LEERSTOF INLEIDING IN DE HULPVERLENING
LES 1: introductie, oplossingsgericht werken, empowerment
Begrippen:
Psychosociale hulpverlening
In de term “psychosociale hulpverlening” zitten drie onderdelen:
Hulpverlening: Het gaat om een gericht proces van samenwerking tussen de hulpverlener en zijn cliënt +
omgeving waarbij samen gezocht wordt naar een antwoord op een hulpvraag van de cliënt.
Psycho: het gaat om het positief beïnvloeden van de beleving, het welbevinden, de houding en het denken van
de cliënt.
Sociaal: het gaat om het positief beïnvloeden van het gedrag van de cliënt en de wisselwerking met de sociale
situatie (=geheel van relaties: gezin, buren, vrienden, school, werk, sport,...) waarin hij zich bevindt.
Caritatief denken
Caritatief betekent dat men zorgt voor de minst bedeelden in de maatschappij. In dit denken (en het daarmee
gepaard gaand handelen) is hulpverlening een éénrichtingsverkeer waarbij er iemand geeft (de hulpverlener) en
iemand ontvangt (de cliënt of hulpvrager). In dit denkpatroon wordt de cliënt bekeken als een onmondig en
afhankelijk wezen dat blij en dankbaar moet zijn voor de geboden hulp. In zijn extreme vorm spreken we van
betutteling (in deze vorm van hulpverlening voelt de cliënt zich gekleineerd).
Socialisatie
Het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn
groep krijgt aangeleerd en deze overneemt. De waarden, normen en motieven die je van thuis uit meekreeg
passen werkelijk bij jou.
Kennis:
Geef drie elementen uit de maatschappelijk context die een invloed hebben op de psychosociale
hulpverlening met een woordje uitleg.
1. Digitalisering
Niet iedereen kan profiteren van internet en e-mail vanwege geld of vaardigheden. Voor mensen met beperkte
leesvaardigheid is de gebruikelijke verwijzing naar online informatie lastig. Sommigen kunnen de snelheid van
de maatschappij niet bijbenen, waardoor ze moeite hebben voor zichzelf te zorgen. Het persoonlijke contact
tussen mensen vermindert, en we zien negatieve effecten van sociale media, zoals stress en eenzaamheid.
2. Interculturalisatie
Interculturalisatie betekent dat verschillende culturen samenleven. Dit gebeurt omdat de wereld meer met
elkaar verbonden is, bijvoorbeeld door politiek, economie, en klimaatverandering. Hierdoor ontstaat diversiteit,
wat betekent dat mensen van verschillende achtergronden samenleven. Soms is het moeilijk omdat mensen
verschillende gewoonten en normen hebben. We moeten nieuwe manieren vinden om goed met elkaar om te
gaan en elkaars sterke punten te waarderen. Het is eigenlijk een aanpassing aan het feit dat onze samenleving
steeds diverser wordt.
3. Globalisering
Globalisering betekent dat de wereld meer met elkaar verbonden is. Door vrijhandel is de economie veranderd,
wat vraagt om flexibiliteit en het aanleren van nieuwe vaardigheden. Mensen die minder goed zijn opgeleid,
minder flexibel zijn of ouder zijn, kunnen moeite hebben met deze veranderingen. Dit kan leiden tot
onzekerheid over werk en inkomen, en er is een risico op tweedeling in de samenleving tussen degenen die wel
en niet kunnen meekomen met de veranderingen.
1
, Wat is empowerment + woordje uitleg?
Empowerment =
- Proces van versterking (greep krijgen op eigen situatie en omgeving) en verbinding van personen,
organisaties en groepen met elkaar en met de samenleving
- Impliceert een krachtgerichte zorg (met erkenning van kwetsbaarheden)
- Basisvoorwaarden: een positieve basishouding en passende participatie (erkenning van
ervaringsdeskundigheid)
- Prioritaire aandacht is er voor kwetsbare personen- personen of groepen in een minderhedenpositie of
afhankelijkheidssituatie (bijvoorbeeld patiënten, etnisch-culturele minderheden, vluchtelingen,
vrouwen, personen met een beperking, ouderen, gezinnen in een problematische opvoedingssituatie,
mensen in armoede)
Empowerment is een denk- en handelingskader dat onze manier van kijken, denken en handelen op een
specifieke manier inkleurt met duidelijke gevolgen voor interventies, onderzoek en beleid. Het biedt een ander
verhaal dat anders is dan het gekende, het gewone. Het is geen tovermiddel dat pasklare antwoorden of
procedures aanreikt. De toepassing gebeurt steeds op maat van de context, de betrokken doelgroep, de
organisatie, de werkvorm et cetera. Het gaat niet om het al dan niet beschikken over empowerment. Er zijn
gradaties en dit proces is niet lineair en steeds bepaald door de context. Men kan steeds verder groeien in het
empowermentproces.
