Politieke geschiedenis
Hoofdstuk 0: Inleiding
0.1 Waarom een historisch perspectief? Hoe gaat een historicus te werk?
1. Het vertrekpunt: de hedendaagse samenleving
Sociale wetenschappers: eigentijdse of hedendaagse samenleving beter begrijpen
Reflectie rond het verleden is daarbij essentieel: Hoe kreeg de hedendaagse samenleving
vorm? Hoe heden begrijpen vanuit het verleden?
→ ook: Reflectie rond het verleden is vaak een reflectie rond de eigentijd omdat wie over het
verleden schrijft niet losstaat van het nu
→ maar: met die historische dimensie wordt vaak:
- of weinig rekening mee gehouden
- of (onjuist) toegeëigend voor andere doeleinden
- of eenvoudig afgeschilderd als ‘slechter’ of juist ‘beter’ dan vandaag (modernistische
versus nostalgische reflex)
Het verleden in de consumptiemaatschappij
Ze proberen primus als een merk van vertrouwen te laten overkomen, door het verleden eraan
te koppelen.
Het verleden op het web
voorbeeld: Wikipedia
2. Is het verleden hetzelfde als de geschiedenis?
Het verleden
= Wat gebeurd is, waar we niks aan kunnen veranderen (voltooid).
Geschiedenis
= De wetenschap die het verleden beschrijft en bestudeerd. Het zal altijd onvoltooid zijn: er
komen steeds nieuwe manieren om het verleden te kunnen bestuderen, de wijze waarop wij
over de geschiedenis reflecteren in elke generatie verder.
Veelvuldig gebruik/misbruik van het verleden in historische toepassingen
We gebruiken het verleden om bepaalde belangrijke herinneringen levend te houden via
monumenten, beelden, TV, films, romans, musea, etc.
1
,Verleden gebruiken voor identiteitsopbouw groepen van gemeenschappen, groepen, klassen,
bedrijven, merken, etc.
Wie zich herinnert en met welke reden? Waarom? Voor welke redenen?
→ Dat zijn belangrijke vragen die je jezelf altijd moet stellen.
Geschiedenis en identiteiten
Toe-eigening van het verleden, staat niet los van misleidend, valselijk en instrumenteel
gebruik ervan voor eigentijdse politieke, ideologische, commerciële, religieuze etc. motieven
en identiteiten.
Een invented tradition
= Ze gaan bepaalde gebeurtenissen een betekenis geven alsof ze zeer teruggaan in het
verleden of een traditie zijn op zichzelf. Elke eigen ideologie heeft zijn eigen invented
tradition.
Een afgedankte herinnering
Het congres van de stichting van België (1830): die zuil die je ziet is de congreszuil, de
grondwet werd in dat congres vastgelegd.
Nu: wij kennen de zuil eerder als de herdenking van wapenstilstand.
→ De betekenis van het monument is verschoven. Invented traditions kunnen verschuiven en
van betekenis kunnen veranderen.
3. Geschiedenis als academische reflectie?
Geschiedenis aan de universiteit
Het is een kritische studie van het verleden. Het is van groot belang in onze digitale
kennissamenleving: belang van betrouwbare informatie & zoeken en vinden (‘heuristiek’). Ze
gaan uitspraken beoordelen, welke uitspraken waardevol zijn en welke minder of niet. Je gaat
je studie baseren op originele bronnen die in de tijd gemaakt is.
- De kritische zin en nieuwsgierigheid is essentieel: feiten en datakennis nooit een doel
op zich.
- Geen passieve opleiding: zelf actief op zoek gaan (ondernemingszin).
- Via studie van originele bronnen en bestaande literatuur (historiografie).
2
,Geschiedenismethode in drie stappen
1. Gebeuren (feit of evenement)
2. Bronnen (getuigenissen uit het verleden)
3. Methode/historische kritiek
4. Reconstructie/interpretatie/abstractie
→ Is niet hetzelfde als de methode of historische kritiek.
Historische methode
Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit:
- Aan de hand van origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur
- Volgens een wetenschappelijk, kritische onderzoeksmethode:
plausibiliteit/waarschijnlijkheid staat centraal
- In een narratief: beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid,
verklaring, etc.
5 W – vragen: Wat? – Wanneer? – Waar? – Wie? – Waarom?
FASE 1: HEURISTIEKE FASE
Bronnen
Hoe vind ik bronnen? (Zoekinstrumenten)
Niet geschreven bronnen:
- Bij gebrek aan geschreven bronnen.
- Bijkomende informatie: materiële resten, audiovisuele en digitale sporen, mondelinge
overlevering, etc.
Schriftelijke stukken:
- Breed publiek: kranten, jaarrekeningen, fictie, audiobiografieën, etc.
- Niet gepubliceerd: brieven, dagboeken, etc.
- Niet voor publiek (bewaard in archieven): administratieve stukken, rekeningen, etc.
- Materiële sporen
3
, - Voorwerpen, gebouwen, het landschap, wapens, machines, afvalpunten, etc.
→ Industriële archeologie, hulpwetenschap en technieken
- Mondelinge geschiedenis
- Een soldaat overlever van de oorlog die meer informatie kan geven.
FASE 2: FASE VAN HISTORIEKE KRITIEK
Methodes
Interne en externe kritiek
Tijdens de methodologische fase gaat de historicus zeer kritisch om met zijn bronnen:
- Externe kritiek: authenthiciteit van de bron bepalen
- Interne kritiek: wie, wat en waarom, en voor wie?
- Gewilde en ongewilde getuigenissen
→ Nadenken over welke omstandigheden die bron tot stand is gekomen.
Complottheorieën en hoaxes
Complot en hoax wordt minder waarschijnlijk:
- Hoe meer mensen erbij betrokken zijn
- Tijd sinds complot werd beraamd
- Aantal complotteurs dat inmiddels is overleden
FASE 3: FASE VAN CONSTRUCTIE VAN DE HISTORICUS
(Re)constructie
Geen passief proces
Bronnen ontoereikend:
- Onvolledig
- Onbetrouwbaar
- Eenzijdig en gekleurd (subjectief)
Historici selecteren en interpreteren (bronnen spreken niet).
4