Financiële rapportering en
vennootschapsrecht
Vennootschapsrecht (deel 2)
Prof. Dr. Joeri Vananroye
Deel 1: Vennootschapsrecht
0. INLEIDING
- activa en passiva rechtstreeks door rechtssubject zelf verkregen
- bepaalde activa en passiva verkregen van rechtsvoorganger van
rechtssubject = rechtsopvolging
- activa en passiva verkregen door toerekening van handelingen van een
vertegenwoordiger met vertegenwoordigingsmacht = vertegenwoordiging
Rechten van een rechtssubject:
Buiten-patrimoniële rechten: geldelijk aspect is niet doorslaggevend, rechten die je niet kan
verkopen vb. recht om te huwen, recht op vrije meningsuiting, godsdienstbeleving, onderwijs volgen,
… → gaan we niet bestuderen
Vermogensrechten gaan we wel bestuderen!
- Zakelijk recht: eigendomsrecht → zijn tegenwerpelijk aan derden. Je kan het dus opdringen
aan derde, een derde moet hier rekening mee houden. Andere voorbeelden:
erfdienstbaarheid, vruchtgebruik, opstalrecht, …
- Persoonlijke rechten: kan je afdwingen ten aanzien van bepaalde personen. Bij de ene staat
er een recht, bij de andere staat er een schuld of verbintenis. Dit is gebaseerd op een
rechtshandeling (handeling waarop vrijwillige wijze verbintenissen ontstaan zoals bij een
overeenkomst). Andere vormen van verbintenissen ontstaan door een rechtsfeit vb.
onrechtmatige daad (niet vrijwillig!)
- Intellectuele rechten: bijvoorbeeld werk van letteren en kunst
1
,Blauwe kader: verbintenis niet nakomen
Verbintenis niet nakomen: bijvoorbeeld je wil bij iemand televisie kijken. Je sluit een contract: als je
1000 euro betaalt, mag je heel het seizoen van het tv programma kijken. Je kan dit ook bewijzen op
papier. Maar na een paar afleveringen wil de eigenaar van de tv het programma zelf niet meer kijken.
De andere persoon heeft nog steeds het recht om zijn huis te betreden, maar mag niet zomaar de
deur forceren. Hij mag zijn recht niet afdwingen met geweld. Politie komt niet tussen bij elke
onrechtmatigheid. Ze komen wel tussen bij misdrijven (= onrechtmatigheid waar een straf op staat.
Een straf is het opleggen van leed). Straffen worden opgelegd om af te schrikken. In het geval van het
televisieprogramma gaat de persoon van de tv de andere in gebreke stellen. Nadien naar de rechter.
Verstuurt een brief: uitnodiging om te verschijnen in de rechtbank om een schadevergoeding betalen
etc. (=dagvaarding). Als de persoon niet komt opdagen, geeft rechter de schuldeiser gelijk.
Uiteindelijk hebben we een vonnis dat de schuldenaar veroordeelt. Een vonnis heeft gezag van
gewijsde (een rechter heeft gelijk, zijn uitspraak wordt als waarheid beschouwd, zelfs al heeft hij niet
gelijk) en een vonnis heeft uitvoerbare kracht of is een uitvoerbare titel. Aan een vonnis hangt een
formulier van ten uitvoer legging (= vonnis uitvoeren met geweld). Als het vonnis een
schadevergoeding betalen is, en de persoon betaalt deze niet, dan zullen de schuldeisers komen en
dit uitwinnen (deurwaarder). Overheidsgeweld is nodig! Zij krijgen een monopolie van geweld (zie
blauwe pijl)
1. RECAPITULATIE HANDELSRECHT
Wet van 11 augustus 2017
Toepassingsgebied van faillissementsrecht is
uitgebreid. Vandaag de dag kan elke onderneming
failliet verklaar worden dus elke rechtspersoon,
elke vennootschap en elke zelfstandige.
Handelsrecht is dus afgeschaft → hervorming
ondernemingsrecht: handelaar is afgeschaft! Is nu
ondernemer.
Meerdere mensen verbinden zich: iedereen is
aansprakelijk voor zijn deel. Tenzij je dit anders
afspreekt. Een regel die geldt, tenzij je anders
afspreekt noemt men een regel van aanvullend recht. Regel van dwingend recht mag je niet van
afwijken. Indien het ondernemingen betreft die zich samen verbinden dan zijn deze hoofdelijk
verbonden vb. drie ondernemingen huren opslagplaats, dan kan iedereen volledig aangesproken
worden en niet alleen voor zijn deel. Het voordeel hiervan is dat er maar een keer een deurwaarder
moet langskomen indien de schulden niet nagekomen worden. Wanneer 1 van de 3 ondernemingen
insolvabel is (er is niets meer te halen bij deze partij), dan maakt hoofdelijkheid zeker een verschil!
