1. wetenschappelijk verantwoord onderzoek
Vaak geformuleerde onderzoeken/ antwoorden:
o Vraag beantwoorden:
Dingen uitzoeken, een onderzoeksvraag beantwoorden.
o Bewijs leveren:
Harde feiten, bewijs genereren, harde aanwijzingen.
o Inzicht krijgen:
Verdieping, verrijking, verbreding, ontdekken, bestuderen, weten.
o Methodisch werken:
Methode, werkwijze, kennis van onderzoeksvaardigheden.
o Verbetering:
Wat kan er verbeterd worden?
Wetenschappelijk verantwoord onderzoek
= een doelgericht proces waarbij men op een systematische manier op basis van een
onderzoeksontwerp data verzamelt en analyseert → om op een betrouwbare en valide/
geldige wijze onderzoeksvragen te beantwoorden die deel uitmaken van een
probleemstelling.
Analyse definitie wetenschappelijk verantwoord onderzoek:
o Het is doelgericht
Want doel is om onderzoeksvragen te beantwoorden.
Onderwerp wordt afgebakend → door op voorhand probleemstelling op te
stellen.
o Systematisch werken
Dus niet op een dagdagelijkse manier observeren.
o Onderzoeksontwerp
Pas als dit zorgvuldig is uitgewerkt wordt er aan dataverzameling en data-
analyse gedaan.
o Twee kwaliteitscriteria
Betrouwbaarheid
Validiteit
Betrouwbaar ≠ valide
o Betrouwbaar = je gelooft wat er gezegd wordt
o Valide = geldig = alle factoren worden onderzocht
Als het onderzoek niet valide is, dan zijn niet al de factoren onderzocht/ of
expres uitgesloten in het onderzoek.
Verklaren
= kennis aanwenden om inzicht te krijgen in bevindingen en zo nieuwe inzichten te
ontwikkelen.
Data → zijn niet altijd cijfers!
Goed onderzoek:
1
, o Precies/ nauwkeurig te werk.
o Literatuurstudie voorafgaand uitvoeren.
o Werken op een open en transparante manier.
2. soorten onderzoek
2.1. Verschillende doelen: fundamenteel en praktijkgericht
Fundamenteel onderzoek:
o = theoriegericht onderzoek
O.a. universiteiten
Zelf onderzoek opzetten en uitvoeren → om kennis te ontwikkelen.
o De vragen hebben GEEN onmiddellijke meerwaarde voor praktijk.
niet gericht op het toepassen in de praktijk.
o Ze hebben als bedoeling om bij te dragen aan wetenschappelijke kennis over een
bepaald onderwerp.
Resultaten:
o Kunnen nadien nog gebruikt worden.
Vb. aanvullend aan onderzoeken, …
o Resultaten publicatie:
Wetenschappelijk congres
Vaktijdschrift
Doel → kennisvermeerdering
= ontwikkelen van algemeen geldende kennis
Praktijkgericht onderzoek:
o = toegepast onderzoek
O.a. hogescholen
Start vanuit het werkveld/ de praktijk
o Opdrachtgevers zijn vaak:
Organisaties
Bedrijven
Overheden
…
Resultaten uit fundamenteel onderzoek kunnen raadplegen en interpreteren.
o Levert kennis op om maatschappelijke verschijnselen in de werkelijkheid te
analyseren.
Eventueel ook beïnvloeden en veranderen.
o Je gaat kennis gebruiken, combineren en toevoegen aan context!
Je gaat van praktijkvragen/ probleemstellingen naar onderzoeksvragen!
o Onderzoeksvragen zijn veralgemeent → want je onderzoekt iets specifieks
Doel → beantwoorden van vragen uit de praktijk/ werkveld.
o Vb. praktijkproblemen uit werkveld
o Zijn vaak ook ter ondersteuning van de praktijk of werkvloer
Variant → actieonderzoek
2
, o Als de onderzoeker zelf mee wordt betrokken in de uitvoering van zijn aanbevelingen.
o Vb. antipestmaatregelen, impact van lay-out in de winkel, …
Let op:
o Beide onderzoeken moeten wetenschappelijk aangepakt worden.
