Samenvatting film- en televisiegenres
1 Les 1: Inleiding
Genres zijn moeilijk te definiëren
• = Herkenbare set om medium specifieke output te ordenen
• = Set van verwachtingen – herkend én erkend
➔ Genre is niet altijd een eenduidig concept, moeilijk waar het begint en eindigt
➔ Het gaat niet alleen over de cinematografie (bv. muziek in musical; cowboy in Western;
lachband in sitcom) en andere tekstuele kenmerken maar ook om de verwachtingen van het
publiek en de makers = wisselwerking tussen industrie & publiek
• Veranderlijk en context gebonden
Classificatiemechanisme
• In eerste plaats klasseren ze tekstjes in bepaalde hokjes obv overeenkomst of oppositie
o Narratief, vormelijk etc groeperen
o Het is niet zo omdat voor een bepaald genre narratieve kenmerken het genre
bepalen vb. kijker weet meer dan personage = thriller (verhaalstructuur) dat dat ook
zo bij andere genres belangrijk is bv. musical: het gebruik van muziek
• Maar dit is noch waterdicht, noch universeel
o Geen wetenschap, altijd discussie mogelijk door overlap
Dynamisch geheel van conventies
• Codes (woord benadrukt de artificiële constructie van genres)
o Onderlinge gelijkenissen
▪ Je gaat bepaalde dingen uit de tekst halen die highlighten dit is een western
o Verschillen met anderen
▪ Codes kunnen ook omgekeerd werken bv. de film heeft cowboys en
harmonica → geen fantasy
• In de eerste plaats tekstuele cues
o Bv. The Thing is thriller want suspens in muziek
o Bv. Defdas is Bollywoodfilm want indische personages, indische muziek
o Iconografie: symbolische vormtaal bv. Lange shots in savannes → western
o Verhaalstructuur bv. Sitcom: status quo - misverstand – status quo
o Thematiek bv. scifi: als het gaat over de nabije of verre toekomst, impact
technologie, ontgroeien van onze planeet dus moet niet altijd met veel aandacht
voor iconografie zoals lightsabers
o Personages bv. Soaps: grote diverse, alledaagse cast
→Maar dit vormt allemaal complexe combinaties!
• Maar ook extra-teksuele en paratekstuele cues! = repertoire van elementen
o Studio’s/maker: bv. als je weet dat het Marvel is denk je snel aan superheldenfilm,
hoeft niet per se teksutele kenmerken te zien hiervoor
o Culturele context: bv. bollywood, anime, krimi (duitse politieseries)
o Circuit: context ook belangrijk bv. film die op Sundance filmfestival verschijnt = miss
alternatiever?
, ➔ Genre is an sich niet een bepaald kenmerk van een film/serie, maar het
betekenisgevingsproces rond de film/serie
• Wankel instabiel en veranderlijk
o Vaste elementen zijn maar beperkt toepasbaar
o Conventies zijn niet uniek → genres worden meer ingrediënten
o ‘Pure’ genreproducties zijn zeldzaam
o Bv. The hateful 8: thriller/western → murder mysterie maar met western vibe
o Door te praten over het concept als iets wankel, zorgen we voor meer reflectie en
evolutie binnen genretheorie
o Intertekstualiteit & jouissance: the joy of spleen met genres, reflexief schrijven
Functioneel concept
• Genres stellen ons in staat om teksten te classificeren en ook alleen maar dat
• Geeft makers mogelijkheid om eigen werk te positioneren en verfijnen
• Geeft kijkers mogelijkheid om hun verwachting te kunnen cureren
• Genres are not to be seen as forms of textual codifications, but as systems of orientations,
expectations and conventions that circulate between industry, text and subject. (Neale, 2000)
Genreherkenning & erkenning
• Culturele kennis
• Plezier van voorspelbaarheid bv. je weet hoe politiedrama, sitcom in elkaar zit
• Plezier van verrassing door mix van genres
Distinctie en onderscheid: hiërarchie
• Je smaak, wat je leuk vindt, zegt veel over je maatschappelijke positie, klasse identiteit
• Genres hebben daar dus ook iets mee te maken
• Genres in hiërarchie plaatsen
o vb. als je zegt “ik ga straks naar thuis kijken, da wordt zalig”, dan lachen mensen
o vb. vroeger was je een weirdo als je sci fi keek, terwijl het afgelopen 10 jaar wel
opwaardering gekregen
o realisme vs escapisme
o is het kunst of amusement bv. sitcom vs call me by your name
o serieuze, universele thema’s vs. triviale thema’s en oppervlakkige behandeling
o spirituele, intellectuele vs. lichamelijke repons
o verfijnd, opgevoed vs. vulgair, dom publiek
o …
• Kritisch discours, gedeeld door industrie & publiek bv. als er nu iets wordt uitgebracht dat
mooi past binnen genreplaatje wordt dat tegenwoordig afgedaan als niks meer dan mooie
genreoefening
• Hybridisering en ‘genrebuwstzijn’
,2 Filmgenres
2.1 Definitions of genre (Neale, 2000)
• Kernwerk in denken over filmgenres: grondig overzicht van bronnen & ideeën in jaren 90
over genres: academische & critici bronnen
• Neale wijst op beperkingen van denken over genre
Genre & Hollywood
• Overzicht & synthese
o Genre: type van film, soort film e.g. horror
o Subgenre: onderverdeling binnen genres, specifieke trends of stijlen e.g. body horror
