Zwangerschap 1
Leerdoelen zwangerschap 1:
Fysiologie, zorg en begeleiding
De student benoemt de verloskundige parameters tijdens het prenataal
onderzoek in het 2de trimester van de zwangerschap
Hartslag: volwassene 60-90 slagen/min. Baby 110-150
Bloeddruk: de diastolische druk daalt vaak met 10-15 mmHg. En in het 3 de trimester
stijgt die weer tot een waarde van vóór de zwangerschap. Ook grote veranderingen
tussen 2 controles zijn van belang.
Ademhaling: Normaalwaarde: 12-18 keer/min
Lichaamstemperatuur: Normaalwaarde: 36-38 °C
Bewustzijn: Paramater over functioneren hersenen
Pijn
Urine: Bij iedere controle wordt ochtendurine gecontroleerd op de aanwezigheid van
glucose en albumen (eiwit). Bij het vinden van eiwit wordt verder gedifferentieerd:
o Contaminatie met fluor genitalis (vaginale afscheiding)
o Infectie van de urinewegen
o Zwangerschapshypertensie (vergiftiging)
o Nierafwijkingen
Indien in de urine glucose worst gevonden:
o De vrouw was niet nuchter en de glucose kan uit het ontbijt komen.
o Gestoorde koolhydraatstofwisseling, zwangerschapsdiabetes kan vermoedt
worden.
Stoelgang:
Bloedonderzoek: Door hemodilutie (bloedverdunning) zal de
hemoglobineconcentratie in het bloed meestal een beetje dalen. Een stijging van de
hemoglobineconcentratie en de hematocriet kan worden veroorzaakt door
zwangerschapshypertensie.
Inwendig bekkenonderzoek:
Gewichtsbepaling: Tijdens de zwangerschap neemt deze gemiddeld 10 tot 12 kg toe.
Het 2de trimester kent de grootste gewichtstoename.
Uitwendig obstetrisch onderzoek: Let op striae, oedeem, vorm en welving van de
buik.
Palpatie: Met beide handen de omtrek van de
uterus en de spanning van de uteruswand. Let op
onregelmatigheden in het uterusoppervlak of
zwellingen naast de uterus.
Braxton Hicks: onpijnlijke contracties geven een
verhoging van de tonus.
Bepaling Fundushoogte(vanaf 24 weken): wordt
bepaald aan de hand van de referentiepunten:
o S= symfyse
o N=navel
o X= processus xiphoideuss
Onder de navel is de fundusmeting
onbetrouwbaar.
Yasmila Mekki
,Zwangerschap 1
Het aantal cm +4 is het aantal weken zwanger ongeveer. Het aantal cm wordt
gemeten vanaf de symfyse.
Positieve discongruentie: Fundus staat hoger dan op grond van de amenorrhoeaduur
verwacht werd. Vaak door meerlingzwangerschap, groot kind, veel vruchtwater,
grote placenta of rekenfout bij bepalen zwangerschapsduur.
Handgrepen van Leopold vanaf 36 weken.
Indaling beschrijven:
Caput b.b.b.i.= hoofd beweeglijk boven bekkeningang
Caput b.i.b.i.= hoofd beweeglijk in bekkeningang
Caput v.i.b.i.= hoofd vast in bekkengang
Auscultatie van de foetale harttonen: Vanaf ongeveer 12 weken is dit ongeveer te
horen. In het 3de trimester worden de harttonen beter hoorbaar doordat de
hoeveelheid vruchtwater relatief afneemt ten opzichte van het volume van de foetus.
Normale waarden hartslag baby zijn tussen de 110 en 150 hartslagen per minuut.
De vitale functies bewaken we via de vitale parameters door te:
Observeren: globaal beeld krijgen m.b.v. zintuigen
Meten: exacte waarden beïnvloedt door gemoedstoestand
Vergelijken: Verbeteringen? Verslechteringen? Opnamen?
Fysische parameters: Geven aan hoe het met het lichaam gesteld is.
Er zijn 3 fysische parameters:
1. Pijn:
Meetinstrumenten:
Volwassenen:
VAS= visual analoge scale
Visuele zelfrapportageschaal
Liniaal met 10 cm lange lijn. 0=geen pijn, 10= pijn
NRS= numeric rating scale
Numerieke zelfrapportageschaal
Van 0 tot 10:
0-2 geen pijn
2-4 lichte pijn
4-6 hinderlijke pijn
6-8 uitgesproken pijn
8-10 ondraaglijke pijn
Kinderen:
POKIS
2. Urine:
Observatie
normale
urine:
Manier van urineren: pijnloos, gelijkmatige straal
Frequentie: ongeveer 5 keer per dag, individuele verschillen
Hoeveelheid: ongeveer 1500 ml per dag, individuele verschillen
Yasmila Mekki
,Zwangerschap 1
Kleur: lichtgeel tot geel
Geur: geen sterke of onaangename geur
Observatie afwijkende urine:
Manier van urineren: pijnlijk na partus, pijnlijk bij blaasinfectie(cystitis).
Frequentie: Pollakisurie: Vaker gaan plassen waarbij hoeveelheid urine gelijk
blijft. Minder vaak plassen bij braken, diarree en transpiratie, minder
vochtopname, onvoldoende hartwerking en nierfunctiestoornissen.
