Het vak beroepsmethodiek, deel recht. Een document met alle antwoorden op de doorgestuurde examenvragen van de docent Leen Van Aken. Ook alle nodige afbeeldingen uit de cursus zitten verwerkt in deze beknopte samenvatting terverduidelijking.
1. Definitie van het recht
Het recht is het geheel van gedragsregels, opgelegd door de overheid, die binnen de maatschappij tot
doel hebben het maatschappelijk leven te ordenen en waarvan de naleving kan worden afgedwongen.
Het recht omvat dus:
- Geheel van gedragsregels: deze maken het mogelijk om mensen met tegenstrijdige belangen te laten
samenleven
- Opgelegd door de overheid (dit in tegenstelling tot deontologie: zijnde de regels die worden opgelegd
door een bepaalde groepering of vereniging van professionelen aan zichzelf)
- Recht kan worden afgedwongen: zonder dwang zijn rechtsregels niet efficiënt. Deze dwang kan zowel
fysiek (gevangenis) zijn als financieel (boete). Rechtsregels kunnen slechts worden afgedwongen door
de rechtelijke macht, men mag zelf geen recht afdwingen.
- Recht beoogt de ordening van de maatschappij.
2. Dwingende en aanvullende rechtsregels
Van dwingende rechtsregels (ook wel imperatief recht genoemd) kan niet worden afgeweken, ook niet
bij overeenkomst. Indien een overeenkomst toch dergelijke afwijking bevat, wordt de clausule of
eventueel de volledige overeenkomst als nietig (onbestaande) beschouwd.
Van aanvullende rechtsregels kan worden afgeweken bij contract. De hiërarchie is dus eerst het
dwingend recht, dan de contractuele bepalingen en vervolgens het aanvullend recht.
3. De vermogensrechten, in bijzonder het begrip intellectueel recht
Men onderscheidt de volgende vermogensrechten:
- Zakelijke rechten (art. 3.3 NBW): verlenen de rechthebbende onmiddellijke macht op de
zaak zelf, d.w.z. men behoeft niet de tussenkomst van een derde persoon vb. eigendom1,
vruchtgebruik en erfdienstbaarheid.
- Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: men verwerft het recht om iets van een
andere persoon te vorderen: vb. huurrecht
- Intellectuele rechten: men verwerft rechten op een creatie of schepping: vb. auteursrecht
, 4. De diverse types van goederen: essentieel is dat een intellectueel recht
een onlichamelijk roerend goed is
Overeenkomstig art. 3.41 NBW zijn goederen in de ruimste zin alle voorwerpen die vatbaar zijn voor
toe-eigening, met inbegrip van de vermogensrechten. Het NBW stelt uitdrukkelijk dat voorwerpen
ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig zijn, lichamelijk of onlichamelijk zijn, te onderscheiden zijn van
dieren. Dieren hebben in tegenstelling tot voorwerpen een gevoelsvermogen en biologische noden.
Voorwerpen en dieren zijn daarnaast te onderscheiden van personen (art. 3.38 NBW).
Welke types van goederen worden er juridisch onderscheiden:
- Roerende en onroerende goederen
Alle goederen zijn roerend of onroerend. Alles wat niet onroerend is, is roerend.
Roerende goederen zijn goederen die van de ene naar de andere plaats kunnen overgaan of kunnen
worden overgeplaatst (dieren; meubels, geld, auteursrechten enz.)
Onroerende goederen zijn goederen die zich niet verplaatsen of die niet of zeer moeilijk verplaatsbaar
zijn (grond, gebouwen, buizen, bomen, planten enz.). Men maakt een onderscheid tussen onroerende
goederen uit hun aard en door incorporatie.
- Goederen die aan iemand en goederen die aan niemand toebehoren
- Goederen in de handel en buiten de handel
Buiten de handel zijn bijvoorbeeld de goederen behorend aan het publiek domein zoals de wegen.
- Lichamelijke (tastbaar) en onlichamelijke (niet tastbare zoals intellectuele rechten) goederen
Voorwerpen zijn lichamelijk of onlichamelijk. In tegenstelling tot onlichamelijke voorwerpen kunnen
lichamelijke voorwerpen zintuigelijk worden waargenomen en worden gemeten middels een
momentopname.
- Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
Verbruikbare gaan teniet bij het eerste normale gebruik (appelen, peren, geld enz.)2
Niet-verbruikbare gaan niet teniet bij eerste normaal gebruik (auto, stoel, tafel enz.)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur leonieuyttebroeck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.