INHOUDSTAFEL AAN HET EINDE VAN HET DOCUMENT!! Hanne de Jong
Prof. Lemmens AJ 2023-2024
Filosofie
HOOFDSTUK 1: FILOSOFIE EN MONDERNE CULTUUR
AFDELING 3: MODERNE FILOSOFIE ALS HERMENEUTIEK
1. Deze cursus biedt een dialoog met/kritische reflectie op de moderne filosofie
• Om beter de ‘lotgevallen’ van de moderne rede te begrijpen: wat enerzijds de schaduwzijden zijn die
misschien door een overgerationaliseerde wereld zijn veroorzaakt en wat anderzijds de positieve kanten
zijn van het project van de moderniteit en vooral waarom we ons niet kunnen onttrekken aan dat project
• De spanning tussen triomf en onttovering in het denken van de belangrijke filosofen van de moderne
filosofie te reconstrueren
• Na te gaan hoe de dialectiek van de Verlichte rede de visie op Wereld, Mens en God van de belangrijkste
moderne filosofen bepaalt + hun opvatting over goede leven
2. Deze cursus biedt geen ideeëngeschiedenis, maar wil zelf een hermeneutische lezing bieden van de filosofie
in de Moderniteit
Methode van analyse is tweevoudig:
• Expliciteren van vooronderstellingen, achtergrond, historische context, persoonlijke biografie van
belangrijkste filosofen in het moderne Westerse denken = genealogie
• Interpreteren van belangrijkste denkbeelden van belangrijkste filosofen en nagaan hoe deze
bijdragen tot beter begrip van ons mens-zijn (zelfverstaan) en de wereld en tijd waarin we leven =
hermeneutiek
3. Een visie op lezing van de moderne filosofie, de ‘doing of history of philosophy’ die mij inspireert (zonder
volkomen eens te zijn) …
Jürgen Habermans:
• Filosofie levert een krachtige, op de rede gebaseerde interpretatie van de wijze waarop we leven en onze
wereld inrichten …
• … rekening houdend met het wetenschappelijk inzicht vandaag in mens en wereld
• … en gericht op zingeving en een gedeelde waarheid
• … Waarheid is gestoeld op rationele reflectie, kritische dialoog en evaluatie van de betekenishorizon
waarin we leven
HOOFDSTUK 2: PREMODERNE FILOSOFIE: VAN PLATO TOT OCKHAM
AFDELING 1: DE AXIALE PERIODE EN DE OORSPRONG VAN DE FILOSOFIE
De Westerse filosofie ontstond omstreeeks 600 v.C. in het Oude Grienkenland:
• Het ontstaan van de filosofie tekent zich af in de axiale periode (800 – 300 v.C.): radicale verandering van
de plaats in de cultuur en het denken in verschillende delen van de wereld
• Bloei van wijsheidsleren, religieuze doctrines en rationele stelsels
• Zekere graad van ‘beschaving’ vereist:
à schrift, centrale politieke samenleving, landbouw, handel, klasse van priesters of geleerden (vrije tijd!)
o Intellectuele traditie opgebouwd op basis van geschreven bronnen (schrift)
1
, o Dankzij een vorm van centraal politiek bestuur, technologische ontwikkeling, internationale
handel en diplomatie, en de opbloei van een stedelijke samenleving, ontstond een intellectuele
elite, die kritisch stond tegenover de bestaande politieke orde en louter op gewoonte en traditie
gebaseerde opvattingen over mens en wereld
à Axiale periode als scharnierperiode in geschiedenis van Mensheid
China (confucianisme / taoïsme), India (hindoeïsme en boeddhisme) … is dit ook ook filosofie?
• Zeker, net zoals later – beïnvloed door Griekse – Arabische filosofie ontstond, Joodse, …
• Ook andere culturen hebben filosofische stelsels: diverse filosofieën
Westerse filosofie (die ontstaan is in Griekenland) = traditie met eigen identiteit
• Eigenheid westerse filosofie
• Kan ons helpen andere tradities te begrijpen, eventuele invloeden, etc.
• Westerse filosofie à Westerse cultuur, die stapsgewijs mondiaal dominant werd na 1700
NIEUW VERKLARINGSMODEL VAN MENSZIJN EN WERELD DOOR PRESOCRATICI VANAF 600 V.C.