Dus via systematisch stappenplan.
Dus via transparante manier van werken.
o Ook bij fundamenteel onderzoek moet je wel dingen kunnen afleiden.
Niet enkel bij praktijkgericht onderzoek.
o Niet alle praktijkvragen leiden tot onderzoeksvragen!
Voorbeelden:
Simpele vraag met simpel antwoord
Vraag kan beantwoord worden vanuit ons alledaags kennen
Vraag is niet belangrijk genoeg voor een onderzoek
Bv. waar gaan mensen het liefst frisdrank kopen → antwoord is sws
supermarkten dus geen onderzoek nodig.
2.2. Verschillende grondvormen: kwantitatief en kwalitatief
Ze hebben allebei een andere methode van dataverzameling en dataverwerking.
Kwantitatief:
o Onderzoek in de breedte.
= verschillende informatie zoeken over een onderwerp, zonder er diep op in te
gaan.
o Veel gebruikte methoden:
Enquête
Experimenten
o Vb. leeftijd, geslacht, …
Bedoeling:
o Beschrijven van ideeën, attituden, gedragingen van de bevraagde mensen.
o Nadien ook de samenhang tussen 2 variabelen onderzoeken.
Informatie:
o Wordt omgezet cijfermateriaal.
o Verwerking is via statistisch onderzoek/ analyse.
Conclusies:
o Worden getrokken voor de steekproef.
= mensen die effectief deelnamen aan het onderzoek.
o Worden ook verder door getrokken voor de ruimere populatie.
Let op → steekproef moet dan wel groot en representatief zijn.
Kwalitatief:
o Onderzoek in de diepte.
= die ingaan op een onderwerp, en de belevingen/ gedragingen begrijpen.
o Veel gebruikte methoden:
Interviews
Focusgroepen
Observaties
Vaak een kleine steekproef.
3
, o Dus men streeft niet naar een representatieve groep voor de ruimere populatie.
o Men streeft naar diversiteit en informatie bij de steekproef.
Informatie:
o Het levert taal op i.p.v. cijfermateriaal.
Vb. spreektaal, lichaamstaal, …
o Verwerking is via inhoudsanalyses
Voorbeeld: pesten op school
o Kwantitatief onderzoek
Gaat na hoe vaak + op welke wijze + kenmerken van de jongeren.
Enquête bij 500 jongeren tussen 13-16 jaar.
Deze jongeren zijn representatief voor de Vlaamse bevolking.
Qua leeftijd, geslacht, sociale achtergrond.
o Kwalitatief onderzoek
Gaat na hoe jongeren pesten beleven.
Interviews bij 24 jongeren
Gekozen op basis van pester/ gepest + leeftijd <14 jaar/ >14 jaar +
jongen/ meisje.
o Beide manieren zijn complementair.
In 1 onderzoek kunnen zowel kwalitatieve als kwantitatieve methoden worden
gecombineerd.
2.3. Verschillende tijdsperspectieven
2.3.1. cross-sectioneel onderzoek vs. longitudinaal onderzoek
Cross-sectioneel onderzoek:
o Eenmalig op bepaald tijdstip.
o Vb. vandaag onderzoek over pesten in de klas.
Longitudinaal onderzoek:
o Langer in de tijd en meerdere momenten.
o Vb. over een schooljaar lang onderzoek over pesten → al dan niet bij dezelfde
doelgroep.
o 2 soorten:
Trendonderzoek
Panelonderzoek
Trendonderzoek
o = op regelmatige basis, niet altijd bij dezelfde doelgroep.
o Vb. jaarlijks onderzoek naar pesten bij 2.000 jongeren, en elke keer 2.000 andere
jongeren.
o Doel:
= trends in een bepaald fenomeen onderzoeken.
Vb. zijn er veranderingen in pestgedrag, …
Panelonderzoek:
o = op regelmatige basis, altijd dezelfde doelgroep.
o Vb. elke 2 maand onderzoek naar pesten bij dezelfde klas.
o Doel:
= veranderingen binnen een groep vaststellen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur OdiseeStudentt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €18,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.