Actuele Maatschappelijke problemen
Inleiding
Sociaal probleem ≠ sociologische probleem: voor sociologen zijn sociale problemen net
uitdagingen, ze zijn interessant. Vb tabak, terrorisme, obesitas, …
Bepaalde subgroepen bepalen doorheen de jaren wat een sociaal probleem is en wat niet.
Maar in een grote verscheidene bevolkingsgroep is er geen eenduidige consensus.
Tragedy of the commons: het misbruiken van gemeenschappelijk goed voor eigen
nutsmaximalisatie. Zo worden de kosten die leiden tot een groter individueel nut verdeeld
over alle gebruikers van het goed.
Dit zou een verklaring kunnen zijn voor ‘The case of the disappearing teaspoons’.
Een sociaal probleem is een situatie die als problematisch wordt ervaren door een
belangrijke groep van personen, omdat ze een bedreiging vormt voor hun centrale waarden
en belangen en waarvan wordt verondersteld dat ingrijpen noodzakelijk is om tot een
aanvaardbare oplossing te komen.
Kenmerken:
De situatie bestaat en wordt als problematisch ervaren, dit kan objectief of subjectief
zijn
Een probleem in functie van waarden en belangen van bepaalde groepen
Vooral de waarden en belangen van belangrijke groepen met sociale, politieke en
economische macht bepalen wat een sociaal probleem is
- Kritiek: sociologie mag zich niet enkel richten op de sociale problemen
volgens dominante groepen, serieuze sociale problemen die niet erkend zijn
worden daardoor genegeerd. Sociale problemen moeten loskomen van hun
culturele definitie.
Maar daardoor worden de onderwerpen trivialer en iets met midden
klasse ??
Pas als men wilt dat de situatie verandert en als die corrigeerbaar is (ze kunnen
effectief verholpen worden), worden ze als sociaal problematisch gezien
- Kan ook misbruik van gemaakt worden: een probleem creëren omdat ze dan
veel geld kunnen verdienen aan de oplossing die zal op voorhand hadden (vb
in farmacie)
Sociale pathologie-benadering
Historische context: met de opkomst van het sociaal-darwinisme en het verlichtingsdenken
geloofden men in de 19E eeuw in:
de wetten van de natuur: dit leidde tot de zoektocht naar wetten die ook menselijk
gedrag moesten kunnen verklaren
vooruitgang: ook samenlevingen evolueren van simpel naar complex
social reform: industrialisatie en urbanisatie vormden een aanslag op het menselijk
bestaan, deze situatie wouden ze veranderen door de ‘natural laws of human
behaviour’ te ontdekken waarmee ze de samenleving zouden kunnen veranderen
individualisme: een persoon behoort tot een groep maar zijn gedrag wordt vooral
bepaalt door zijn door eigen interesses, motieven, karaktertrekken
1
,Deze benadering dacht volgens organische analogie, maatschappelijke functies vergeleken
ze met lichamelijke functies, waardoor individuele en institutionele storingen/defecten
gezien werden als ziekte (=pathologie) voor de sociale vooruitgang (vb urbanisatie en
industrialisatie). Deze vormden dus een bron van sociale problemen omdat ze afweken van
de status quo die de natuurlijke stabiliteit van de samenleving in stand hield. In die eerder
conservatieve tijd was de status quo aanvaard als normaal, daarom was het toen
gemakkelijk om deviant gedraag als ‘ziek’ te zien.
Definitie: status quo wordt gezien als gezond, iedereen die afwijkt van die moraal is ziek.
Sociaal probleem = schendig van de morele verwachtingen.
Generatie 1: legt de schuld bij het individu & eerder conservatieve oriëntatie
Oorzaken: gebrekkige socialisatie faalt in het overbrengen van waarden en belangen.
Zo ontstaan immorele personen als ‘defectives, dependents en deliquents’.
Conditie: immoraliteit is een eigenschap van een individu (dankzij inteelt zijn hele
groepen/klassen inherent gebrekkig) daardoor zijn ze ook moeilijk socialiseerbaar.
Gevolg: individueel moreel verval, niet meer behoren tot de sociale orde
Oplossing: ‘survival of the fittest’ zorgt ervoor dat de gezondste overleven, andere
oplossingen waren eugenetisch aangezien zij oorzaak zagen in de genetisch bepaalde
gebrekkige individuen, of morele opvoeding geven in de middenklasse.
