2023-‘24
Werken in Team
Fay Van Der Sypt
2023-‘24
,1 Wat is een team?
1.1 Wat is een team?
1.1.1 Een categorie van mensen
Categorie: mensen die e. gemeenschappelijk kenmerk delen
Geen onderlinge afhankelijkheid of interactie
Vb: mensen met een piercing, alle adoptiekinderen
1.1.2 Een groep is nog geen team
Groep
o Gezamenlijke interesse, individuele bijdragen, interactie
o 2/ meer personen die omgn met elkaar
o Sociale identiteit: bewustzijn v/e persoon tot e. bep. groep te behoren & door
anderen als zodanig behandeld te worden
Kenmerken groep
o Directe contactsituatie: meer interactie tssn leden v/d groep dan met anderen buiten
d. context
o Groepsbewustzijn: leden zijn zich bewust v. hun lidmaatschap
o Motivatie: invulling v/e belang/ behoefte
o Doelgerichtheid: leden gn om met elkaar met e. bepaalde bedoeling
o Structurele elementen: groepsstructuur & afspraken
o Interdependentie: leden hebben invloed op elkaar
o Interactie: invloed hebben op & terwijl beïnvloed worden door d. groepsleden
1.1.3 Het team als specifieke eenheid
Team: mensen die samenwerken a.e gemeenschappelijk doel
= vaste groep mensen die werkt a.e gezamenlijke taak, waarbij deze mensen v. elkaar
afhankelijk zijn om hun gezamenlijke doelen te realiseren
1.1.4 Wat als we veralgemenen?
Stereotype: Generalisatie v/e groep mensen ongeacht de feitelijke variatie i.d groep
o Vb: Alle Limburgers spreken traag, alle blondjes zijn dom, meisjes houden v. roze,
jongens van auto’s, tattoo = marginaal
o Nadeel: beperkte blik op wereld
o Voordeel: werkelijkheid vereenvoudigen maakt multiculturele sml waarin we vndg
leven meer behapbaar vr sommige mensen
Subcultuur/ subgroep: levenswijze v/e bijzondere groep mensen die afwijkt v/h ‘gangbare’
o Vb: Gabbers, emogirls, gothics
Stigma: afwijkend kenmerk dat door d. maatschappij als minderwaardig wordt beschouwd,
negatief gewaardeerd kenmerk (= steeds negatief)
1.2 Wat speelt er in een team?
1.2.1 De bijdrage van het individu
Team = samengesteld uit teamleden stuk vr stuk individuen met elk hun attitude, kennis,
vaardigheden, competenties, talenten & kwaliteiten
Attitude
o = houding die men aanneemt tov iets/ iemand
1
, o Bepaald door hoe je over dat aspect/ persoon denkt
o = gevoelsgeladen vooringenomenheid tav e. object, persoon, gebeurtenis
o Zal zich tonen i. samenspel v. 3 componenten
Affectieve component (voelen)
Cognitieve component (denken)
Gedragscomponent (doen)
o Somm. attitudes = aangeboren, de meeste zn resultaat v. ervaringen
Kennis
o Zuiver cognitieve component
o Kan je vergaren, nt aangeboren
o = Datgene dat we weten door overdracht v. info/ via ervaringen/ opleidingen
o Kan zich ook voordoen als e. inzicht dat we doorheen onze levensloop geregistreerd
hebben
Vaardigheden
o = vermogen om e. handeling bekwaam uit te voeren
o Kunnen aangeleerd worden door te oefenen
Talent & kwaliteit
o Aangeboren
o Natuurlijke aanleg die elk v. ons heeft, gave die we meekrijgen vanaf geboorte
o Eigenschappen die iets zeggen over wie je bent
o Maken deel uit v. DNA
o = patronen i. ons handelen & denken die v. nature sterk zn ontwikkeld
o Vdh’en die vr jou als vanzelfsprekend lijken, kosten geen moeite/ energie
o Anderen merken jouw talenten vaak sneller op dan jijzelf omdat talent als natuurlk
voelt
Competentie
