Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Historische Ontwikkeling Privaatrecht (HOP) Werkgroepen €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Historische Ontwikkeling Privaatrecht (HOP) Werkgroepen

 152 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide werkgroepaantekeningen bij de werkgroepen van het B2-vak Historische Ontwikkeling van het Privaatrecht (HOP) aan de Radboud Universiteit (WG1 t/m WG12). Let op: De vragen en casus uit de syllabus zijn niet overgetypt, je hebt deze dus wel nodig!

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 19 mai 2019
  • 38
  • 2018/2019
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • 1-12
avatar-seller
Historische Ontwikkeling van het Privaatrecht
werkgroepen (WG1 t/m WG12)
WG1 Eigendom, zakelijke rechten, originaire wijzen van eigendomsverkrijging

1. Wat is het onderscheid tussen verbintenisrechtelijke en goederenrechtelijke
acties?
a. Verbintenisrechtelijke rechten ofwel relatieve rechten zijn alleen in te roepen
tegenover de persoon met wie je de afspraak hebt gemaakt.
Goederenrechtelijke rechten ofwel zakelijk rechten zijn in te roepen tegenover
eenieder dus ook derden. Blaauboer/Berlips.
b. Goederenrechten hebben zaaksgevolg en verbintenisrechten niet = droit de
suite
c. Goederenrechten hebben voorrang op verbintenisrechten (bijv. bij
faillissement) = droit de préférence
d. Goederenrechtelijke rechten bestaan alleen voor zover dit is bepaald in de
wet (gesloten systeem) en verbintenisrechtelijke rechten kunnen oneindig
geschept worden door mensen onderling (open systeem)

Absolute rechten kun je tegenover eenieder inroepen en relatieve rechten kun je alleen
geldig maken tegenover jouw wederpartij.

Voorbeeld 1
A -----(verkoop 1)---- B
l
l
(verkoop + levering 2)
l
C

A verkoopt aan B een goed en daarna verkoopt A datzelfde boek aan C en levert dat aan C
door het boek fysiek over te dragen. Wie is eigenaar?
Vereisten:
 overdraagbaar goed
 beschikkingsbevoegdheid
 geldige titel
 levering
C is eigenaar want alleen hier is voldaan aan alle vereisten. B kan alleen A aanspreken voor
schadevergoeding want hij heeft slechts een relatief recht omdat hij nog geen eigenaar is.

Voorbeeld 2
Hetzelfde maar dan heeft A al wel geleverd aan B en daarna aan C. Dat kan door de leveren
cp: A wordt houder voor B, dus B is al eigenaar ook al heeft A het boek nog. In dit geval is A
na de eerste verkoop en levering cp niet meer beschikkingsbevoegd. B kan nu revindiceren
tegenover C.

2. Met welke tweedeling in het huidige recht komt dat overeen?
Verbintenissenrecht/overeenkomstenrecht en goederenrecht.

3. Wat is het verschil tussen de Romeinse indeling en de huidige Nederlandse
indeling?



1

,Romeinse stelsel had zowel een gesloten stelsel van subjectieve rechten als van absolute
rechten, in NL alleen een gesloten stelsel van absolute rechten maar een open stelsel van
de persoonlijke rechten.
Romeinen redeneerden vanuit acties, een ander concept hoe je tegen het recht aankijkt. In
de Romeinse tijd had je slechts een beperkt aantal acties die je kunt geldig maken tegenover
andere mensen. In NL redeneren we vanuit subjectieve rechten en daarom geen beperking
in rechten die je kunt hebben tegenover andere mensen. Wel hebben we een beperking in
goederenrechtelijke rechten: een gesloten stelsel. Absolute rechten bestaan alleen voor
zover ze in de wet staan. Dit geldt niet voor persoonlijke rechten, maar dat was wel zo bij de
Romeinen.

Meer uitleg: WG no. 2.