Generatie 2: legt de schuld bij de samenleving en instellingen & liberale of radicale oriëntatie
Oorzaken: immorele sociale condities bemoeilijken de socialisatie, het zorgt voor een
verkeerde socialisatie (er is wel socialisatie dus >< gebrekkige socialisatie)
Conditie: problemen ontwikkelen vanuit maatschappelijke fenomenen (vb nieuwe
technologieën, bevolkingsdichtheid, …)
Gevolg: meer algemeen verspreid, maatschappelijk moreel verval
Oplossing: morele opvoeding geven zodat maatschappelijke instellingen veranderen
Vrij negatieve benadering, wil terug naar ‘het betere verleden’
Vb: Tekst Slater ‘the pursuit of loneliness’: Algemeen:
In de Amerikaanse samenleving is er hypercompetitiviteit, leidt tot individualisme en
eenzaamheid, de individualistische reactie van de burgers op gebrek aan diepgaande relaties
leidt tot verdere uitbreiding van deze sociale pathologie.
Economie en zakenwereld: individuele competitie verwijdert mensen van elkaar, gevolg is
eenzaamheid en gebrek aan verbondenheid.
Lokale gemeenschappen en families zijn oases van gemeenschap en relatiegerichtheid.
Individualistische reacties op behoefte aan verbondenheid leiden evenwel tot verdere
afbraak van deze oases van verbondenheid.
bvb. ontkenning van nood aan gebondenheid door afhankelijkheid van anderen te
verminderen (self-banking, private tuintjes, zelfbediening, …), gevolg is dat contacten met
anderen meer en meer als stoorzenders worden ervaren (we lopen elkaar voor de voeten in
publieke ruimten)
bvb. gekwetst zelfbeeld (als gevolg van eenzaamheid) wordt artificieel opgekrikt langsheen
individualistische zoektocht naar status en zelfwaarde, gevolg is competitie tussen ego’s en
2
,toename van de uniformiteit (i.p.v. authenticiteit)
+ het schilderij ‘Nighthawks’ van E. Hopper
Sociale disorganistiebenadering
Historische context: urbanisatie, industrialisatie en migratie nemen nog meer toe in de 20 e
eeuw, de sociale pathologie kon de hierbij toenemende sociale porblemen niet meer
verklaren.
Sociale disorganisatie ziet de samenleving als een complex systeem waarvan de
subsystemen in dynamisch evenwicht moeten zijn (functionalisme!). Wanneer er bij
verandering in het systeem, gebrek is aan aanpassing van de subsystemen, ontstaat er
disorganisatie. Centraal hierbij zijn de geldende regels van de maatschappij en waarom
individuen soms falen om te gehoorzamen aan de regels.
Definitie: afname van bruikbaarheid van de heersende normen en regels, in 3 types:
normloosheid, conflict tussen culturen of breakdown van regels; vb Ogburns cultural lag:
overgangsperiode waarin de immateriële cultuur (onder meer normen en wetten) in
een cultureel systeem naijlt op de materiële cultuur (onder andere technologie).
Sociaal probleem = vormen van sociale disorganisatie
Oorzaken: sociale verandering die te bruusk verloopt (technologisch, demografisch,
cultureel).
Conditie: het natuurlijk dynamische evenwicht wordt verstoord.
Gevolgen:
- Persoonlijke disorganisatie zorgt voor stress die psychische stoornissen
veroorzaken.
- Systeemdisorganisatie kan leiden tot sociale transformatie, vernietiging van
het systeem of gedisorganiseerd overleven.
Oplossing: de juiste diagnose stellen om daarna het onevenwicht in de subsystemen
te herstellen. Dit door de samenleving geleidelijk te laten transformeren (vb
technologische ontwikkelen afremmen)
Positieve en revolutionaire benadering die de samenleving in zijn geheel wil
aanvaarden
Vb: Faris, R. & H.W. Dunham Mental disorders in Urban Areas. An ecological study of
Schizophrenia and other psychosis:
geografie van sociale problemen is een weerspiegeling van de sociale disorganisatie
van urbane centra: grootsteden bestaan uit gebieden die concentrische cirkels
vormen rond het zakencentrum, deze gebieden hebben een eigen
klassesamenstelling, stedelijke functie en graad van organisatie
- zone 1: centraal zakencentrum
- zone 2: transitiezone, ongeschoolde arbeiders en 1e generatie migranten met
lage inkomens en zonder permanente woning -> hoge graad van
disorganisatie
- zone 3: arbeiderswijken, geschoolde arbeiders en 2e generatie migranten in
stabiele woonwijken
- zone 4: pendelaarswijken, hoge middenklasse in stabiele residentiële
woonwijken -> hoge graad van organisatie
3
, Zone 2 is dus de weerspiegeling van alle sociale problemen, de disorganisatie zorgt er
voor criminaliteit, psychische stoornissen, zelfdoding, … niet de biologische of
etnische inferioriteit (revolutionair idee).