o Beschrijft gedrag zoals dat v. iemand verwacht wordt i.e bepaalde context
o Kunnen ontwikkeld, getraind & beoordeeld worden
o Energie die h. je kost om competentie onder d. knie te krijgen hangt af v. jouw
aangeboren talent
o Competenties die i. lijn liggen met jouw talenten voelen makkelijker om te oefenen
omdat je a.d slag gaat binnen jouw flow-gebied geeft energie
o Competenties worden pas omgezet i. gedrag als je ook over motivatie &
mogelijkheden beschikt
1.2.2 Groepsnormen
Groepsnormen: verwachtingen die men heeft tov elkaar over hoe men met d. taak & met
elkaar omgaat & hoe men zich dient te verhouden tot d. buitenwereld
o Bepalen wat goed/ fout is
o Geheel v. waarden & normen i.e groep = d. cultuur
Meerwaarde cultuur: zorgt vr stabiliteit & voorspelbaarheid bevordert
samenwerken
o Taboe: als gedragsvorm extreem gemeden wordt & thema zelf nt als
gespreksonderwerp mag worden aangesneden
o Mensen zn heel gevoelig aan gedragsnormen
Conformiteit: tendens om je gedrag & mening a. te passen i. overeenstemming met
groepsnormen
2
, kracht wrmee conformiteit i.e groep wordt afgedwongen = verbonden met mate v.
groepscohesie: mate v. samenhang binnen e. groep hoe sterker groep samenhangt, hoe
groter d. druk op d. leden om zich a. te passen a.d groepsnorm
1.2.3 Interactiehypothese
2 elementen v. groepsgedrag: interactie & sympathie
Interactie: hvh aan contacten tssn d. groepsleden (fysiek, virtueel, verbaal, non-verbaal)
Sympathieën:
o Elk v/d deelnemers maakt e. inschatting v. hoe sympathiek, aangenaam we d. andere
leden vinden
o Mate v. sympathie tssn d. leden v/e groep = interpersoonlijke interactie
o Geen sympathie tov andere groepsleden = antipathie
o Factoren die sympathie bevorderen
Fysieke aantrekkelijkheid: mensen die we fys. Aantrekkelk vinden zullen we
positiever evalueren
Gelijkaardigheid: gelijkenissen die we bij elkaar opmerken zoals kledij, religie,
gewoontes. Mensen met wie we gelijkenissen zien, vinden we sympathieker
Geven v. complimenten & positieve boodschappen: kan leiden tot sympathie
op vw dat we h. gevoel hebben dat h. oprecht is
Gelijkheids-attratiehypothese
o Mensen die v. elkaar verschillen voelen zich minder tot elk. aangetrokken, voelen zich
minder met elk. verbonden dit effect is groter dan volgende
o Mensen die gelijkenissen zien bij elk. voelen zich tot elk. aangetrokken & zoeken elk.
sneller op
Interactiehypothese: wisselwerking tssn interactie & sympathie
interacties leiden vaak tot ontstaan v. wederzijdse sympathiegevoelens deze gevoelens
leiden tot verdere interacties
1.2.4 Twee niveaus van functioneren
1. Inhouds- of taakniveau
o Betreft inhoud, info, taak/ opdracht waar team mee belast is
o Alles wat op d. agenda v/e vergadering komt te staan
o Wat er gezegd & gedaan wordt binnen e. groep
o Taakniveau: activiteiten met oog op behalen v/h groepsdoel
o Inhoudsniveau
Initiatief nemen
Zoeken nr & aanreiken v. informatie
Zoeken nr & geven v. meningen
Uitwerken v. voorstellen om groepsdoel te beantwoorden
Coördineren d/d groepsdoelen
Samenvatten v/d bereikte voorstellen
2. Betrekkings- of relatieniveau
o Manier wrop leden v/h team met elk. omgn
o Hoe er gehandeld wordt binnen d. groep
o aanmoedigen, input v. alle groepsleden faciliteren, formuleren v. regels &
procedures,…
3