Wat is oplossingsgericht werken + woordje uitleg?
Wat? Mensen activeren in de richting van de gewenste situatie door hen te helpen een brug te bouwen
tussen succes in het verleden en succes in de toekomst. Kleine stapjes zetten in de richting van de gewenste
situatie.
Beweging gekenmerkt door volgende doelen:
- Genereren van hoop op verandering
- Creëren van focus op oplossingen ipv alleen maar op problemen
- Respectvolle, authentieke aandacht
- Geef de ander het gevoel dat hij/zij begrepen wordt
Toepassingsvragen:
Waarom is een Eigen Kracht Conferentie een voorbeeld van een “empowerende” methodiek?
Een Eigen Kracht Conferentie is een empowerende aanpak waarbij mensen die betrokken zijn bij een probleem
of situatie bijeenkomen. In plaats van dat professionals beslissingen nemen, bedenken en kiezen de deelnemers
zelf oplossingen die passen bij hun ervaringen en behoeften. Door samen te werken en de krachten binnen hun
gemeenschap te benutten, versterkt deze aanpak het gevoel van controle, eigenwaarde en zelfredzaamheid van
de betrokkenen. Het zet hen aan tot actie en maakt duurzame oplossingen waarschijnlijker.
Geef voor de casus van X drie oplossingsgerichte vragen die je kan stellen (komt aan bod in je
casusopdrachten)
1. In de situatie die je hebt beschreven, wat werkte er wel?
2. Wat zou je willen dat zich niet meer herhaalt?
3. Hoe zou je het anders willen doen als dit zich weer voordoet
2
, LES 2: Psychosociale hulpverlening is een interactie/ ik als hulpverlener/
samenwerkingsrelaties
Begrippen:
Genogram
o Om de familie, levensgeschiedenis van een cliënt in kaart te brengen
o Stamboom met 3 of 4 generaties en hun onderlinge relaties
o Inzicht en aandacht voor het levensverhaal
o Symbolen en tekeningen
Vierkantje = man, cirkeltje = vrouw
Naam + geboorte/sterfdatum bij ieder persoon
Oudste kind links, zo opschuiven naar rechts in leeftijdsvolgorde
2 grondregels omdat het maken van een genogram emoties kan oproepen:
Start met feiten
Start eenvoudig: huidig gezin (eigen of van herkomst)
Ecogram
o “röntgenfoto” van het sociaal netwerk- brengt de belangrijke sociale contacten op verschillende
leefgebieden in kaart
o Een beel van de omvang van het netwerk en de praktische en emotionele steun die het
netwerk geeft
o Informeel netwerk: familie, vrienden, kennissen, buren…
o Professioneel netwerk: collega’s, dokter, huishoudhulp, hulpverleners…
o Tekening:
Cirkel in het midden met naam van de cliënt
Andere cirkels er rond voor elk persoonlijk contact: G (gezin), F (familie), V (vrienden), B
(buren), K (kennissen), Z (zorgverleners)
Soort ondersteuning: P (praktische steun), G (gezelschap), A (advies en info), E
(emotionele steun)
Vrijblijvende samenwerkingsrelatie
o Cliënt zelf heeft geen probleem
Vb. na verloop van tijd blijkt druggebruik en geweld in de relatie. Evi en Fabrice vinden
dit normaal. Er is geen probleem.
Een zoekende samenwerkingsrelatie
o Cliënt ziet het probleem wel maar zien geen eigen bijdrage aan de oplossing
o Er is een klacht maar geen werkbare hulpvraag
Vb. een ruzie escaleert. De politie wordt er bij gehaald. Consulent van de JRB komt
erbij. Evi vindt het heel lastig.
Een consulterende samenwerkingsrelatie
o De cliënt ziet het probleem en wil zelf ook werken aan verandering
o Je kan als hulpverlener doelstellingen afspreken
Vb. evi is uit huis gezet. Baby dylan is geplaatst. Ze komt in tranen aan en vraagt hulp.
Vb. evi is 17 jaar, zwanger, komt in CIG terecht. Ruzie met mama, contactverbod met
papa. Nieuw lief fabrice die mee voor baby wil zorgen. Haar aanmeldingsvraag is
ondersteuning bij geboorte en start met de baby zodat ze haar school kan afmaken.
Een co-expertrelatie
o De cliënt kan zelf oplossingen bedenken voor zijn probleem, en eigen krachten en die van de
omgeving helemaal benutten
Vb. Als de gezinsleden zelf oplossingen kunnen bedenken voor hun problemen en als ze
daarbij hun eigen krachten en die van de omgeving ten volle benutten.
De begeleider applaudisseert en rondt de begeleiding af.
3