In dit document zijn alle werkcolleges van het vak IPR familierecht uitgewerkt. Dit zijn niet alleen de uitwerkingen, maar ook de vragen en eventuele aantekeningen die extra benoemd zijn tijdens de colleges.
WEEK 1: HUWELIJK EN ECHTSCHEIDING...........................................................2
WEEK 2: OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID..............................................4
WEEK 3: INTERNATIONALE KINDERONTVOERING..............................................8
WEEK 4: ALIMENTATIE..................................................................................12
WEEK 5: HUWELIJKSVERMOGENSRECHT........................................................16
Stappenplan internationale bevoegdheid in huwelijksvermogensrecht zaken..........22
WEEK 6 - AFSTAMMINGSRECHT.....................................................................25
, WEEK 1: HUWELIJK EN ECHTSCHEIDING
Casus I
Een 25-jarige Nederlandse man en een 30-jarige Nederlands/Soedanese vrouw, beiden
al jaren woonachtig in Den Haag, zijn in 2005 in Khartoum (Soedan) voor de St. Peter en
Paul kerk, een Rooms-katholieke kerk, gehuwd. Als bewijs van het huwelijk overlegt de
vrouw een originele huwelijksakte van die kerk. De man is van mening dat dit huwelijk
geen rechtsgevolg in Nederland heeft, omdat het geen burgerlijk huwelijk is. In Soedan
dient een burgerlijk huwelijk te worden voltrokken voor de 'Khartoum Provincie
Rechter'.
Uit onderzoek blijkt dat in Soedan de betreffende Sint-Petrus-en-Pauluskerk alleen
bevoegd is om huwelijken te voltrekken tussen mensen die zowel tot de rooms-
katholieke gemeenschap behoren als tussen mensen die tot verschillende
geloofsgemeenschappen behoren. Ook blijkt uit door de man overgelegde documenten
dat noch de namen van partijen, noch hun huwelijk in het huwelijksregister van die kerk
voorkomen.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de vraag of aan het huwelijk rechtsgevolg toekomt heeft in
Nederland?
3) IPR vraag Erkenning
4) Haags Huwelijksverdrag 1978 en art. 10:31 lid 1 BW
7)
a) We beginnen bij art. 10:31 lid 1 BW
b) Dan kijken we naar art. 10:31 lid 4 BW. Hebben wij een document wat onder lid 4
valt. Hebben wij een huwelijksverklaring. Er is een huwelijksakte een
huwelijksverklaring, Deze term wordt niet gedefinieerd in NL maar wel in het
verdrag. In dit rapport staat dat de term huwelijksverklaring specifiek gebruikt is in
deze bepaling om een zo breed mogelijke bepaling te hebben. Sommige landen
verstrekken namelijk huwelijksaktes en sommigen een andere vorm. Een
huwelijksakte is dus een vorm van een huwelijksverklaring. (art. 10 vh Verdrag gaat
over art. 10:31 lid 4 BW). Op grond van art. 10:31 lid 4 moet er een
huwelijksverklaring zijn die afgegeven is door de bevoegde autoriteit. Wie is nou
die bevoegde autoriteit in het land van herkomst.
Stel er is sprake van een bevoegde autoriteit is er enkel sprake van een
vermoeden. Dit vermoeden kan nog weerlegt worden. In het geval van gerede
twijfel (van de geldigheid van het huwelijk) kan je voorbij gaan aan dit vermoeden.
Het gaat erom dat het huwelijk geldig is in het land van herkomst. Ook al zou dit
huwelijk wellicht in Nederland niet als geldig beschouwd worden, heeft dat geen
gevolgen voor de erkenning. Religieuze huwelijken die in het buitenland gesloten
worden en daar ook geldig zijn, worden dus ook erkend door NL.
Als je nu zegt dat je gerede twijfel hebt dat dat document geldig is, dan val je terug
op de hoofdregel. Dan moet je gaan checken of er sprake is van een geldig huwelijk
ogv art. 10:31 lid 1 BW. Dan moet je dus induiken op het recht van het land van
herkomst. Als je tot de conclusie komt dat er geen gerede twijfel is, dan is het
, gevolg dat het huwelijk in aanmerking komt voor erkenning. Dan zou het huwelijk in
principe erkent worden, hierbij moet je nog wel checken of de erkenning kan
worden onthouden o.g.v art. 10:32, de grondslagen in de openbare orde exceptie.
Als er geen sprake is van een openbare orde exceptie zal het huwelijk erkent
worden.
De verklaring moet afkomstig zijn van degene die het huwelijk heeft gesloten.
Casus II
Ricardo (Spaanse nationaliteit) en zijn vrouw Barbara (Italiaans/Spaanse nationaliteit).