Het mobiliseren naar andere zones leidt tot verandering in gedrag (= sociale
transformatie), hieruit spruiten sociale problemen voort. Maar er zijn zoveel
transformaties dat de sociale problemen als feiten worden gezien, die verwacht en
aanvaard moeten worden.
Zogezegde objectieve studie, maar is het niet eerder een legitimatie voor de angst
van de blanke middenklasse?
Waardenconflictbenadering:
Historische context: Amerikaanse sociologie ontwikkelde samen met de Europese
conflicttheorie (Marx) een waardenconflicttheorie, in tijden van de Depressie en WOII. Dit
was een reactie op een paar kenmerken van de sociale disorganisatiebenadering:
zij was niet echt objectief, maar vertegenwoordigde de waarden van de dominante
blanke middenklasse -> moest meer waardenvrij zijn en ook de onderdrukte groepen
vertegenwoordigen
zij zagen het hebben van eigen interesses en waarden als verkeerd (disorganized), bij
hen stond consensus centraal -> conflict, tussen groepen die hun waarden en
doelstellingen willen realiseren tegen deze van andere groepen in, is normaal.
Volgen Fuller en Myers zijn er 3 types sociale problemen:
1. fysische: door iedereen als bedreigend ervaren en niet veroorzaakt door een
waardenconflict, vb natuurrampen, epidemieën, … (maar #slachtoffers van
aardbeving niet enkel bepaald door het fysische…)
2. verbeterbare: condities veroorzaakt door de mens worden ervaren als bedreigend,
maar zonder consensus over de aanpak ervan vb criminaliteit, armoede, …
waardenconlict in het bepalen van de aanpak
3. morele: condities die niet unaniem als bedreigend ervaren worden vb kinderarbeid,
echtscheidingen, … waardenconflict in het bepalen of het al dan niet een probleem is
technologische veranderingen en wijzigingen in het waardenstelsel, doen problemen
van type veranderen of willen we ze van type veranderen (van moreel naar
verbeterbaar)
bij volledige waardenconsensus zouden er eigenlijk geen sociaal problemen meer
zijn, omdat ze niet te vermijden en niet verbeterbaar zijn
Definitie: Sociale problemen = sociale condities die onverenigbaar zijn met de waarden en
belangen van sociale groepen die succesvol publieke claims voor actief ingrijpen kunnen
lanceren
Oorzaken: conflicterende waarden en belangen zorgen voor belangentegenstellingen
tussen groepen die evolueren naar belangenconflicten
Conditie: een mix van objectieve en subjectieve condities
- Objectief: contact en competitie tussen sociale groepen
- Subjectief: groepsgebonden definitie en evaluatie van de groepscontacten en
-competitie
Gevolgen:
4
, - Negatieve gevolgen
o Conflicten ontwrichten de samenleving en zijn duur: vb alcohol verbod
o Leiden vaak tot patstelling of verlies bij de zwakste partij
o Negatieve gevoelens bij beide partijen (wantrouwen, angst): vb veel
depressiviteit en angst bij Palestijnen en Israëli
- Positieve gevolgen
o Helpt bij uitklaren van waarden en belangen van de eigen groep
Oplossing:
- Consensus: partijen kunnen het conflict oplossen via overeenstemming van waarden,
vb welvaartsstaat voor de klassenkloof
- Ruil/onderhandeling: partijen onderhandelen over de kosten en baten, die via
onderling overleg verdeeld worden, vb taalgemeenschappen in federaal België
- Macht: als noch consensus noch ruil mogelijk beslist degene met de meeste macht in
zijn eigen voordeel, vb de ecotaks om het milieu te beschermen
Sociale problemen als vormen van deviant gedrag
Historische context: de sociologie van het afwijkend gedrag is een reactie op de ecologische
benadering (beperking tot de studie van sociale eenheden) van het sociale
disorganisatieperspectief (probleem van “ecological fallacy”), ze gaan zich meer richten op
de studie van individueel gedrag.
Studie van afwijkend gedrag:
- Anomietheorie van Durkheim
- Anomietheorie van Merton
- Differentiële associatietheorie van Sutherland
- Delinquente subcultuurtheorie van Cohen
Na WO-II werd deze theorie ook op de studie van andere sociale problemen toegepast bvb.
gedrag van minderheidsgroepen, tienerzwangerschappen, …
Definitie: Sociale problemen weerspiegelen de overtredingen van normatieve
verwachtingen. Gedrag en situaties die afwijken van de norm worden als deviant
beschouwd.
