Revalidatie en kinesitherapie van het musculoskeletale stelsel: bovenste lidmaat
-> alle meerkeuzevragen van vorige jaren + juist antwoord
-> veel casussen uitgewerkt (ook degene van examens vorige jaren)
EXAMEN Revalidatie en kinesitherapie van het musculoskeletale stelsel: BOVENSTE
LIDMAAT
THEORIE:
1. Sudeck atrofie A
a) klinisch en anamnestisch
b) klinisch en radiologie
c) isotopen
d) anamnese en radiologie
2. Scapho-lunaire instabiliteit A
a) FCU en ECRL/B
b) ECU
3. Meeste activiteit supraspinatus tijdens arm beweging A
a) stride fase
b) Acceleration fase
c) Deceleration fase
d) Arm cocking
4. Geen actieve en passieve externe rotatie A
a) posterieure luxatie
b) anterieure luxatie
d) infraspinatus
d) supraspinatus
5. Wat is fout? B
a) boutonniere is geen hyperextenie PIP
b) boutonniere is hyperextensie PIP
6. As van pro-en supinatie loopt door? A
a) radius
b) humero-radiaal en ulnaircarpaal
c) ulna
d) humero-ulnair en radiocarpaal
7. Wat is fout? A
a) bij Sudeck atrofie is het bot denser
b) bij Sudeck atrofie is het bot niet denser
8. Vraag over n. interosseus anterior D
a) FPB en FDS
b) FCR
c) FCU
d) FDP en FPL
9. PDB alle translaties bij ulnaire deviatie A
a) Palmair scap en lunatum, hamulus en capitatum dorsaal, trapezium en trapezoideum naar palmair
en pisotriquetraal ook palmair
b) Proximale rij carpalen alles naar dorsaal, trapezoideum en trapezium naar ventraal, pisotriquetraal
naar ventraal
,c) Proximale rij carpalen alles naar dorsaal, trapezoideum en trapezium naar dorsaal, pisotriquetraal
naar ventraal
10. Wat is fout over ziekte van dupuytren?
a) start aan radiale zijde
11. Wat is geen symptoom van carpaaltunnelsyndroom? A
a) verminderde polsflexie
b) teken van tinel
c) tintelingen t.h.v. middelvinger
d) duimmuis atrofie
12. Wall slide goede oefening voor een type .. en af te raden oefening voor type ..: B
a) 2, 1
b) 3, 1
c) 2, 3
c) 2, 1
13. Progressie oefeningen in GKK bij patient met posterieure inferieure instabiliteit/luxatie D
a) high load/static/scapular plane
b) moderate load/static/frontal plane
c) low load/unstable surface/sagittal plane
d) low load/static/frontal plane
14. Wat is geen beperkende factor bij posterieure tilt? A
a) thoracale extensie
b) allemaal antwoorden met serratus en LT
c) hypertonie pectoralis minor
d) axiale posterior rol clavicula + lower trapezius
e) retractie clavicula en verzwakking serratus
15. GEEN typische TOS bijdrage D
a) herhaalde bewegingen
b) fractuur clavicula
c) extra rib
d) radiotherapie oksel
16. Pijn lateral zijde bovenarm A
a) supraspinatis tendinopathie
b) Biceps caput longum tendinopathie
c) infraspinatuuspees tendinopathie
17. Rowers wrist A
a) probleem van extensorloge 1 en 2
b) probleem met FCR
c) probleem van extensorloge 3 en 4
d) probleem met EDC en EIP
18. Wat is geen functie van de schouder? A
a) hand in ruimte bewegen
b) Frozen shoulder meestal tgv trauma
, 19. Sulcus sign positief A
a) glenohumerale laxiteit
b) SS tendinopathie
c) IS tendinopathie
d) ruptuur van caput longum van de bicpes
20. Fout bij AC luxatie? A
a) type 1 en 2 heelkunde
b) Type 3 en 4: mogelijks heelkunde overwegen
c) Type 3: luxatie van ligamenten
21. Wat is fout? A
a) bij snijwonde thv middelste falanx is de FDP eerst geraakt
b) Malletvinger komt door een ruptuur thv PIP gewricht
22. Bij middiafysaire fractuur van de humerus wat wordt aangetast? B
a) extensoren arm
b) extensoren voorarm
c) flexoren voorarm
23. Turnster plotse hevige pijn thv laterale zijde schouder, daarna minder pijn maar krachtsverlies.
Achteraf in klinisch onderzoek atrofie supraspinatus en infraspinatus wat is meest waarschijnlijke
pathologie? D
a) radiculair C5
b) radiculair C6
c) onderste deel plexus brachialis
d) parsonage turner syndroom
24. Humerusfractuur: welke stelling klopt? B
a) Proximale humeruskopfractuur steeds chirurgie
b) Bij ouderen kunnen door een anterieure schouderluxatie de RC scheuren
c) distale pool van Scaphoid meer risico op AVN
25. Wanneer barbotage (= aanprikken van calcificaties) behandeling? B
a) AC LUXATIE
b) calcificerende SS tendinopathie
c) calcificerende IS tendinopathie
26. Gevolgen eastern grip bij tennis? C
a) stressfractuur metacarpaal 2
b) FCU tendinopathie
c) intersectiesyndroom
27. Wat is juist in verband met het schouder-hand syndroom? A
a) fear avoidance zal de kans op Sudeck verhogen
b) Shouder-hand syndroom is een complicatie die zich kan voordoen na trauma van de schouder
28. Bij een proximale fractuur van humerus diafyse; wat is fout?
a) n.ulnaris letsel
29. Rotatorcuf interval A
1) aantasting geeft een verhoogd risico op een frozen shoulder
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louiseaelbrecht. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.