INHOUDSTAFEL AAN HET EINDE VAN HET DOCUMENT!! Hanne de Jong
Prof. Johan Meeusen AJ 2023-2024
Recht van de Europese Unie
HOOFDSTUK 1: HET EUROPESE INTEGRATIEPROCES
AFDELING 1: SAMENWERKING EN HEROPBOUW NA DE TWEEDE WERELDOORLOG
Europa toonde voor en na WO II een totaal ander gelaat:
• Pre WO II: ondanks enorme verliezen in WO I en economische en politieke instabiliteit beheersten de
grote Europese mogendheden in het interbellum nog steeds het internationaal toneel
• Post WO II:
o Politiek en economisch volledig verzwakt: heropbouw
o VS en USSR als 2 nieuwe supermachten: vechten in Koude Oorlog om invloed in Europa wat leidt
tot een ‘ijzeren gordijn’ tussen Oost- en West-Europa
o Positie FR en DE was verzwakt en waren bittere tegenstanders na 3 grote oorlogsconflicten
Tal van initiatieven tot internationale samenwerking: VN, Wereldbank, Internationaal Muntfonds, GATT (à WTO)
à maar ook regionale samenwerking: 1944 Benelux (douane-unie à economische unie à Benelux Unie)
waarbij al snel de voordelen van economische integratie en het afzweren van perfectionisme bewezen werden
Zürich, 19 september 1946: speech Winston Churchill, “a kind of United States of Europe” (p. 439 BB)
• Er is een enorme impact geweest op de Europese volkeren, sommige staten zijn goed aan het herstellen,
maar grote gebieden leidden nog.
• Er is een oplossing: het recreëren van een Europese Familie en daarvoor een structuur bedenken
waardoor die familie zich kan ontwikkelen in vrede, veiligheid en vrijheid, zoals “een soort Verenigde
Staten van Europa”
• De dader moet gestraft worden, de macht om zich te herbewapenen en een andere agressieve oorlog
maken moet van Duitsland ontnomen worden. Maar wanneer dit allemaal gedaan is, dan moet er een
einde komen aan de vergelding. We moeten die horror van het verleden achter ons laten en focussen op
de toekomst.
• De eerste stap daarin is een alliantie tussen Frankrijk en Duitsland, ze moeten samen de leiding nemen.
In de VS komt de Koude Oorlog en de rivaliteit met de USSR erg naar boven. In de VS is Truman aan de macht en
die zegt dat het verzwakt Europa niet in de invloedssfeer van de USSR mag vallen, men vreest voor de uitbreiding
van het communisme in Europa. Hij ontwikkelt de Truman-doctrine waarin hij een actieve rol van de VS
bepleitte.
Zijn minister van buitenlandse zaken, George Marshall, ontwierp het Marshallplan dat voorzag in een enorme
financiële en materiële steun aan de Europese bondgenoten van de VS.
1948: De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (à 1961: en ondersteuning: OESO) werd
opgericht om deze hulp te beheren en verplichte die Europese landen tot concrete samenwerking.
1949: NAVO opgericht met het oog op militaire samenwerking en veiligheid + ontstaan Raad van Europa waaruit
het EVRM (1950) voortkwam
1
,9 mei 1950: het Schuman-plan (Monnet/Schuman), “l’Europe ne se fera pas d’un coup, ni dans une création
d’ensemble, elle se fera par des réalisations concrètes, créant d’abord une solidarité de fait” (p. 442 BB)
Jean Monnet (FR) had altijd een sterke belangstelling voor Europese eenmaking. Hij werd verantwoordelijk gesteld voor de heropbouwplanning. Hij komt
tot een plan waarvoor FR minister van Buitenlandse zaken Robert Schuman politieke verantwoordelijkheid nam. Het kernidee was om de Duitse
economische reconstructie toe te laten, maar dan wel onder de auspiciën van een supranationale organisatie die openstond voor andere landen.