o Cycle: groep films die gemaakt zijn binnen een gelimiteerde tijdsperiode en vooral
gemaakt door kenmerken van individueel commercieel succes
▪ = niet zo zeer een subgenre, maar thematische trend die wegens bepaalde
kenmerken samengevormd kan worden tot cyclus, maar kan ook te maken
hebben met regisseur of productiehuis e.g. slasher horror
• Focus op mainstream
o Discussie over genres, is vooral gefocust op mainstream, commerciële films en
Hollywood films in het bijzonder
o Genre films zijn die commerciële films die door herhaling en variatie herkenbare
verhalen, karakters en situaties vertellen → bepaalden het popularie van cinema als
culturele en conomische institutie – vooral in VS
▪ Hollywood studo’s zijn soort industrieel model gebaseerd op massaprodutie
o Maar als we genres zien als ‘soort’ films, moeten we ook de niet-Amerikaanse films
betrekken, daar is wel aandacht voor, maar de meeste genreliteratuur is gefocust op
de commerciële langspeelfilm en op Hollywood
Oorsprong genrestudies
• Zelfs in klassieke oudheid dachten ze er al over na bv. epos en pastorele bij Grieken
• Die categorieën waren destijds minder vast (in literatuurwetenschappen) <-> label op een
tekst kunnen plakken
• historische shift want voor 20e eeuw was dat terugvallen op codes en formules essentieel
onderdeel van cultuur
• nabootsen van dingen, oeuvre opbouwen rond zo goed mogelijk Raphael imiteren
• Dan cultslag naar autonome kunstenaar die iets helemaal anders maakt dan al bestaat
Genrekritiek & theorie
• Neal merkt op dat de oudere voorbeelden van genretheorie ni super enthousiast waren over
genre
o Auteurs vaak beïnvloedt door massa media paradigma (frankfurter schule) en
maakte groot onderscheid van cultuur met grote en kleine c
o Hollywood films gezien als
▪ commercieel geproduceerd
▪ gericht op een massapubliek,
▪ ideologisch en esthetisch conservatief
▪ vervat van waarden van entertainment en fantasie ipv realisme en serieuze
esthetische stijl
, →Nadruk in dat soort literatuur lag heel vaak in de mate waarin genres aantonen
dat cinema een soort inferieur massaproduct was, cheap entertainment
o Dus films die binnen bepaalde genreconventies vielen, bevestigde het idee in die tijd
dat genres een afgestoomde vorm van cultuur waren, dus de gelijkenissen tussen
films wilden zeggen dat het niet de moeite waard was om er aandacht aan te geven
o = formulair & homogeen
• Jaren 60 kantelpunt
o Volwassenwording van de genrefilm, meer en meer over specifieke genres spreken
en meer en meer geschoolde auteurs bezig met nadenken over genres + zijn hier
mee opgegroeid bv. in tienerjaren alle western films van iemand gaan kijken
o Dus meer appreciatie voor het nadenken over genre
o Ook de periode waarin cultural studies begint op te komen (appreciatie voor pop
culture)
o Impact van Franse auteurstheorie & Frans filmtijdschrift Cahier du cinéma op film-
analyse niet te onderschatten
▪ Tijdschrift schreef de basisprincipes van filmkritiek en filmtheorie
▪ Artikel was manifest voor ‘la politique des auteurs’ = auteurstheorie
▪ Aandacht voor auteurs met kenmerkende stijl, thema’s, objecten, motieven
o Voorheen: filmcritici willen enkel spreken over cultuur met grote C
<-> filmregisseurs worden dan toch gezien als auteurs met eigen stijl en oeuvre wat
de moeite waard is om te bespreken, ook aandacht voor vorm, mise-en-scène en
thematiek
o Er ontstaat een soort van ruimte (door Cahier du Cinéma) om populaire producties
toch te bekijken als cultuur met grote C → moeite waart om te bespreken door
cultuur critici
o Bv. als je meer aandacht geeft aan iemand zijn eigen stijl van western films, zorgt
dat ervoor dat je ook meer nadenkt over wat western films zelf zijn
• Waardering vrij recent: link ‘genre’ en ‘populaire’
o Verschil met kunst: niet enkel expressie van auteur is belangrijk
o Ryall: rol van publiek mag niet vergeten worden (onderschat in auteurstheorie)
o Wisselwerking: genre-driehoek: “The master image for genre criticism is a triangle
composed of artist/film/audience. Genres may be defined as
patterns/forms/styles/structures which transcend individual films, and which
supervise both their construction by the film maker, and their reading by an
audience” (Ryall, 1975).
Genrestudies
• Contouren van genrestudies ontstaan vanaf jaren 2000
• Iconografische nadruk
o vroegere auteurs gingen vaak methodes lenen bij andere auteurs en discipline
o Iconografie onderdeel van kunstwetenschappen: specifieke vormen en elementen in
schilder- en beeldhouwkunst
o Collin McArthur: ontwikkelt nadruk op welke filmische en visuele aspecten gaan
eigen genres definiëren
▪ ! maar wel duidelijk dat hij dit paradigma vooral gebruikte om horror en
western films te analyseren, die nu net heel goed de generische icongrafie
typeren → moeilijk om dit bij andere genres toe te passen