Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Bedrijfsfinanciering - Samenvatting €29,99   Ajouter au panier

Resume

Bedrijfsfinanciering - Samenvatting

 29 vues  0 achat

Slaag direct met een 15/20 met behulp van dit document! Dit vak wordt gegeven aan de Uhasselt in 3de bachelor in de richting Handelswetenschappen. In deze samenvatting vind je alle theorie uit de ppt's terug samen met notities vanuit elke les.

Aperçu 4 sur 58  pages

  • 31 mai 2024
  • 58
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
cedrinestevens1
BEDRIJFSFINANCIERING
H1 & H14 : INTRODUCTIE BEDRIJFSFINANCIERING & CORPORATE GOVERNANCE (HC 1)

INHOUDELIJKE INLEIDING

! We gaan uit van een groot, beursgenoteerd, industrieel bedrijf → veel personeel en veel aandeelhouders

De essentie van bedrijfsfinanciering → Cash!
 Waarde bedrijf → cash generen
 Waarde aandeel → cash komt ooit terug

→ Maar het is niet genoeg dat er cash is, een bedrijf is pas echt iets waard als er vrije cash is (= cash die het bedrijf
aan niemand schuldig is)
→ Bedrijfsfinanciering komt neer op de waardering van de toekomstige (vrije) kasstromen of “(Free) Cash flows”

Goede investering → waarde!
 Actuele waarde (AW) van ingezette kasstromen < actuele waarde terugvloeiende kasstromen
 Prijs < waarde
 Geëist rendement < verwacht rendement
 Goede investering = investering die de waarde van het bedrijf maximaal maakt




 ! Belangrijk : Prijs ≠ waarde
 Waarde = de actuele waarde van alles wat er in de
toekomst zal komen → waarde is niet
observeerbaar
 Waarde is niet voor iedereen hetzelfde (meer of
minder vertrouwen)
 Prijs is objectief waarneembaar
 Prijs vs. waarde
 Prijs < waarde → goede investering
 Prijs > waarde → slechte investering


Waarde kan je niet zien, maar via modellen berekenen → waarde zal bij iedereen anders zijn → Prijs kan je wel zien



Dit zijn de 5 vragen die een bedrijf moet beantwoorden

1. Vanwaar komt het geld
2. Wat gaan we met dat geld doen
3. Hoeveel gaat er uit die investering komen
(zinvol?)
4. Terugbetalen met intrest (dividenden)
5. Geld dat terugkomt extra investeringen doen
zodat het het bedrijf meer waard maakt

1

,H1 : INTRODUCTIE TOT BEDRIJFSFINANCIERING & CORPORATE GOVERNANCE
1Ste afbakening van domein : ondernemingsvormen
 Eenmanszaak (“zelfstandige”) vs. vennootschap
 Focus op financieringsbeslissingen van vennootschappen




Beperkte aansprakelijkheid
= de aandeelhouders zijn slechts
aansprakelijk ten belope van
hun inbreng.

Schuldeisers van de
vennootschap kunnen geen
beslag leggen op het persoonlijk
vermogen van de
aandeelhouders.

2de afbakening domein : rol van financiële
managers
 Financiële manager = elke verantwoordelijke voor investerings- en/of financieringsbeslissingen
 Investeringsbeslissingen vs. Financieringsbeslissingen → genomen door financiële managers
o Investeringsbeslissingen : onzekerheid inzake timing & omvang van opbrengsten
o Financieringsbeslissingen : Kapitaalstructuur (LT) en KT financiering
 Risico heel belangrijke factor → technieken om onzekerheid te beperken (risicobeheer)

Investeringsbeslissingen (cash inzetten in bedrijf)
 Het waarderen van toekomstige (onzekere) kasstromen
 Cruciaal voor succes of falen van een bedrijf
 Aspecten:
o hoeveel opbrengsten genereert de investering?
o wanneer?
o met welk risico?
 Problematiek van waarderen van onzekere, toekomstige kasstromen
o AW (cash in) >> AW (cash out)
o Investeren (I) : cash out ↔ cash in (onzeker)
 Of het een goede investering is, zal afhangen van de cash dat terugkomt
 MAAR bedrijf weet niet in het begin waar de cash vandaan komt (verschillende klanten)
 Aandelen veel makkelijkere investering → geld komt van dividenden of uit de verkoop van
aandelen

Financieringsbeslissingen (cash ophalen of uitkeren) :
DOEL : financiële middelen mobiliseren en beheren om de financiële doelstellingen van de onderneming te bereiken
 LT financieringsbeslissingen:
o Kapitaalstructuur
o Eigen vermogen : autofinanciering
 LT schulden
 KT financieringsbeslissingen
2

, o Kasplanning
o Lenen en beleggen op KT
 Risicobeheer
 Financiële doelstellingen van de onderneming
o Winstmaximalisatie ? → LT of KT? → Via welke boekhoudmethode?
 Doelstelling van het bedrijf = winstmaximalisatie
o Opdrijven omzet of marktaandeel → impact op winstgevendheid Marktwaarde
= prijs  aandelen
o Maximalisatie marktwaarde van de onderneming
 = actuele waarde (present value) van het huidige aandelenkapitaal
 = actuele waarde van alle verwachte toekomstige winsten
 Winst en cash zijn verwant met elkaar, maar niet gelijk aan elkaar