Oorzaken: Inadequate socialisatie, of adequate socialisatie in afwijkende
gedragsnormen (wel steeds in de context van primaire groepen)
Condities:
- omstandigheden van beperkte mogelijkheden voor socialisatie in conventionele
milieus (bvb. school en gezin)
- aanwezigheid van mogelijkheden voor socialisatie in deviante milieus (bvb. straat,
jeugdbendes)
- beperkte kansen om legitieme doelen te bereiken
- stress gecombineerd met toegang tot deviante manieren van stresshantering
Gevolgen:
- Nadelig: voor de samenleving, bvb. ontwikkeling van deviante illegitieme
subculturen
- voordelig: observeerbaar deviant gedrag kan gebruikt worden als negatief
rolmodel
Oplossingen:
5
, - resocialisatie via het verhogen van contacten met legitieme primaire groepen en
via de reductie van contacten met illegitieme primaire groepen
- toegang geven tot kansen en tot legitieme kanalen van sociale mobiliteit
vb arbeidstrajectbegeleiding op een sociale werkplaats (vb de ‘Sleutel’)
Labeling perspectief
Historische context: dit perspectief is een reactie op de vragen die deviant gedrag
perspectief niet konden beantwoorden. Daarom is het labeling perspectief andere vragen
gaan stellen. Het labellingperspectief stelt zich de vraag hoe mensen situaties, personen,
processen of gebeurtenissen definiëren als problematisch. Wat is de sociale definitie van
deviantie en hoe komen we hiertoe? Dit perspectief is dan ook sterk verwant aan het
symbolisch interactionisme (theorie die zich toelegt op de studie van symbolen die in de
omgang van mensen gebruikt worden).
Er zijn ook roots in de filosofie: Mead (“het gedrag van een ander tot zichzelf nemen”) en
Schutz (typeringen over de wereld rondom, bepalen een sociale orde)
Founding fathers van labeling zijn Lemert en later Becker die dit heeft uitgewerkt.
Definitie: een sociaal probleem of een sociale afwijking wordt bepaald door de reactie van
anderen op de al dan niet vermeende overtreding van regels en verwachtingen
Oorzaken: de aandacht van het publiek of sociale controle-instanties (immers, geen
sociale reactie zonder herkenning van het gedrag)
Condities:
- Labeling grijpt plaats als de etiketeerder voordeel kan halen uit het toekennen
van het etiket, als het label voor handen is en als de etiketeerder over de macht
beschikt;
- Labeling grijpt plaats door professionelen wiens competentie afhangt van het
succesvol labellen
- Zelflabeling
Gevolgen: labeling leidt tot een reorganisatie van de sociale relaties van de
geëtiketteerde en tot een verdere versterking van het afwijkende gedrag (=
secundaire deviantie), vb psychose en angst, sociale isolatie, …
Oplossingen:
- tolerantie bewerkstellingen (stoppen ettikeren), zodat de inhoud van het label wijzigt
- voordelen van het label wegnemen (zelflabeling zal dalen)
Lemert onderscheidt primaire en secundaire deviantie:
- primair: wanneer deviantie gerationaliseerd wordt en sociaal geaccepteerd wordt
- secundair: wanneer deviantie repetitief is, hoge zichtbaarheid heeft en een ernstige
sociale reactie, kan dit leiden tot reorganisatie van rollen
o positief: een meer normale rol aan nemen, die meer sociaal geaccepteerd is
o negatief: een rol waarin de deviante handelingen een meer aanvaarde
expressie vinden (meestal in een groep)
Deviantieperspectief Labelingperspectief
6
, Etiologie Studie van de oorzaken van Weinig aandacht voor de initiërende
afwijkend gedrag factoren:
Maatschappelijk (h)erkende vormen in een complexe samenlevingen
van afwijkende (normovertredend) (meerdere normenstelsels) is
gedrag vormen ongecontesteerde normovertredend gedrag niet éénduidig;
vertrekpunt van onderzoek niet alle normovertredende gedrag is
zichtbaar
zelfs zichtbaar gedrag leidt niet voor
iedereen tot dezelfde reactie (sanctie)
Maatschappelijke Weinig aandacht voor de Sociale reactie is centrale onderwerp van
reacties maatschappelijke reactie onderzoek: wanneer leidt
normovertredend gedrag tot labeling?