Belangrijk kenmerk van absoluut recht is dat bij faillissement de absoluut gerechtigde niet
benadeeld kan worden.
 Stel dat A verkoopt een boek aan B en levert nog niet, voordat hij levert gaat A failliet.
Op dit moment heeft B nog geen absoluut recht op het boek, maar slechts een
relatief recht op levering. Iedere persoon met een relatief recht op A moet zijn
vordering aanmelden bij de curator en daaruit worden alle vordering voldaan.
 Als B echter een absoluut recht had op A omdat er al geleverd was, dan hoeft hij zich
niks aan te trekken van het faillissement. Hij is separatist en kan zijn goed terughalen.

Eigendomsrecht is een absoluut recht, je kunt het niet onoverdraagbaar maken. Uitzondering
is een vordering als je dat afspreekt volgens art. 3:83 BW, dat kon niet volgens Romeins
recht.

Stelling: Adelen kan zijn recht op oogsttienden handhaven tegen Dekama.
De stelling is onjuist. In de casus staat dat de oogsttienden kwamen te rusten op de
landerijen en dit werd ook vastgelegd in de openbare registers. Vanwege het gesloten stelsel
van goederenrechtelijke rechten is een dergelijke constructie echter niet mogelijk via het
goederenrecht. Er zou wel een erfdienstbaarheid gevestigd kunnen worden, maar daarbij
kunnen opeenvolgende eigenaren van het dienende erf niet verplicht worden tot een
activiteit, een verplichting om iets te doen. De last moet dus bestaan uit een verplichting om
iets te dulden of niet te doen. Het betalen van oogsttienden kan hier niet onder vallen. De
afspraak voor het betalen van de oogsttienden is dus een overeenkomst en Adelen heeft dus
een relatief recht tegenover de gebroeders Verona. Hij kan dit recht niet inroepen tegenover
mevrouw Dekama.

Oogsttienden kennen wij niet in het NL recht dus dit kan niet als absoluut recht gevestigd
worden. We kennen een gesloten stelsel en kunnen niet zomaar een nieuw beperkt recht in
het leven roepen. Dat betekent dat mevrouw Dekema hier geen last van zal hebben: Het
betreft een overeenkomst tussen Adelen en Verona.


Tekst II
D. 6..1.17pr
1. Ik koop een slaaf van Titius die van Maevius is.
2. Maevius eist deze op (revindicatie).
3. Ik verkoop hem door.
4. De koper doodt de slaaf.

1. De koopovereenkomst is gewoon geldig want hiervoor is alleen vereist
wilsovereenstemming en dat is hier (V36, V22)
2. Overeenkomsten in strijd met de goede orde zijn niet geldig in NL

2

, 3. Revindicatie
4. Ja, kan tegen eenieder.

Tekst. III
D. 41, 1, 7.
1. De eigenaar van de grond is eigenaar van het gebouw door natrekking
2. Superficies solo cedit (in boek bij G67, zie ook de lijst) = De eigendom van het met de
grond verbondene komt toe aan de eigenaar van de grond.
3. De oorspronkelijke eigenaar van de materialen
4. Nee vanwege de natrekking niet zolang de materialen met de grond verbonden zijn
5. Revindicatie, eigendomsactie
6. Art. 5:20 lid 1 sub e.
7. Geen eenduidig antwoord op te geven. Hoofdregel is dat de eigendom van de
materialen niet herleeft, dus de eigenaar van de grond blijft dan eigenaar van de
materialen.
Zou je kunnen zeggen dat er zaaksvorming is? Er is geen sprake van een nieuwe
zaak dus is problematisch.

Tekst IV
D. 6,1,5,1
1. Hij kan niet revindiceren omdat de maker de eigenaar is geworden van de mede. Er
is echter wel sprake van een ongerechtvaardigde verrijking dus er kan wel geld geëist
worden van de waarde van het materiaal.
Ongerechtvaardigde verrijking = Conditio.
2. Degene die de zaak gevormd heeft is de eigenaar van de zaak dus in dit geval de
derde die uit de wijn en de honing de mede heeft gemaakt omdat hij er moeite in
heeft gestopt.
Dus: Zaaksvorming. Vergelijking 5:16 lid 2 BW.
3. Vermenging. Vergelijk 5:15 jo. 5:14 lid 2 BW

3.
a) Natrekking met wijn als hoofdzaak
b) Als de ‘u’ een opdracht heeft gegeven aan de derde tot het
maken van de mede. Dan is er sprake van ‘doen vormen’
c) De geringe kosten van het maken rechtvaardigen niet dat de
derde de eigenaar wordt. Vergelijk 5:16 jo. 5:14 en 5:15 BW.

