Beroepsrollen in het Sociaal Werk
Fundamenten van het sociaal werk
DE GLOBALE DEFINITIE
“Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering en ontwikkeling, sociale
cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert.
Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan
centraal in sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en
lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en
welzijn te bevorderen.” (IFSW, 2018)
SW is tegelijk een praktijkgericht beroep en een academische discipline;
algemene doelen worden nagestreefd: sociale verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en
bevrijding van mensen;
vanuit centrale waarden: sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor
diversiteiten;
gebruik makend van bepaalde kennis: theorieën uit sociaal werk, sociale wetenschappen, menswetenschappen en
(culturele) antropologie
einddoel van SW: faciliteren en aanspreken/betrekken van mensen en structuren om levensuitdagingen op de
(politieke en maatschappelijke) agenda te plaatsen en welzijn te verhogen
SOCIAAL - AGOGISCH HANDELEN
Sociaal werk als sociaal beroep = professionele activiteit die tussenkomst in de wijze waarop sociale problemen in de
samenleving gedefinieerd worden. De sociaal werker als brug tussen individu en samenleving.
Sociaal-agogisch handelen: 2 doelen
-sociaal doel: realiseren van een menswaardig bestaan.
-agogisch doel: de SW’er faciliteert een veranderingsproces in de verhouding tussen individu-samenleving.
Sociaal werk is geen neutrale, waarden- en machtsvrije praktijk maar heeft een sociaal, politiek en ethisch karakter.
Ondanks een grote acceptatie van mensenrechten, blijven bepaalde groepen sociaal onrechtvaardig behandeld in de
samenleving, zoals vrouwen en kinderen, vluchtelingen, ouderen, …
1
, Beroepsrollen in het Sociaal Werk
Richtvraag voor het sociaal werkers : ‘Draagt mijn handelen bij tot meer sociale rechtvaardigheid en menselijke
waardigheid?’
Sociaal werk is niet neutraal en vertrekt vanuit duidelijk waarden die we als sociaal werkers willen realiseren. Het normatieve
karakter van SW wil zeggen dat we moeten opkomen voor sociale rechtvaardigheid, rechten van mensen realiseren, dat we
uitsluiting van mensen en onrecht tegen gaan, signaleren...en dit op verschillende manieren afhankelijk van de situatie, de
organisatie, het mandaat van de SW'er enz…
Wat is menswaardig/rechtvaardig en wie bepaalt dit?
Is dit de maatschappij, de organisatie, de belanghebbende, de sociaal werker?
Telkens opnieuw moet de sociaal werker positie innemen en ethische afwegingen maken wat als
menswaardig/rechtvaardig kan beschouwd worden.
Het spanningsveld tussen emancipatie en disciplinering:
veranderen van de maatschappelijke orde in de richting van een grotere gelijkheid
het aanpassen van het individu aan de maatschappelijke orde
Het is belangrijk dat je als SW'er aanspreekbaar bent voor de ethische keuzes die je maakt en dat je de waarden van SW als
kompas voor je handelen gebruikt om zo tot meer sociale rechtvaardigheid te komen.
DOELEN SOCIAAL WERK
1. Sociale verandering en ontwikkeling
Sociaal werkers zijn veranderingsagenten, zowel in de samenleving als in het leven van de personen, families en
gemeenschappen waarvoor zij zich inzetten. Kortom: de kleine en de grote utopie achterna.
De kleine utopie heeft vooral te maken met de individuele benadering met aandacht voor de menselijke waardigheid.
De grote utopie zoekt naar een meer structurele sociale rechtvaardigheid, waarvoor al dan niet hervormingen
noodzakelijk zijn.
