
gevoelloosheid, zwakte en verlies van beweging in de arm en hand. Aanvullend onderzoek
omvat röntgenfoto om fracturen uit te sluiten. Meestal herstelt de zenuw vanzelf, maar als dat
niet het geval is moet tijdig (tussen 3 en 6 maanden) neurochirurgische reconstructie
plaatsvinden. Bijkomend letsel zoals claviculafractuur of humerusfractuur mag niet gemist
worden.
Schouderdystocie = een wanverhouding tussen het kind en het geboortekanaal gedurende een
vaginale bevalling, schouders raken ingeklemd.
• Je kan je sleutelbeen (clavicula) breken, het heelt vanzelf, wel goed opletten bij bewegen
en aankleden van het kind.
• Erbse parese (zenuwen van de arm hebben teveel gerekt of is uitgescheurd), dit is een
verlamming van de arm (gedeeltelijk of geheel)
Geboortetrauma: extracraniële bloedingen. Vaak als gevolg van vacuümpomp.
1. Caput succedaneum: een vochtophoping in de subcutane weefsels van de schedel die
is ontstaan door de drukverhoudingen in het baringskanaal. De zwelling is niet gebonden
aan schedelnaden. Er is spontaan
herstel zonder restverschijnselen.
2. Cefaal hematoom: een bloeding van
vaak het pariëtale bot, vooral na
kunstverlossingen. Tussen schedel en
de huid. De bloeding is begrensd door
, schedelnaden omdat de lokalisatie van de bloeding (tus-
sen bot en periost) geen uitbreiding toestaat. De bloeding herstelt in de loop van weken.
Soms is een verkalking voelbaar als restant. Er moet bij een cefaal hematoom rekening
gehouden worden met verhoogde bilirubinewaarden door de afbraak van het bloed in het
hematoom. Ook kan er een infectie of bloedarmoede ontstaan.
3. Subgaleale bloeding: een bloeding tussen periost en aponeurosis. Onder hoofdhuid
van baby. Deze bloeding komt ook vaker voor na kunstverlossingen en is geassocieerd
met bijkomende schade als schedelfractuur of intracraniële bloeding. De zwelling kan
zich in de loop van uren tot dagen uitbreiden over de hele schedel. Er kan veel bloed in
terechtkomen, waardoor er shock kan ontstaan. Bij ernstige bloedingen moet rekening
gehouden worden met het ontstaan van stollingsstoornissen. Deze bloeding wordt
behandelt met obsevatie en monitoring ervan, ook kan er (ernstig) een bloedtransfusie
nodig zijn.
Geboortetrauma: extracraniële bloedingen. Vaak als gevolg van vacuümpomp.
1. Caput succedaneum (vaak)
a. Zwelling dat bestaat uit de ophoping van wondvocht, tussen de huid. Extra
symptomen: blauwe of rode plekjes, ander vorm hoofd, geen klachten, pijn en
tijdelijk haarverlies.
b. Is direct na de geboorte aanwezig (door druk, langdurig persen, vacuümbevalling,
achterhoofd als eerst in geboortekanaal) en neemt niet meer toe
c. Gaat voorbij de schedelnaad (opening tussen botten van de schedel)
2. Cefaal hematoom (1 op 300)
a. Zwelling dat gevuld is met bloed, onder botvlies. Extra symptomen: pijn, gele
verkleuring huid.
b. Ontstaat na de eerste uren na de geboorte (door druk, langdurig persen,
afwijkende ligging, hulpmiddelen gebruik, scheuren kleine bloedvaten,
problemen met bledstolling)
c. Blijft binnen de schedelnaden (opening tussen botten van de schedel)
i. Veel pijn, daardoor veel rust nodig.
ii. Anemie is een gevaar! Kan ook in shock raken hierdoor! Dit komt doordat
er een bloeding is.
3. Subgaleaal hematoom (zelden)
a. Zwelling gevuld met bloed tussen de peesplaat van de voorhoofdspieren en het
botvlies in. Extra symptomen zijn: verkleuring huid, bleek, stijging hartslaf, snelle
ademhaling, epilepsie, pijn, gele kleur)
b. Ontstaat vaak in de eerste uren na bevalling, bij gebruik van vacuümpomp. Ook
kan het door ongeval op oudere leeftijd ontstaan. (ontstaat door scheur in
bloedvat, moeizame vacuümextractie, grote bloeding, bloeding hersenen)
c. Gaat over de schedelnaden heen
Na de geboorte moet je HEEL voorzichtig doen met het hoofdje van de baby. Er mogen namelijk
geen beschadigingen ontstaan op het fontanel (dunne vlies tussen buitenkant en hersenvliezen)
van de schedel van de baby, dit kan heel gevaarlijk zijn.
De fontanellen groeien dicht!
De fontanellen hebben de functies:
• Schedel kan aanpassen aan de vorm van het
geboortekanaal
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chantalderuiter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.