Diversiteitswerkplaats
HC 1: migratie en diversiteit
MIGRATIE
Waarom migreren mensen?
Pushfactoren = redenen waarom mensen een land verlaten
Pullfactoren = redenen waarom ze naar een bepaald land verhuizen
1. Socio-politieke factoren
Etnische, religieuze, gender, raciale en culturele vervolging kunnen
mensen dwingen om een land te verlaten
Belangrijke factor: oorlog, conflict en vervolging door de regering
In november 2023 ontvingen de EU+ landen bijna 118.000
asielaanvragen. Onder deze aanvragen waren Syriërs de grootste
groep gevolgd door Turken en Afghanen.
Palestijnen dienden ook een recordaantal van 1.700 aanvragen in,
bijna het dubbele van het aantal in 2022. Deze cijfers tonen aan dat
een significant deel van de asielzoekers in Europa uit
conflictgebieden komt.
Soorten conflicten:
o Politieke onderdrukking en gebrek aan politieke vrijheden
o Sociale ongelijkheid en discriminatie
o Corruptie en gebrek aan rechtszekerheid
o Interne conflicten en geweld (bv. Burgeroorlogen, etnische
conflicten, politiek geweld)
2. Demografische en economische factoren
Demografische: bevolkingsgroei, vergrijzing of jeugdigheid
Economische: werkgelegenheid, lonen en levensstandaard = pull
factoren
169 miljoen internationale arbeidsmigranten (cijfers voor 2019)
70% migreert naar landen met hoog inkomen; kleinere percentages
naar lagere inkomenslanden.
3. Milieufactoren
“milieumigranten mensen die door plotse of geleidelijke
veranderingen in hun omgeving, die hun leven of
leefomstandigheden beïnvloeden, verplicht zijn om tijdelijk of
permanent hun thuis te verlaten, en die ofwel binnen hun eigen land
verhuizen of naar het buitenland gaan.”
Het is moeilijk om in te schatten. De schattingen variëren van 25
miljoen tot 1 miljard tegen 2050.
‘Klimaatvluchtelingen’ is (nog) geen erkend statuut.
o Wanneer is iemand een klimaatvluchteling? ‘die in zijn
thuisland gegronde vrees heeft voor vervolging op grond van
ras, religie, nationaliteit, het behoren tot een etnische of
sociale groep of het hebben van een bepaalde politieke
mening
1
,Waarom blijft migratie duren?
Combinatie van factoren (bv. economische ongelijkheid, arbeidsmarktkansen in
gastlanden, politieke instabiliteit, conflicten, en milieudegradatie in thuislanden)
Neokolonialisme = invloed van koloniale machten op voormalige koloniën
na onafhankelijkheid, vaak via economische middelen, draagt bij aan de
push-factiren van migratie
Vb: Congo en kobalmijnen: Congo heeft de zevende grootste reserves aan
koper en is de derde grootste producent. Het land heeft ook de helft van
de wereldwijde kobaltvoorraden en is goed voor meer dan 70% van de
wereldproductie.
Sociale netwerk: door al bestand netwerk daalt kosten en risico’s van
migratie en stijgt verwachte opbrengsten
Migratie verandert sociale structuur in thuisland
o Cummulatie causatie = is een concept dat beschrijft hoe
economische en sociale processen zichzelf kunnen versterken en
verdiepen over tijd. In de context van migratie betekent dit dat het
initiële migratieproces verdere migratie kan aanmoedigen en
faciliteren door het creëren van netwerken, het vergroten van
culturele acceptatie, en het verbeteren van de economische kansen
in zowel het herkomst- als het bestemmingsland. Dit leidt tot een
zelfversterkend effect waarbij elke migratiegolf de volgende kan
vergemakkelijken en vergroten.
Sociale netwerk met immigratieland
Cultuur van migratie ontstaat
Inkomensongelijkheid in thuisland stijgt (immigranten sturen
geld terug)
Migratiegeschiedenis van BE
Zuid-Europese migratie in de vroege tot midden 20e eeuw werd grotendeels
gedreven door economische factoren, waarbij inwoners van landen zoals Italië,
Griekenland en Spanje naar noordelijker en westelijker gelegen Europese landen
trokken, op zoek naar betere arbeidskansen.
Turkse en Marokkaanse migratie naar West-Europa, voornamelijk vanaf de
jaren '60, werd gestimuleerd door wervingsakkoorden tussen Europese landen en
deze landen, om te voldoen aan de vraag naar arbeidskrachten in het naoorlogse
wederopbouwproces. Dit heeft geleid tot significante Turkse en Marokkaanse
gemeenschappen, vooral in Duitsland, Nederland, België en Frankrijk.
Congolese (post-koloniale) migratie weerspiegelt de gevolgen van het
koloniale verleden en de daaropvolgende onafhankelijkheidsstrijd, waarbij
migratiestromen vanuit de Democratische Republiek Congo naar voormalige
koloniale machten zoals België plaatsvonden. Deze migratie is diep verweven
met de historische en politieke relaties tussen de landen.
2
, Oost- en Centraal-Europese migratie zag een significante toename na de val
van het IJzeren Gordijn en de uitbreiding van de Europese Unie, waardoor burgers
van deze regio's kansen zochten in West-Europese landen. Deze beweging is
zowel economisch als politiek gemotiveerd.
Asielmigratie, die individuen en gezinnen uit conflictgebieden en landen met
ernstige mensenrechtenschendingen omvat, is door de jaren heen een constante
factor gebleven. De afgelopen decennia hebben conflicten in het Midden-Oosten,
Afrika en elders geleid tot een toename van asielzoekers die bescherming zoeken
in Europa.
DIVERSITEIT
= mix van verschillen : zichtbare en onzichtbare verschillen
In de praktijk
Diversiteit = verscheidenheid. Het besef dat elk individu uniek is en dat er
verschillen zijn tussen bepaalde groepen mensen. Deze verschillen kunnen liggen
op het gebied van sekse, leeftijd, etnische afkomst, seksuele geaardheid, het
hebben van een handicap, sociaaleconomische achtergrond, relgie, politieke
overtuiging
Diversiteit neemt toe
Diversiteit wordt diverser
superdiversiteit
De kunst van MW is het kunnen loslaten van het eigen referentiekader
Superdiversiteit
1. Demografische diversiteit
Een eerste manier om naar superdiversiteit te kijken is op vlak van demografie.
West-Europese landen hebben in de laatste twee decennia een sterke toename
gekend van etnisch-culturele diversiteit. Ze zijn immigratie-samenlevingen
geworden. Immigratie is doorgaans eerst voelbaar in de steden.
Door de groeiende etnische diversiteit worden grote steden in Europa majority-
minority cities, waar de meerderheid van de stadsbewoners een migratie-
achtergrond heeft. Een stad bestaat dan niet meer uit één meerderheidsgroep
met daarnaast een aantal minderheidsgroepen. De meerderheid zal juist bestaan
uit een veelheid aan minderheidsgroepen. Dat is vandaag al zo in Brussel,
Antwerpen, Amsterdam, Rotterdam of Genk. Geleidelijk zal dit proces zich ook
doorzetten in Gent en in 2040 zal dat een feit zijn.
2. Diverse diversiteit
Superdiversiteit ontstaat juist door toenemende etnische diversiteit en de
interactie tussen die verschillende groepen en individuen met elk hun eigen
achtergrond.
3