Er moet ruimte zijn voor kleine utopieën, maar toch stelselmatig gericht op een groter ruimer ideaal van een meer
rechtvaardige en op menselijke waardigheid gestoelde samenleving. (Hubeau, 2018)
2. Sociale cohesie
Sociale cohesie is een kenmerk van de samenleving: het gaat over de relaties tussen leden van de samenleving en het
bindende effect van die relaties : gedeelde loyaliteiten en solidariteit zijn sleutelelementen van sociale cohesie
(socioloog Durkheim, eind 19de eeuw)
“We verstaan hieronder de mate waarin mensen in gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij
maatschappelijke verbanden in hun persoonlijk leven, als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving.”
3. Empowerment
“een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en
hun omgeving en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch bewustzijn en het stimuleren van
participatie” (Van Regenmortel, 2002, 76).
De power in empowerment verwijst simultaan naar de aspecten ‘kracht’ en ‘macht’.
o Op het individuele niveau gaat het om het aanspreken van de krachten van personen en hun omgeving,
o terwijl het doel op niveau van de samenleving is om groepen in kwetsbare situaties in staat te stellen macht
te verwerven om maatschappelijke veranderingen mee te bewerkstelligen. (Van Regenmortel, 2012)
Het gaat dus niet om het louter versterken van individuen, maar ook om een benadering die de persoon verbindt met
zijn omgeving en ook de samenleving aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid om het welzijn van elke persoon te
realiseren.
Ook al is de theoretische onderbouwing van empowerment veel ruimer dan het individueel versterken van individuen,
toch bestaat de valkuil om het daartoe te herleiden.
2
, Beroepsrollen in het Sociaal Werk
4. Bevrijding van mensen
Volgens Freire 'bevrijdt niemand iemand anders noch bevrijdt iemand zichzelf, maar mensen bevrijden zich enkel
samen, in verband met elkaar.’
Belang van gezamenlijke kritische bewustwording.
Inzicht krijgen in de wereld en machtsdynamieken, zodat men in die wereld kan opkomen voor zichzelf en zaken
veranderen
Het doel van sociaal werkers is om structurele oorzaken van onderdrukking of privileges te bestrijden en kwetsbare
mensen te bevrijden van onderdrukking.
CENTRALE WAARDEN SOCIAAL WERK
Perspectief op armoede: model van Vrancken
1. Sociale rechtvaardigheid
Rechtvaardigheid: principes vertrekken van gelijkheid – iedereen heeft hetzelfde basispakket aan rechten en vrijheden
– maar we leven in een samenleving die gekenmerkt wordt door ongelijkheid.
Sociale rechtvaardigheid: gaat over herverdeling van sociale goederen en macht met specifieke aandacht voor de
meest kwetsbaren. Het doel is ervoor te zorgen dat iedereen gelijke kansen en gelijke uitkomsten heeft. Gelijke
verdeling van macht en middelen.
Sociale onrechtvaardigheid problematiseren: aanvechten van onrecht en discriminatie.
Denken over sociale rechtvaardigheid is politiek: het gaat over hoe we ongelijkheden organiseren als samenleving en
over wanneer en hoe we ongelijke uitkomsten compenseren. Dit vraagt structureel werken.
Sociale rechtvaardigheid is niet hetzelfde als solidariteit: het gaat over de relatie tussen overheden en burgers
(verticale relatie), terwijl solidariteit tussen burgers is (horizontale relatie).
2. Mensenrechten
Wat zijn mensenrechten?
Mensenrechten zijn morele principes, die onvervreemdbare fundamentele rechten beschrijven waar een
mens recht op heeft omdat hij/zij mens is.
Ze gelden voor iedereen.
Ongeacht hun nationaliteit, gender, taal, religie of etniciteit: ze zijn met andere woorden universeel -> ze
gelden voor iedereen altijd - en egalitair - ze zijn voor iedereen hetzelfde.
Van gunst naar recht
Van liberale rechtstaat (19de eeuw- begin 20ste eeuw) - Gunst
o armenzorg en justitiële inzet
Naar een verzorgingsstaat (tweede helft 20ste eeuw) - Recht
o Garantie van bestaanszekerheid via sociale grondrechten, sociale zekerheid en sociale voorzieningen
3