Microbiologie
Hoofdstuk 1: algemene microbiologie
Microbiologie Bestuderen van micro-organismen
Medische Micro-organismen die de mens ziek kunnen maken of voor hem van belang
microbiologie kunnen zijn
Indeling micro-organismen
• Eukaryoten = protozoa (bv: malaria) , fungi
• Prokaryoten = bacteriën (met celwand), mycoplasmata (geen celwand), rickettsia en chlamydiae
• Virussen (verplicht aangewezen op een gastheer):
o Veel kleiner
o Zijn voor hun vermenigvuldiging aangewezen op het metabolisme van hun gastheercellen
Mycoplasm Mycoplasma is een geslacht van bacteriën. Ze hebben geen celwand. Hierdoor zijn ze erg
a kwetsbaar.
Chlamydiae Gram negatieve coccen.
Chlamydia trachomatis is een bacterie die de seksueel overdraagbare aandoening
chlamydia veroorzaakt. Deze ziekte uit zich bij de man door urethritis en soms
epididymitis (bijbalontsteking). Bij de vrouw treden cervicitis (baarmoederhalsontsteking)
en soms urethritis op.
Transmissieroutes
Uitleg er nog bijzetten!!
1
, Ziekteverwekkend vermogen
o Eigenschap om ziekten te veroorzaken (eerder zeldzaam)
o Samenspel tussen
Overdraagbaarheid
Besmettelijkheid
Virulentie
virtulentie Het ziekteverwekkend vermogen van virussen, bacteriën, schimmels.
Overdraagbaarheid
o Mogelijkheid om zich te verspreiden van een gastheer of reservoir naar een nieuwe gastheer
o Micro-organismen moeten in voldoende aantal worden overgedragen
o Kiemen moeten sterk genoeg zijn om zich te handhaven tussen de vijandige flora.
o Mogelijkheden
Rechtstreeks contact
Door insecten
• Teken, malariamug
Door micro-organismen in stof
Door vochtdruppeltjes
Binnendringen via wonden
Besmetting van de mens door micro-organismen
1. Plekken waar: buik, oksel, intieme zone
2. Hoe draag je het over: Speeksel, spuitbussen, bloed, contact, Genitale afscheidingen, Fecaal-oraal
Route, Vectoren zoals zoals muggen
3. Locaties blootgesteld aan exogene besmetting: Mond, Slokdarm, Huid, Longen, Bronchiën, Maag,
Darmen, Urinewegen, Genitale wegen, Rectum
2
, Besmettelijkheid
o De eigenschap om de verdedigingsmechanismen van de gastheer te doorbreken
o Kiemen moeten door de eerste verdedigingslinie:
Door kleine wonden
Speciale vasthechtingsmechanismen
Rechtstreeks in de huid ingebracht
o Infectie kan symptoomloos verlopen (= subklinisch)
o Hoge besmettelijkheidsgraad niet noodzakelijk met hoge graad virulentie
Infectie Cyclus:
1. Besmetting
2. Kolonisatie
3. Invasie
4. Infectie
Besmetting gaat vooraf aan infectie MAAR niet ieder besmetting leidt tot infectie (Vb.:
kolonisatie)
Wanneer gaat men over tot infectie?
- Virulentie > spontane natuurlijke afweer
Een infectie is een afweermechanisme.
Anatomo-pathologisch op plaatselijk vlak:
- Fase 1: Rubor (roodheid) en calor (warmte) zijn het gevolg van een versterkte
doorbloeding (hyperemie: vasodillatatie) van de arteries en capilairen
- Fase 2: Tumor (zwelling), dolor (pijn) en functio laesa (functieverlies) zijn het gevolg van
exsudatie
- Fase 3: Diapedese: leucocyten bewegen zich gericht door de vaatwand om bij de
infectiehaard te kunnen (infiltratie)
- Fase 4: De acute ontsteking kan met of zonder littekenvorming eindigen (reparatie)
Anatomo-pathologisch op algemeen vlak:
- stijging temperatuur, snellere pols, snellere ademhaling
- stijging witte bloedcellen
- verhoging van de antistoffen
Het ‘ijsbergconcept’ van infectieziekten.
Meestal ontwikkelt slechts een minderheid van de
geïnfecteerde
personen klachten en symptomen. Asymptomatische
individuen kunnen de verwekker wel doorgeven en een
immuunrespons opbouwen, bij hen blijft de infectie
subklinisch
Riscopunten MSA --> medisch team, mensen die van
buitenland komen.
3
, 4