Ze werken allebei voor het Europees Octrooibureau. Ze hebben 5 jaar (van 2014-2019) in
Den Haag gewoond, maar willen nu scheiden. Barbara kreeg een nieuwe
arbeidsovereenkomst en verhuisde in maart 2019 naar Brussel. Ze wil nu de
echtscheiding aanvragen
NB: België, Spanje en Italië zijn partij bij de Rome III-verordening, Nederland niet.
Vraag 2
Welke Europese rechters zouden bevoegd zijn om kennis te nemen van het
echtscheidingsverzoek van Barbara?
Voordat we in kunnen gaan op de vraag of mensen gaan scheiden, moet je eerst ingaan
op de vraag of het huwelijk rechtsgeldig is.
5) Brussel II-ter
Materieel van toepassing art 1 lid 1 – echtscheiding
Formeel van toepassing art. 6 – formeel van toepassing als er een bevoegde
rechter is op grond van artikel 3.
Temporeel art. 100, op of na 1 augustus 2022 vordering ingesteld.
6) Er zijn geen andere internationale verdragen dus er is geen samenloop
7) Art. 3 lid 1 sub a onder II – is Nederland
Art 3 lid 1 sub a onder III – is ook NL
Art. 3 lid 1 sub a onder V – is België
Art 3 lid 1 sub b – is Spanje. – er hoeft geen rekening te worden gehouden met een dubbele
nationaliteit o.g.v. arrest Hadadi.
Dit betekent dat Barbara kan kiezen naar welke rechter zij gaat. Dit is geen forumkeuze,
maar een rechtskeuze. De tegenpartij hoeft namelijk niet in te stemmen met haar keuze.
Er is namelijk geen forumkeuze mogelijkheid, je mag dit niet op voorhand afstemmen en
mag dit ook niet vastleggen.
Vraag 3
Zouden partijen deze procedure in Nederland aanhangig kunnen maken?
Ja, zie vraag 2.
Vraag 4
Welk recht zou van toepassing zijn op het verzoek als dit wel in Nederland aanhangig
zou worden gemaakt?
, Als de procedure in NL aanhangig gemaakt wordt, kijken we naar art. 10:56 lid 1 BW. De
Rome III Vo. geldt namelijk niet in NL. We kijken hier dus naar de nationale regels van NL.
Ze zouden wel een rechtskeuze uit kunnen brengen omdat ze allebei dezelfde nationaliteit
hebben. Deze rechtskeuze kan gemaakt worden op grond van art. 10:56 lid 2 BW.
WEEK 2: OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID
Casus
Edward (Duits) en Georgina (Duits) hebben elkaar tijdens hun studie in München leren
kennen en zijn in 2013 in Stuttgart samen gaan wonen. In 2014 gaan ze in Stuttgart
trouwen. In 2015 krijgen zij hun eerste kindje, Hannah. In 2017 krijgt Georgina een
nieuwe baan in Dn Haag en verhuist het gezin naar Nederland. De verhuizing heeft
duidelijk effect op hun relatie en in 2021 beslissen partijen om uit elkaar te gaan.
Georgina kan haar baan niet opgeven en beslist om in hun echtelijke woning te blijven.
Edward kan niet aarden in Nederland en partijen beslissen dat hij zal terugkeren naar
Duitsland, samen met Hannah. Op 25 november 2021 is Edward met Hannah naar
Stuttgart verhuisd.
Inmiddels heeft Edward bepaald dat hij eigenlijk wil gaan scheiden. In april 2022
bezoekt hij een advocatenkantoor waar u werkzaam bent als advocaat stagiair. Hij wil
weten of hij een verzoek tot echtscheiding in Nederland kan indienen en tegelijkertijd
wil hij de zekerheid hebben dat de hoofdverblijfplaats van Hannah bij hem in Duitsland
wordt bepaald.
Vraag 1
Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van het verzoek tot
echtscheiding?
Waar is Hanna geboren?
Tabel maken van alle gegevens, nationaliteit en woonplaats per persoon.
Hebben ze wellicht nog een dubbele/andere nationaliteit? Of dat iemand eerder een
andere nationaliteit heeft gehad en door de verkrijging van de nieuwe nationaliteit en van
deze oude nationaliteit afstand heeft gedaan.
Het hebben van een paspoort is niet hetzelfde als het hebben van een nationaliteit.
Bij dit soort vragen eigenlijk eerst checken of het huwelijk erkent wordt/geldig is.
kijken naar art. 10:31 en 10:32 BW.
4) Brussel II-ter Vo
5) Materieel art. 1 lid 1 sub a echtscheiding
Formeel art. 6 als rechter bevoegd art 3.
Temporeel art. 100 op of na 01-08-2022
6) geen samenloop, brussel II-ter vervangt Brussel ii-bis (zie art. 104)
7) art. 3 sub a onder ii en iii Nederlandse rechter bevoegd
Vraag 2
Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van het verzoek van Edward om
de hoofdverblijfplaats van Hannah bij hem te bepalen?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evadorsman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.