Hoeveelheid:
Polyurie: Verhoogde urineproductie, bij te hoog suiker
Oligurie: Verminderde urineproductie, bij nieraandoeningen en hart- en
vaatziekten, braken en diarree.
Kleur:
o Donker geel (geconcentreerd): weinig vochtopname, braken,
overvloedig transpireren.
o Roze-rood-roodbruin(bloed in urine): cystitis, aandoening van nieren,
menstruatie
o Donkerbruin en schuimend: leveraandoening
Helderheid:
Troebel als lang bewaard is en bij cystitis door bloed, bacteriën en pus
Geur: Onaangename geur bij cystitis, zoete weeïge geur bij diabetes en
onaangename geur bij medicatie en bepaald eten.
Urine-incontinentie: Ongewild urineverlies
o Totale incontinentie: continue en onvoorspelbaar urineverlies (dwarslaesie)
o Functionele incontinentie: volle blaassignaal wel aanwezig, niet op tijd bij
toilet geraken
o Stressincontinentie of inspanningsincontinentie: urineverlies bij hoge druk op
blaas, zoals lachen of springen. Bij verslapte bekkenbodemspieren
o Urge-incontinentie of aandrangincontinentie: plots samentrekken van spieren
blaaswand bij blaasontsteking, ziekte van Parkinson.
o Druppelincontinentie of overloopblaas of urineretentie: Volle blaas kan zich
niet normaal legen en urine loopt druppelsgewijs af.
Globus: Een gevulde urineblaas die voelbaar is wanneer men op de buik drukt.
Zwangere vrouw regelmatig laten plassen bij onderzoeken of tijdens arbeid.
3. Stoelgang:
Observatie normale stoelgang:
Manier van defeceren: pijnloos
Frequentie: 1 keer per dag tot 4 keer per week, individuele verschillen
Hoeveelheid: ongeveer 150 gram per keer, individuele verschillen
Kleur:
o Donkerbruin: galkleurstoffen
o Zwart: Gebruik ijzerpreparaten
o Rood: eten rode bieten
o Groen: eten groene groenten
Consistentie: half-vast, worstvormig
Geur: ‘’eigen’’ geur, beïnvloedt door voeding en medicatie
Samenstelling: verteerde voedselresten, onverteerde voedselresten.
Observatie afwijkende stoelgang:
Yasmila Mekki
, Zwangerschap 1
Manier van defeceren: pijnlijk bij obstipatie en aambeien
Frequentie: Hogere frequentie door laxerende voeding,
stress. Lagere frequentie door te weinig drinken of bewegen
of cellulose arme voeding
Hoeveelheid: Diarree meer dan gemiddeld. Obstipatie
minder dan gemiddeld
Kleur:
o Groen: bij ontsteking in het maagdarmkanaal
o Zwart=melena: bij hoge bloeding in het
maagdarmkanaal
o Helderrood: bij lage bloeding in het maagdarmkanaal
o Stopverfkleur: bij afsluiting galwegen.
Consistentie:
Dun--> hogere frequentie
Hard--> lagere frequentie
Obstipatie--> hard, droog en knobbelig
Geur: karakteristieke geur verandert bij darmontsteking en bloed.
Samenstelling: Bloed, slijm, vreemde voorwerpen of wormen
Stoelgangs-incontinentie: Ongewild verlies van stoelgang
o Bij chronische diarree: verlies grote hoeveelheden dunne uitwerpselen, na
maaltijd of bij verhoogde druk in buikholte, bij darminfecties.
o Verlies van anaal vocht of kleine hoeveelheden: soms heel de dag door, bij
aambeien of uitzakken wand rectum.
o Overloopincontinentie: Vloeibare stoelgang passeert langs harde prop.
o Ideopatische fecesincontinentie: zonder aanwijsbare oorzaak door slappe
bekkenbodem door langdurig fout persen.
De student benoemt de verschillende fasen in de ontwikkeling van het
ongeboren kind per specifiek lichamelijk stelsel
Ontwikkeling van de organen van het embryo in de eerste maand van de zwangerschap
In de eerste maand van de zwangerschap is het embryo ongeveer een halve centimeter
groot en weegt niet eens een halve gram. In de eerste maand van de zwangerschap vormt
het embryo, dan nog zygote genoemd, drie kiemlagen. Vanuit deze drie kiemlagen worden
later alle organen gevormd. De drie kiemlagen van de zygote zijn:
Ectoderm: Vanuit het ectoderm wordt de neurale buis gevormd. De neurale buis
vormt de basis voor het latere zenuwstelsel. Ook wordt vanuit het ectoderm de basis
gelegd voor de vorming van de huid, bindweefsels, ogen en oren.
Mesoderm: Vanuit het mesoderm worden de somieten (oersegmenten genoemd)
gevormd. Vanuit de somieten worden later de spieren, gewrichten, nieren,
beenderen en circulatiestelsel gevormd.
Endoderm: Vanuit de endoderm worden later de longen, blaas en
spijsverteringsstelsel gevormd.
Ontwikkeling van de organen van de foetus in de tweede maand van de zwangerschap
Op het einde van de tweede maand van de zwangerschap wordt het embryo foetus
genoemd en is bijna 3 centimeter en weegt bijna 3 gram. Hieronder wordt per orgaan
aangegeven in hoeverre het desbetreffende orgaan is aangelegd:
Yasmila Mekki