• Presocratici = geleerden, die niet meer priesters waren, maar echt filosofen die iets nieuws deden en
die obv de rede wouden nadenken over de natuur, de oorsprong der dingen, etc.
o Thales van Milete (624-545 v.C.): theorie als water als de oerstof van de wereld
o Anaximander (ca. 610-546 v.C.): de hele kosmos ontstaan uit het ‘apeiron’ (het onbestaande)
o Herakleitos van Efese (540-480 v.C.): het oerbeginsel van alles is vuur, want er is niets in de
werkelijkheid dat hetzelfde blijft, dus het oerbeginsel van de hele werkelijkheid is het worden
(niets gaat tweemaal onder in dezelfde stroom)
o Pythagoras van Samos (624-545 v.C.):
§ Wiskunde = sleutel tot kennis van de Natuur
§ Ziel is onsterfelijk (metempsychose of zielsverhuizing)
o Parmenides (ca. 515 v.C.):
§ Opponent van Herakleitos
§ Alleen wat echt is kan gedacht en gekend worden: primaat van het Zijn op het Worden
§ Denken = Zijn
§ Hoe kun je het ‘worden’ denken indien w = x en w = y tegelijk waar zijn? Leidt tot notie van
substantie = wat op zich bestaat en volledig identiek met zichzelf is
§ Parmenides beweerde ook dat de aarde rond is. Wordt algemeen beschouwd als de
eerste filosoof die een Zijnsleer (ontologie) ontwierp
• Breuk met het prefilosofische denken: niet langer mythische denken en religie, maar een beroep op
‘natuurlijke beginselen’ en rationele principes als bron van verklaring van de werkelijkheid en wijsheids-
leer
De presocratici bewerkstelligden dat…
• De Griekse mens zich bewuster werd van scheiding goden/mensen
• De rede erkend werd als bron van waarheid en zingeving: koppeling van waarheid en zingeving is typisch
voor het Griekse denken
• De Natuur als Kosmos een harnomie en samenhang vertoont
• De rede kan in de oorsprong van de Natuur doordringen
• Let wel! Kosmos werd als goddelijk aanzien & religie bleef cruciaal (tot Moderne Tijd)
2
, AFDELING 2: DE GOUDEN EEUW VAN ATHENE: SOCRATES, PLATO, ARISTOTELES
1. Socrates en Plato
Socrates (470-399 v.C.):
• Geniale spilfiguur in de dialogen van Plato: er zijn geen teksten van Socrates bewaard, maar zijn denken
kwam tot bij ons via de dialogen van Plato
• Verschuift aandacht van Natuur (presocratici) naar de mens:
o Meer specifiek over de kennis van het goede leven en de deugd: niets belangrijkers
o Filosofie als kennis van Natuur en Menszijn = zingeving
o Cruciale taak van de filosoof: die waarheid onthullen en delen met de mensheid
Plato (429-347 v.C.)
• Belangrijkste leerling van Socrates
• Schreef vooral dialogen over:
o Politiek: Politeia en De Wetten
o Het verlangen van de menselijke ziel: Symposium
o De menselijke psychologie: Phaedrus
o Ideeënleer: Politeia
• Plato’s idealisme (de ware werkelijkheid is een ideële werkelijkheid) en dualisme (scheiding
lichaam/ziel) bepalend voor Westerse filosofie
• Grote invloed op het christelijke denken
DE IDEALE STAAT VOLGENS PLATO (POLITEIA)
• Gebaseerd op wijsheid van Socrates (onterecht veroordeeld tot gifbeker):
o Hoe kon een samenleving, waar de participatie van alle vrije burgers aan de politiek van
fundamenteel belang werd geacht, aanvaarden dat de meest wijze van haar burgers ter dood
werd gebracht?