Wij als markt hebben informatie → deze informatie heeft
invloed op de waarde (ook al kunnen we die niet zien) → prijs
past zich constant aan op basis van nieuwe informatie (slechte
informatie, dan prijs ↓ en goede informatie, dan prijs ↑) →
gebeurt niet enkel op basis van informatie, maar ook op basis
van vertrouwen (vertrouwen in wat het bedrijf doet en de
bereidheid om er meer voor te betalen) → bij sommige
bedrijven/producten vertrouwen belangrijker dan info → prijs ↑


Examenvraag : risico en rendement moeten hand in hand gaan en is hetzelfde voor een risicovol en niet risicovol
bedrijf.
Antwoord : Fout, Rendement van het risicovol bedrijf is minder waart dan het rendement van het niet risicovol
bedrijf. Om een risicovol bedrijf op de markt te brengen, moet je meer opbrengsten generen om meer waard te zijn.


o Maximalisatie marktwaarde → maar niet koste wat het kost:
 Shareholder doctrine vs. stakeholder doctrine
 Ook rekening houden met niet-aandeelhouders
 “stakeholders”: werknemers, klanten, leveranciers, schuldeisers, overheid,…
 CSR, ESG, SDG, duurzaam, investeringen …
 Reputatie hooghouden En-en verhaal : waarde creëren en goed zijn
 Integriteitsbeheer voor de maatschappij → toekomstige risico’s
 Governanceregels (“deugdelijk bestuur”) bedrijf verlagen = waarde bedrijf stijgen.
Op een duurzame manier werken → werkt
alleen als de markt daarvan overtuigd is

Ethiek & managementobjectieven :
 “Crime doesn’t pay”:
o Waarde is AW(cash) → verleiding om te “liegen” over cash

 Zware gevolgen voor aandeelhouderswaarde → beleggers dumpen aandeel
o Reputatieschade : mensen gaan minder kopen en hierdoor zal de winst dalen
o Risico : op rechtszaken .. hierdoor prijs dalen

 Discipline mechanisme = zorgt ervoor dat bedrijven niet overdrijven met hun cijfers (mooier voorstellen)
3

,  Bedrijven die beter doen, dan ze moeten doen, worden daarvoor beloond (rendementen op aandelen hoger)
o Omgekeerd ook waar → bedrijven die slechter doen, worden afgestraft op de beurs

Agency problemen
 Mogelijke oorzaak fraude / ethische problemen → agency problemen
o 2 partijen : aandeelhouders (eigenaars) & managers
o Agency problemen (kosten) ontstaan wanneer de eigenaar niet meer de manager is
o DAN manager beslissen over de kassa (geld) terwijl die niet van hem is
o Gevolg : manager gaat dingen doen die niet zorgen voor meer waarde voor het bedrijf (vb. goud wc)

 Delegatie van bestuur: aandeelhouders → management
 Managers treden op als agenten van de aandeelhouders
o Zorgt voor continuïteit :
 Aandeelhouders kunnen aandelen verkopen
 Management kan bedrijf verlaten
 Laat toe bekwaam management te engageren

→ Maar: verschil in informatie & objectieven → Waardecreatie voor wie?
 Eigenaars willen waarde creatie (waarde creatie voor de aandeelhouders), maar zowel eigenaars als
manager hebben veel macht → agency conflict!

 Oorzaak: scheiding eigendom en management
o Management heeft soms andere doelstellingen dan maximalisatie waarde van de onderneming
 Agency-kosten (gevolg van agency probleem)
o Luxe-uitgaven management
o Streven naar persoonlijke invloed & macht (manager liefst grootste bedrijf i.p.v. waardevolste)
o Kosten voor controle op het management (revisoren)
 Revisoren = controleurs → kost die manager niet letterlijk creëert
o Afkeer van aantrekkelijke, risicovolle projecten
 Sommige managers nemen te veel risico en sommige te weinig risico

 Oplossingen voor agency problemen:
1) Verloning volgens resultaat (incentive pay)
 Belangen van de stakeholders (aandeelhouders, management, personeel …) lopen niet gelijk
 → Zorgen dat managers en aandeelhouders werken naar hetzelfde doel
 Oplossing:
 Aandelenopties bovenop basisloon Op deze manier zal de manager doen wat
 Grote bonus bij stijging aandelenkoers goed is voor het bedrijf
 Kritiek: bevordert KT-denken en risicogedrag
 Probleem : beurs is heel gevoelig, manager kan in de verleiding komen niet de juiste
informatie te delen (=liegen) hierdoor koers op KT snel omhoog
 Op LT niet altijd de beste manier
 ! Managers moeten de juiste risico’s nemen
2) Op de beurs gaan (controle door veel partijen)
 Marktdiscipline: opvolging resultaten via:
 Analisten
 Kredietinstellingen Veel partijen die in de gaten houden wat je doet
 Rating agencies vanaf het moment dat je de beurs op gaat
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cedrinestevens1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €29,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€29,99
  • (0)
  Ajouter