Wie komt ertoe anderen te labelen?
Wie wordt vlugger gelabeld?
Wat zijn de sociale gevolgen van
labeling?
Officiële Ongecontesteerde vertrekpunt van Studie van hoe personen officieel
statistieken analyse gecategoriseerd worden;
Categorieën zijn het resultaat van de
werking van organisaties, die labels
opleggen en geen letterlijke weergave
van het werkelijke gedrag
Kritische benadering
Historische context: deze benadering is gebaseerd op (neo)marxistische analyse van de
samenleving, bestaande uit een boven- en onderbouw.
Definitie: een sociaal probleem is een situatie die groeit uit de exploitatie van de
arbeidersklasse
Oorzaken: de sociale organisatie van de economie (kapitalisme) produceert een
resem problemen:
- de uitbuiting van sociale klassen leidt tot de bestendiging van de armoede en in
die armoede liggen de wortelen van misdaad
- de dominante sociale klassen controleren de staat en creëren wetten die
bepaalde vormen van misdaad vervolgen en bestraffen
Condities:
- Graad van klassenuitbuiting
- Ontwikkeling van het klassenbewustzijn
- Fluctuaties in economische cyclus
Deze bepalen of ze bewust zijn van sociale problemen, of ze die situatie als een
sociaal probleem percipiëren
Gevolgen: verdere evolutie van het kapitalisme zal leiden tot een toename van de
criminaliteit
7
, Oplossing: politieke actie vanuit de onderbouw: (r)evolutie naar een klasseloze
samenleving
Sociaal constructivisme
Historische context: deze theorie is ontstaan vanuit kritiek op de labelling theorie, deze
besteedt te veel aandacht aan de reactie op labelling ipv voor de totstandkoming van labels.
- Objectivistische (etiologische) traditie: sociale reactie van anderen heeft geen
diepgaande gevolgen, initiële oorzaken zijn belangrijker => labellingtheorie negeert
etiologie
- Subjectivistische traditie: te veel aandacht voor het proces van de totstandkoming
van labels via symbolische interactie in deviante subculturen => labellingtheorie
negeert maatschappelijke oorzaken van het probleemdefiniëringsproces
Binnen de subjectivistische traditie was er sociaal constructivistische kritiek van Kitsuse en
Spector: de waardenconflictbenadering bestudeerde reeds die processen van
probleemdefiniëring (gegrondvest in waardenconflicten), maar ging ervan uit dat de er
steeds een objectieve grond is (of zal gevonden worden).
Volgens sociaal constructivisme is:
- De aanname dat sociale problemen altijd een objectieve basis hebben is foutief en
niet nodig
- Het definiëringsproces (claims making activities) staat centraal, kan wel gepaard gaan
met pogingen tot objectivatie (zelfs kwantificatie) maar het hoeft dus niet objectief te
zijn. Deze ontstaan door de activiteiten van sociale groepen die condities als
problemen definiëren en pogen om eraan te verhelpen, maken dat sociale
problemen ontstaan en blijven bestaan, vb obesitas en voedselindustrie gedefinieerd
als sociaal probleem door WHO, opwarming aarde + CO2-emmissie gedefinieerd als
sociaal probleem door milieubeweging industrie/staat
- De sociologische studie van sociale problemen moet trachten te verklaren hoe
sociale problemen ontstaan, zelfs in de afwezigheid van objectieve gronden
Definitie: een sociaal probleem is het proces zelf dat mensen ertoe brengt een conditie te
definiëren als een sociaal probleem, “Social problems are what people think they are.”
(radicale subjectivering), bv. antinucleaire beweging (?)
Oorzaken: activiteiten die mensen leiden tot de definitie van menselijke handelen als
problematisch (probleemdefiniërende activiteiten), wanneer ze trachten te komen
tot een heroriëntatie van klachten
bv. wetenschappelijke objectivering en kwantificering (metingen)
Condities: de interacties tussen “de aanklagers” en (nieuwe of gevestigde)
instellingen/groepen, en de reactie van deze instellingen op de vraag naar
heroriëntatie van de aanpak
bv. discussie met politieke/economische elites over toekomst energiebevoorrading
Gevolgen: empirische kwestie, afhankelijk van het proces van probleemconstructie
Oplossingen: weinig aandacht voor oplossingen, alle aandacht gaan naar
probleemconstructie [sociologen moeten niet bijdragen tot probleemconstructie
(wetenschappelijke rationalisatie), maar moeten proces van probleemconstructie
bestuderen]
8