Tekst V
41,1,26.1 (Paulus libro 14 ad Sabinum)
1. Art. 5:20 sub f: Vereniging is voldoende voor planten, wortelschieten is dan niet
vereist.
2. Revindicatie
3. Schadevergoeding in geld. Maatstaf: Litis aestimatio = waarde van de zaak als
maatstaf.
4. Ongerechtvaardigde verrijking ter waarde van de boom. Condictio sine causa =
ongerechtvaardigde verrijking.
5. Schadevergoeding in geld

Je kunt ook een restitutieclausule opnemen in dagvaarding, maar dat kan alleen als je een
goederenrechtelijke actie instelt. Op die manier kon bij vraag 3 de zaak weer in eigendom
vallen van degene die de actie instelt. Dat kan niet bij verbintenisrechtelijke acties.


WG2
Kenmerken absolute rechter

3

, 1. Zaaksgevolg
2. Voorrang (separatisme faillissement)
3. Numerus clausus
4. Ouder recht gaat voor een nieuwer recht

Sterkste recht is eigendomsrecht, actie hierbij is revindicatie.
Restitutieclausule kan alleen bij goederenrechtelijke actie.

Deze week derivatieve vorm van eigendomsverkrijging: Eigendomsoverdracht:
1. Geldige titel
2. Beschikkingsbevoegdheid
3. Levering
Het over te dragen goed moet ook overdraagbaar zijn (voorvraag).

Beginsel dat hoort bij eigendomsoverdracht: Nemo plus-beginsel = Je kunt niet meer recht
overdragen dan je zelf bezit (G15/G46)

Kenmerken eigendomsrecht:
 Overdraagbaarheid
 Kan niet gebonden worden aan de factor tijd
 absoluut recht
 uniformiteit: Actie die erbij hoort is ook altijd hetzelfde, revindicatie. Er is maar één
soort eigendomsrecht dat we kennen met maar één actie. Wij zijn dan strenger in dan
de Romeinen want wij kennen maar één vorm van eigendomsoverdracht. Romeinen
kenden verschillende vormen van eigendomsoverdacht.
a. Manicapatio (res mancipi: slaven, viervoetig vee, grond Italië)
b. tradtitio: levering, beschikkingsbevoegdheid, geldige titel
c. in iure cessio: alleen vereist beschikkingsbevoegdheid

Traditio was de enige wijze van eigendomsoverdracht volgens Justinianus want hij had het
onderscheid tussen de verschillende wijzen afgeschaft. Interpolaties: hij heeft de andere
overdrachtswijzen doorgestreept en daar traditio in de plaats geschreven. Dat leidde tot
verschillende wijzen van stelsel van eigendomsoverdracht in Europa.

Vraag naar wie bezitter/houder is, is een vraag naar feitelijke situatie. Maar er zijn wel
rechtsgevolgen aan verbonden.
 Bezitter heeft corpus (feitelijke heerschappij) + animus (wil voor zichzelf te houden).
Als je eenmaal bezitter bent geworden door corpus + animus dan blijf je ook bezitter
zolang je de animus behoudt.
 Als je houder bent en je gaat bedenken dat je het nu voor jezelf gaat houden, dan
ben je niet ineens bezitter. Houder die bezitter wil worden moet het bezitten op een
duidelijke wijze naar buiten kenbaar maken. Nemo causam: Niemand kan de oorzaak
van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf wijzigen. Naast de wil is dus ook een
corporale daad vereist als je als houder bezitter wil worden, aan die daad worden
minder strenge eisen gesteld als voormalig eigenaar meewerkt.
 Bezitverschaffing door enkele wil, traditio solo animo
a. Constitutum possessorium (3:115 sub a)
 vervreemder wordt na de eigendomsoverdracht houder
b. traditio brevi manu (3:115 sub b)
 houder wordt bezitter
c. traditio longa manu (3:115 sub c)
 houder gaat houden voor een ander



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puckkomrij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter