Mogelijke examenvragen - Haven
Begrippen
1. Blue banana
Belangrijkste centra van Europa waar handel- en distributie aantrekkelijk is=> regio in de
vorm van een banaan die de belangrijkste logistieke centra van europa voorstelt . Duitsland,
VK, Benelux, Zwitserland, Spanje en Italië. De oranje vlekjes zijn logistieke centra die niet in
de blauwe banaan liggen maar die wel belangrijk zijn. “Blauwe vingers” die naar het Oosten
uitrekken. Het idee was dat de blue banana meer onder druk zal komen onder Oost-Europa,
de logistiek gaat meer naar Oost-Europa verschuiven. Ondertussen al 10 jaar geleden, is dit
ook zo? Geen massale verplaatsing, maar er zijn een aantal “eilandjes” die wel aantrekkelijk
worden en een aantal industrieën naartoe getrokken worden met al dan niet ondersteuning
van een regionale distributiecentra. Dus geen verschuiving, met een aantal uitzonderingen.
één van de redenen : Oost-Europa heeft een groot probleem van veroudering bevolking en
brain drain want jonge krachten willen niet in Oost-Europa verblijven en verschuiven naar
Bv. Frankrijk en VK.
2. Modal split
De verdeling van het transport van en naar het hinterland over de verschillende
vervoerswijzen weg, spoor en binnenvaart (en eventueel ook pijpleiding afhankelijk van de
gekozen producten). Voorbeeld: De modal split voor Antwerpen bedraagt 41% wegvervoer,
42 binnenvaart en 17% spoorvervoer
de verdeling van het goederenvervoer over verschillende transportmodi, wordt
beschreven als de modal split.
3. Modal shift
Procentuele verandering van de model split. Hoe deze evolueert doorheen de tijd. De modal
shift is een verschuiving binnen de eerder uitgelegde modal split.
een verschuiving van een deel van de transporten van de weg naar de alternatieve
modi of naar een combinatie van transportmodi.
4. JOWI
Type van binnenvaartschepen, Een groot containerschip heeft Normaal een laadvermogen
van 200 TEU, JOWI heeft een laadvermogen tot 470 TEU.
Een binnenvaartschip is een niet-zeewaardig vaartuig dat goederen en personen over
de binnenwateren (zoals rivieren en kanalen) vervoert.
1
, 5. AGV
Een AGV of een Automated Guided Vehicle (is een voertuig dat zoals de naam het zegt
automatisch dus zonder bestuurder rijdt). Deze zorgen voor transport van containers tussen
kadekranen en containeropslag. Is in opdracht van de PCS (procescontrolesysteem)
6. Post-panamax
Een postpanamaxschip is een schip dat vanwege van zijn grootte niet in staat is om door de
oude sluizen van het Panamakanaal te varen. Deze schepen nemen meer en meer de plaats
in van de Panamaxschepen, schepen die net door het Panamakanaal kunnen. Containerschip
met een capaciteit van +5000 TEU.
7. Suezmax
De maximum afmetingen die een schip heeft om nog door het suez kanaal te kunnen varen.
8. FCL vs LCL (full vs less than container load)
Full Container Load. Men spreekt van FCL als de rederij of de vervoerder van containers
enkel volle containers ter vervoer aanneemt. Er worden bij FCL dus geen kleine loten
goederen (groepageladingen) ter vervoer aangenomen, maar enkel volle containers.
Less than Container Load. Men spreekt van LCL wanneer de rederij of de vervoerder van
containers ook partijen goederen, die in volume kleiner zijn dan de inhoud van een
container, ter vervoer aanneemt. De vervoerder zal verschillende dergelijke kleine partijen
bundelen tot hij er één container kan mee vullen. Een ander woord voor LCL is ook
groepage.
LCL = Less than Container Load: niet voldoende om volledige container te vullen FLC = Full
Container Load: volle container.
9. Zeehaven
In het begin:
Zeehavens zijn vervoersknooppunten waar verschillende vervoersmiddelen elkaar
ontmoeten waarbij vervoersknooppunten:
– Geografisch aanwijsbare plaatsen waar vervoer plaatsgrijpt en
– Waar de goederen veelal met een ander vervoermiddel hun reis
vervolgen.
Evolutie: Een grond- en wateroppervlakte, waarop inrichtingen en installaties voorkomen die
in hoofdzaak het opvangen van zeeschepen, het laten en lossen daarvan, de
goederenopslag, de ontvangst en de verzending van die goederen met gebruikmaking van de
landelijke transportmiddelen mogelijk maken en die eveneens activiteiten van
ondernemingen toelaat welke samenhangen met het vervoer over zee.
Definitie duidt aan op een evolutie van breekpunt in de transportketen naar de rol van
een haven als draaischijf in de logistieke keten: zeehavens zijn “nodal points” die meer zijn
dan een interface tussen land en water maar bijvoorbeeld ook een belangrijke bron zijn voor
welvaart / toegevoegde waarde van een regio.
2
, 10. Foreland vs hinterland
(Maritieme) Foreland (voorland) of overzeese gebieden van een haven, uitgedrukt door
aantal lijnen, het aantal afvaarten of tonnage voor bepaalde bestemming.
Berust op het bestaan van zeevaartroutes:
Bundels en vaste banen die schepen volgen.
Gekenmerkt door bepaalde trafieken die (petroleumroute, Afrikaanse
Westkust enz ... ) aanleiding geven tot gebruik van bepaalde
scheepstypes, vlaggen, enz ...
(Continentale) Hinterland (achterland): Goederen moeten van en naar de haven
getransporteerd worden door middel van verschillende vervoersmodi (weg, spoort,
binnenvaart)
Kwaliteit verbindingen met hinterland belangrijk:
bepalen kost van het landtransport
kunnen beslissende factor zijn of goederen via haven A dan wel via B
worden verscheept. (modal split)
11. Mainport (havenconcurrentie)
o haven die marktleiderschap nastreeft in verschillende of zelfs de meeste
trafiekcategorieën en de beste diensten en faciliteiten kan aanbieden aan de
klanten.
o bepaald door individuele trafiekgroepen en niet door de haven in totaliteit.
o Eén of twee havens zullen een bepaalde trafiekcategorie wel bepalen.
De term mainport dient beschouwd als graad van dominantie van een
haven in specifieke trafiekgroepen (bijvoorbeeld de containertrafiek)
(Een haven is een mainport voor een bepaalde goederensoort als deze voor de betreffende
goederensoort behoort tot de top 3 in de relevante havenrange (vb. Hamburg-Le Havre) )
12. Mary Maersk
Grootste containerschip met ongeveer een capaciteit van 18 000 TEU
13. Hamburg - Le Havre Range
Reeks grote havens in het geografisch gebied tussen Hamburg en Le Havre. Het bestaat uit:
Havens van (Vlaamse) Antwerpen, Gent, Zeebrugge, (Nederlandse) Rotterdam, Amsterdam,
(Duitse) Bremen, Hamburg, (Franse) Duinkerke en Le Havre.
14. Squat (=vertrimming)
Inzinken van voor- of achtersteven van schip met als gevolg het verkleinen van de vrije
speling onder de kiel (underkeel clearance)
Wordt beïnvloed door :
o Snelheid: halvering van snelheid leidt tot reductie squat met 1/4.
o Blokcoëfficiënt van het schip
3