Want als ze aansprakelijk zijn voor hun deel, zal de derde onderneming niets kunnen betalen. Bij
hoofdelijkheid zal het wel betaald worden. Als je schuldenaar niets heeft, is je recht waardeloos. Dan
is de kans groot dat je je geld niet terugziet. Maar als je de regel van de hoofdelijkheid toepast, zie je
wel al je geld terug. Je zal je geld gaan halen bij de persoon die het meeste geld heeft (en dus niet bij
de insolvabele persoon). Hoofdelijkheid is een zekerheid voor de schuldeiser. Maar dit verhoogt ook
het risico voor de medeschuldenaren dat ze moeten opdraaien voor de insolvabiliteit van een ander.
2
,Wet van 15 april 2018:
Elke rechtspersoon is een onderneming, elke vennootschap is een onderneming en elke zelfstandige
is een onderneming! Rechtspersoon: rechtssubject dat geen mens is
Wetsontwerp invoering WVV:
Derde grote stap: WVV → vanaf 1 mei 2019. Je moet enkel het nieuwe recht kennen, niet het oude
recht.
Snoepwinkel Sweet vs Snoepwinkel Sour
‘Onderneming’ als entiteit ≠ ‘Onderneming’ als geheel van activa gebruikt voor
ondernemingsactiviteit
Handelszaak (fonds de commerce, business) vs. vennootschap met (volkomen) rechtspersoonlijkheid
- MIET BVBA heeft aandelen uitgegeven in handen van 1
vennoot namelijk Miet
- Een eigenaar mag het gebruiken, mag beslissen (utti).
Hij/zij plukt de vruchten van het schaap (frui). Hij/zij kan
misbruiken (abutti/abusus).
- Is Miet eigenaar van een snoepwinkel? Zij is de enige
vennoot. Ze is geen eigenaar, de BVBA is eigenaar van de
snoepwinkel omdat de BVBA contracten legt met
leveranciers etc. De meeste beslissingen worden
genomen door het bestuursorgaan. AV is Miet, deze keurt JR goed, of wijzigt statuten,
benoemt en ontslaat de leden van het bestuursorgaan. Miet beslist dus wie beslist en dat is
Miet zelf. Ook plukt ze de vruchten.
Handelszaak (fonds de commerce, business)
Snoepwinkel Sweet: boekhoudkundig
Jan heeft goederen die te maken hebben met zijn
ondernemingsactiviteit, een reeks verbintenissen, … Heeft ook
persoonlijke goederen.
Wat staat er op de balans? Niet zijn persoonlijke goederen! Enkel
zijn ondernemingsactiva en passiva. Die staat in Art. III.83 al. I
WER. Op de passiva staan niet enkel schulden maar ook EV. Dit is
een schuld van de handelszaak aan Jan.
3
, Art. III.83 al. I WER
“De boekhouding van rechtspersonen omvat al hun verrichtingen, bezittingen, en rechten van welke
aard ook, en hun vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook. De boekhouding van
de natuurlijke personen die koopman zijn, omvat dezelfde gegevens betreffende hun
ondernemingsactiviteit; de eigen middelen aan deze ondernemingsactiviteit verstrekt, worden
afzonderlijk vermeld.”
→ “Zaaktheorie” of “entiteitsbeginsel”
Snoepwinkel Sweet: Juridisch
Art. 7 Hyp.W.
Als Jan zijn schulden niet betaalt, staat hij in met al zijn activa. Alle activa zijn persoonlijk en van de
onderneming.
Juridisch: onbeperkte aansprakelijkheid
Indien Jan een ondernemingsschuld niet betaalt, kan schuldeiser beslag leggen op persoonlijke activa
Juridisch: geen afgescheiden vermogen
Geen afgescheiden vermogen → Persoonlijke schuld niet betalen: kan
ook beslag leggen op ondernemingsactiva
Vermogen als (vlottend) onderpand
In principe
- alle patrimoniële rechten van een schuldenaar zijn onderpand
voor al zijn verbintenissen → ondernemingsactiva onderpand van persoonlijke passiva
- alle schuldeisers delen gelijk in opbrengst in verhouding tot omvang van schuldvordering →
ondernemingspassiva geen voorrang m.b.t. ondernemingsactiva
4