Didactiek rooms – katholieke godsdienst
1. Leerplannen godsdienst voor het lager onderwijs in
Vlaanderen
1.1. GO/OVSG: het leerplan RKG voor lager onderwijs in
Vlaanderen
- Geen eindtermen > wel leerplannen door Erkende Instantie RKG (=
aanspreekpunt Vlaamse Overheid)
1.1.1. De structuur van het leerplan
- 4 componenten van levensbeschouwelijke groei:
1) Fundamentele bestaanscondities = werken aan zingeving bij lln.
betekent het verder ondersteunen van het basisvertrouwen van lln. >
evenwicht bereiken (basisvertrouwen = vertrouwen dat de wereld en
de mensen rondom jou goed zijn, ondanks de vele berichten van
negativiteit, ziekte en ongeluk
2) Verbondenheid = leren wat het is om zich te verbinden met zichzelf,
gemeenschappen én met de natuur
3) Gevoeligheid ontwikkelen voor goed en kwaad = lln. leren om
goede keuzes te maken, om een rechtvaardigheidsgevoel te
ontwikkelen, om de oorsprong en het nut van regels en normen te
begrijpen en deze dan ook te respecteren
4) In contact komen met symboliek, geloofstaal, rituelen en
vieringen = door te luisteren naar verhalen/lkr., door samen te
communiceren en te benoemen, door deelname aan rituelen en
vieringen leren lln. een eigen taal aan nodig om over
levensbeschouwelijke onderwerpen te praten, na te denken, om ze
helemaal te kunnen beleven
- Per cyclus wordt er gewerkt vanuit bepaald accent:
o Cyclus 1: geborgenheid > zelfstandigheid
Bouwen aan eigen identiteit
Mogen zien wie ik ben
Ergens thuis voelen
IK - Wij
o Cyclus 2: verbondenheid > opkomen voor de oproep uit anderen
Wederkerigheid
Leven is samenleven
Relaties aanknopen + onderhouden
IK - JIJ
o Cyclus 3: groeien met kracht > blikverruiming
Blikverruiming
Engagement + verantwoordelijkheid
Identificatie met levensidealen
IK – ZIJ
- 9 invalshoeken
1) Fundamentele belevingen
2) Verscheidenheid
3) Beïnvloedingssystemen
4) Bijbel
5) Kerk
Pagina | 1
, 6) Christelijk geïnspireerd handelen
7) Gebed, sacramenten
8) Godsbeeld
9) Jezusbeeld
= > 12 onderwerpen per cyclus
1.2. KOV: Zin in leren. Zin in leven.
Rooms – katholieke ontwikkeling: ik sta open voor een diepere dimensie in
het leven. Ik maak kennis met en ga in dialoog met de katholieke
geloofstraditie. Ik groei op levensbeschouwelijk, religieus en/of
godsdienstig vlak
- Bewustwording levensvisie + persoonlijke als wereldvisie > identiteitsgroei
van lln.
- 5 ontwikkelthema’s
1) Levensbeschouwelijk, religieus en/of godsdienstig groeien
2) Vertrouwen en wantrouwen, mogelijkheden en beperkingen
3) Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur
en cultuur
4) Gevoeligheid voor goed en kwaad
5) Symboliek, geloofstaal en rituelen
1.3. Interlevensbeschouwelijke competenties in het kader
van dialoog en samenwerking tussen de verschillende
levensbeschouwingen op school
- Interlevensbeschouwelijke competenties voor dialoog en
samenwerking = doelstellingen die gericht zijn op de verwerving van
interlevensbeschouwelijke competenties, d.w.z. kennis, vaardigheden en
attitudes met betrekking tot de dialoog en het samenleven van
verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen
- Basis voor gezamenlijke projecten die jaarlijks in elk lj zowel in lager als in
secundair onderwijs moeten worden gerealiseerd > verplichte
implementatie = lkr. moeten aantonen dat ze aan de ILC’s werken bij lln.
= concrete vertaling van ideeën uit leerplannen
- Bewustzijn levensbeschouwelijke veelheid + respect voor elke mens =
uitgangspunten
= > uitdaging tot dialoogbereidheid + dialoogbekwaamheid (alle
levensbeschouwelijke vakken werken op hun manier aan de link tussen de
eigen levensbeschouwing en de andere erkende levensbeschouwingen in
de samenleving)
2. Een lessenreeks godsdienst uitwerken vanuit de krachtlijnen
van de vakdidactiek
2.1. Krachtlijnen van de godsdienstdidactiek voor de
lagere school
- STAP 1: leerplandoelen (ZILL/OVSG/GO)
o ZILL: cultuurgebonden + persoonsgebonden doelen
- STAP 2: vanuit leerplandoelen formuleren we lesdoelen
- STAP 3: beginsituatie
o Hoe kan ik met mijn lessen godsdienst aansluiten bij de persoonlijke
levensverhalen van de kinderen, bij hun voorkennis over het
Pagina | 2
, levensbeschouwelijk onderwerp en bij hun levensbeschouwelijk
ontwikkelingsniveau op dat moment?
o In welke mate is er veiligheid in de klas, plaats voor de
kwetsbaarheid? Hoe wordt er omgegaan met levensbeschouwelijke
verschillen in de klas? In welke mate is er de gewoonte om diepere
gesprekken te voeren? Hoe kan ik met dit alles rekening houden en
de klas als groep hierin verder brengen?
o Hoe kijk ik zelf tegen het te geven thema aan? Wat zijn mijn eigen
ervaringen en mijn eigen kijk en hoe bepalen die mijn aanpak van
het thema?
o Wat zijn de verwachtingen van de school naar het vak godsdienst
toe? Welke visie is er op de levensbeschouwelijke diversiteit? Welke
accommodatie is er?
- STAP 4: leerinhoud > te maken met grote levensbeschouwelijke vragen en
thema’s die mensen zich doorheen de eeuwen hebben gesteld, vb. is er
meer tussen hemel en aarde? waardevolle levenshoudingen verkennen
en oefenen
leerinhoud op kindniveau formuleren (zoals zij die zouden begrijpen)
- STAP 5: lesdoelen nastreven via didactische werkvormen die
levensbeschouwelijke ontwikkeling stimuleren, vb. biblioloog, bibliodrama,
godly play, etc. (variatie!)
- STAP 6: leermiddelen, vb. gedichten, getuigenissen, symbolen, etc.
2.2. De opbouw van een les godsdienst: van verkennend,
naar verdiepend, naar verwerkend
2.2.1. De vraagstelling
- Vijf soorten vragen:
VERHELDERINGSVRAGEN
- Oriëntatiefase
- Wat zijn de feiten? Waar gaat het over? (‘begrijpend lezen – vragen’)
- Vb. Waar is Ibrahiem boos over?
ERVARINGSVRAGEN
- Oriëntatiefase
- Heb jij wel eens…? Ben jij wel eens bij een… geweest?
- Vb. Ben jij wel eens verraden door een vriend?
BETEKENISVRAGEN
- Verwervingsfase
- Wat betekent het voor jou? Wat heeft het jou te zeggen? Hoe kijk jij er
tegenaan?
- Vb. Wat deed het met je om zo’n baby’tje vast te houden?
- KERNVRAAG
LEVENSBESCHOUWELIJKE VRAGEN
- Verwervingsfase
- Hoe kun je…? Waarom…? Moet je altijd…? = afgeleiden van de 9
levensvragen
- Vb. Is afscheid nemen altijd erg?
- KERNVRAAG
- ‘filosofische vragen’: ontdekking van persoonlijke betekenissen
VERWERKINGSVRAGEN
- Verwerkingsfase
Pagina | 3