• Tegen de sofisten: waarheid, rechtvaardigheid, deugd zijn geen illusies maar ideaal van menszijn
o Sofisten = betaalde leraars die de jonge mannelijke burgers in Athene een opleiding gaven in
welsprekendheid
o Een harmonieuze politieke samenleving kan niet gebouwd worden op macht, eigenbelang en
retoriek: de koning-filosoof heeft nood aan filosofisch inzicht en wijsheid
• Wantrouwen van Plato jegens massa, onwetendheid, democratie:
o De gelijkheid vd burgers garandeert blijkbaar geenszins dat de meest wijzen aan de macht zijn
o Veeleer laat ze toe dat de massa, niet geplaagd door kennis, de macht grijpt en uitschakelt wie
haar hindert
• Kwam zelf uit begoede familie van politiek machthebbers: in een tijd van crisis en reeds beginnend verval
van Atheense democratie dacht Plato na over betere samenleving
Kritiek van Popper
• Plato inspirator van totalitarisme? De idee dat een gepriviligieerde groep van ‘wijzen’ de staat moet
leiden zou een voedingsbodem zijn voor een dictatoriaal bestuur, kenmerkend voor fascisme, nazisme
en communisme, en een miskenning betekenen van de individuele vrijheid
• Plato in laatste dialoog, De Wetten, meer realistisch
• Blijft echter intellectualist en idealist (in politieke zin)
• Plato zelf onfortuinlijk in experiment in Sicilië
• Plato geestelijke vader van de politieke utopie
3
, 3 standen van de ideale staat
• Boeren en werklieden: behoeftes bevredigen
• Wachters of helpers: beschermen van de Polis
o Harde en lange opvoeding
o Jonge mannen (ook vrouwen mogen in ideaalbeeld Plato) die geschikt zijn om daarna leider te
worden
• Leiders of bestuurders: bestuur van de Staat
à Aan elk van deze standen beantwoordt een kardinale deugd of voortreffelijkheid:
• Gematigdheid voor de eerste stand
de harmonie tussen de drie delen van de Polis (elke stand
• Moed voor de wachters
doet wat die moet doen) leidt tot rechtvaardigheid
• Wijsheid voor de leiders
Dialoog Phaedrus: 3-deling van de ziel
• Behoefte en genot Metafoor voor wagenmenner: de rede als wagenmenner met behoefte en
• Streven naar eer genot (en streven naar eer als twee paarden:
• Rede * Eén gevleugeld paard streeft naar boven, gericht op het eeuwige, ware en
goede en belichaamt zo het verlangen van de mens boven zijn lichamelijke verlangens en passies uit te stijgen
* Het andere paard trekt de ziel naar beneden, naar het zintuiglijk-lichamelijke bestaan, en incarneert zo de lagere
verlangens en instincten. De wagenmenner (de rede) vecht dus een voortdurende strijd uit tussen dit hogere en
lagere streven, tussen lust en eerzucht
• Plato’s morele psychologie verwijst naar een ethisch perfectionisme: stelt de hoogste eisen aan de
opvoeding
• Mens is een politiek wezen, dat pas in de staat en interactie met de ander tot echt menszijn komt en
perfectie van de ziel
IDEEËNLEER VAN PLATO
Allegorie van de grot: wat maakt dat de wens zo verlangt naar waarheid? Hoe komt het dat we tegelijkertijd het
gevoel hebben dat we vaak de prooi zijn van dwaling?
• Ware kennis is wederherinnering (anamneseleer)
o Ware kennis = terug herrinerd worden aan onze oorsprong, aan wat we als
oorsprong zijn als mens (idee Pythagoras het eeuwig bestaan van de ziel
en de zielsverhuizing)
o Schaduwbeelden: zintuiglijke kennis, meningen
o Bron van ware kennis: ideeën (vormen) die van in eeuwigheid bestaan
o Via Rede heeft Ziel inzicht in ware ideeën:
§ Cruciaal: idee van het ware en schone, hoogste Idee: Het Goede
§ Zon = het Goede (verblindend, ‘onkenbaar’, …)
• De mens wordt gedreven door Eros (liede, erotiek): Ziel is de zetel van de rede die
door Eros naar inzicht en wijsheid wordt gedreven
o Eros van de filosoof = verwant met eros van de lichamelijke liefde … een
even grote begeerte (Freud: sublimatieleer)
§ Het verdringen van onmiddelijke driften en het overstijgen ervan, we leren onze Eros te
richten op hogere objecten
4