Verdieping ethiek
4.1 & 4.2 LEVENBESCHOUWELIJKE DIVERSITEIT
1. Is iedereen gelovig?
Ja en neen. Niet iedereen is religieus of “god-gelovig”, maar iedereen heeft een
bepaalde overtuiging of “geloof”, al dan niet in de vorm van een spirituele dimensie.
2. Zijn alle geloofsovertuigingen gelijkwaardig?
Onverschilligheid/relativisme: het maakt mij niet uit wat je gelooft of niet
Fundamentalisme: mijn overtuiging is voor mij de beste en enige juist, maar ik
aanvaard dat er mensen zijn die een ander geloof hebben
Exclusivisme: alleen mijn overtuiging is de enige ware
Dialoog van het verschil: grondhouding waarbij men communiceert vanuit de
eigen traditie met respect voor de ander
3. Komen alle religies/levensbeschouwingen uiteindelijk
op hetzelfde neer?
Niet religieuze levensbeschouwingen: deze mensen geloven niet in iets
bovennatuurlijk
Bijvoorbeeld: atheïsme, humanisme, vrijzinnigheid, boeddhisme, …
Polytheïstische religiositeit: deze personen zeggen dat er meerdere
bovennatuurlijke zaken zijn
Bijvoorbeeld: hindoeïsme, natuurreligies, animisme, …
Monotheïstische godsdiensten: deze personen geloven in 1 overstijgend wezen
Bijvoorbeeld: jodendom, christendom, islam, katholieken, protestantisme, …
1
, 4.3 ZINGEVING IN DE 21STE EEUW
1. Flexibel geloven
Flexibel geloven/zinzoekers/spirituelen/levensbeschouwelijke
identiteiten/relishoppen: zoektocht naar zingeving
Kenmerken van het flexibel geloven:
goddelijke wordt niet als persoon ervaren
zelfbewustzijn staat centraal
geloven is een eigen keuze
biografie speelt een belangrijke rol
openheid
zoektocht
2. Intern pluralisme
Intern pluralisme: diversiteit onder de gelovigen
Bij het intern pluralisme gaat het niet alleen om de diversiteit tussen het Christendom,
Islam, Jodendom, enzovoort, maar ook om de diversiteit binnen het Christendom,
Islam, Jodendom, enzovoort.
3. Ietsisme
Ietsisme: geloven dat er iets is, maar niet precies weten wat (persoon, voorwerp,
gedachte, …)
4. Pelgrimstochten
Pelgrimtochten: op weg gaan via wegen met meestal een religieus doeleinde,
maar het gaat niet om het vinden van een religie, maar om het onderweg zijn in de
natuur, elkaar ontmoeten, enzovoort
5.Mindfullness
Het doel van mindfulness is aandacht krijgen voor het hier en nu. Zo leert men
genieten en niet af te dwalen naar andere momenten, gevoelens, enzovoort. Het zorgt
ervoor dat je milder en met meer aandacht naar de situatie kijkt en dat je anders in
het leven staat waardoor de meer bestand wordt tegen stress, depressie en burn-out.
6. Meditatie, onthaasten
Het doel van mediteren of onthaasten is terugkeren naar de essentie.
7. Aantrekkingskracht van het Boeddhisme voor
westerlingen
Wat maakt het Boeddhisme zo aantrekkelijk?
psychologische benadering
In een samenleving waarin veel mensen ten onder gaan aan druk en stress,
biedt het Boeddhisme meditatie aan om om te gaan met stress.
positief mensbeeld
Bij het Boeddhisme mag je zijn wie je bent.
nooit concurrerend
Het Boeddhisme stelt zich nooit concurrerend op tegen andere godsdiensten en
is daarom ook goed te combineren met de eigen oorspronkelijke godsdienst.
weinig regels, geen instituut en geen hiërarchie
2