• Economische en politieke doeleinden
• Duitse economische reconstructie onder auspiciën van een supranationale organisatie open voor
andere Europese landen
• Supranationaal i.p.v. klassiek intergouvernementeel model (overdracht van bevoegdheden aan hoger,
onafhankelijk niveau i.p.v. samenwerking tussen soevereine Staten)
• Concrete, pragmatische aanpak, weliswaar met ambitieuze langetermijnvisie
• Kolen en staal
à jaarlijks ‘Dag van Europa’ gevierd op 9/5
AFDELING 2: VAN EGKS TOT EU
Parijs, 18 april 1951: Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) – België,
Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Nederland
à het succes van de EGKS inspireerde tot nieuwe plannen en initiatieven, maar die mislukten (Europese
Defensiegemeenschap en Europese Politieke Gemeenschap). De steun voor verdere Europese integratie bleef
echter bestaat
Rome, 25 maart 1957: Verdragen tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de
Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) – België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en
Nederland
à verschillen tussen verdragen (EGKS als “traité-loi” en EEG als “traité-cadre”), maar de 3 Gemeenschappen met
klassieke intergouvernementele elementen en vooral gekenmerkt door de supranationale benadering die al snel
als “communautaire methode” werd aangeduid
Het Hof van Justitie velde in vroege jaren ’60 enkele belangrijke arresten o.b.v. een teleologische interpretatie:
autonome, nieuwe rechtsorde gekenmerkt door voorrang en rechtstreekse werking
8 april 1965: Fusieverdrag: de 3 Europese Gemeenschappen kregen één Commissie en één Raad, ze deelden
dezelfde instellingen (!! ze deelden eerder het HvJ en Parlement al !!)
Verzet van Franse President Charles de Gaulle die een meer klassieke, intergouvernementele benadering
bepleitte. In 1965 leidde dit, vooral n.a.v. discussie over de besluitvormingsprocedure inzake het
landbouwbeleid, tot een groot conflict tussen FR en andere lidstaten m.b.t. de mogelijkheid tot
meerderheidsbesluitvorming (zonder vetorecht dus). FR gaat 6 maanden de Raad boycotten waardoor alles
tot stilstand komt. Het Akkoord van Luxemburg (p. 444 BB) bezegelde in januari 1966 het ‘agreement to disagree’
van de lidstaten, de gewone werkzaamheden worden hervat, maar de facto werd meerderheidsbesluitvorming
voortaan uitgesloten, wat de slaagkracht van de communautaire besluitvorming sterk verzwakte.
Jaren ’70: economische crisis, de facto eenparigheidseis
1 januari 1973: toetreding Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (na 2 veto’s van Gaulle)
1 januari 1981: toetreding Griekenland
Jaren ‘80: onder impuls van Commissievoorzitter Delors en met sterke steun van Kohl (DE) en Mitterrand, werden
plannen gemaakt voor een versterkte en versnelde integratie, wat in 1986 resulteerde in de Europese Akte
(verdrag !!) die de verwezenlijking van de zgn. interne markt als een ruimte zonder binnengrenzen vooropstelde
en beroep deed om (gekwalificeerde) meerderheidsbesluitvorming
1 januari 1986: toetreding Portugal en Spanje
2
,9 november 1989: Val Berlijnse Muur + einde Koude Oorlog, dus eenmaking Duitsland
à andere landen moesten nadenken over de eenmaking van DE omdat FR en DE elkaar toen balanceerden, als
een extra deel bij DE bij zou komen, dan zou het de grootste lidstaat worden (gedachten WO I en II)
à Kohl vindt steun bij Mitterrand, maar moet opnieuw garanties geven dat er geen risico mag zijn dat ze opnieuw
gaan doen wat ze eerder al hebben gedaan, DE doet dat door iets af te staan waar ze heel trots op waren, nl.
de Duitse Mark. Ze scharen zich volledig in Europa en zijn bereid om een Europese munt in te voeren en een
monetaire unie te maken, met een sterk monetair beleid en een ECB.
7 februari 1992: Verdrag betreffende de Europese Unie (EU-Verdrag, Verdrag van Maastricht)
• Nieuwe bevoegdheden en procedures, maar ook subsidiariteit
• Economische en Monetaire Unie (à euro, 1 januari 2002)
• Eén gemeenschappelijk dak (EU), met drie pijlers:
o Europese Gemeenschappen (EG; EGKS, Euratom)
o Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
o Samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (SJBZ)
• 1 Europees kader, maar 4 verdragen
1 januari 1995: toetreding Oostenrijk, Finland en Zweden
2 oktober 1997: Verdrag van Amsterdam
• Nieuwe bevoegdheden en procedures
• Nauwere samenwerking
• “Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht” (RVVR) in de eerste en de derde pijler
• Derde pijler nieuwe naam: Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (PJSS)
26 februari 2001: Verdrag van Nice (institutionele hervorming in licht van nakende uitbreiding; Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie)
1 januari 2002: invoering euromunten en –biljetten
23 juli 2002: EGKS-Verdrag verstrijkt en wordt niet verlengd
1 mei 2004: toetreding Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovakije, Slovenië, Tsjechië
29 oktober 2004: ondertekening Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (“Europese Grondwet”)
• Idee Europese Grondwet: we gaan alles volledig resetten en erkennen dat we met Europese partners
heel nauw samenwerken en dat wat in de verdragen staat een beetje vergelijkbaar is met een grondwet
van een staat, helaas was dat een stap die veel te ver ging
• Mei – juni 2005: verwerping Europese Grondwet door negatieve referenda in Frankrijk en Nederland
1 januari 2007: toetreding Bulgarije en Roemenië
13 december 2007: ondertekening Verdrag van Lissabon (inwerkingtreding 1 december 2009)
à !! wijzigingsverdrag !!
• Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU): twee Verdragen met dezelfde juridische waarde
• EU treedt in plaats van en is opvolgster van EG à 1 organisatie: de EU (naast Euratom)
• Afschaffing pijlerstructuur
• Institutioneelrechtelijke vernieuwingen (permanente voorzitter Europese Raad; bijzondere tweeledige
positie Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, …)
• Handvest Grondrechten zelfde juridische waarde als de Verdragen
1 juli 2013: Toetreding Kroatië
3
, 29 maart 2017: VK roept art. 50 VEU in na Brexit-referendum op 23 juni 2016
• 31 januari 2020: Brexit – einde lidmaatschap VK
o Overgangsperiode tot 31 december 2020 en Handels- en samenwerkingsovereenkomst
met ingang van 1 januari 2021
o Met ingang van 1 februari 2020 nog 27 LS (p. 589 e.v. BB)
Verdere uitbreiding EU?
• 9 kandidaat-LS: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Georgië, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië,
Oekraïne, Servië, Turkije
• 1 potentiële kandidaat-LS: Kosovo
AFDELING 3: DE EUROPESE INTEGRATIE: EEN SUCCESVERHAAL …
• Vrede (cf. Nobelprijs voor de Vrede, 2012)
• Uitbreiding (van 6 à 28, – 1 = 27 Lidstaten na Brexit)
• Integratie (Art. 1 VEU: “proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren
van Europa”)
• Constitutionalisering
• Democratisering (sui generis democratisch model)
• Modernisering
à Aparte cursus ‘Recht van de EU’: bron in internationale verdragen maar “een nieuwe eigen rechtsorde”; actief
op een heel breed domein; voortdurende dynamiek; supranationaal model…
HOOFDSTUK 2: HET UNIERECHT VANDAAG: OVERZICHT EN WEGWIJS
Primair Unierecht = het unierecht dat door de lidstaten zelf is gemaakt
= de Verdragen, de Protocollen, Handvest Grondrecht
= p. 3, 35, 255 en 395 BB
Secundair Unierecht = unierecht dat door de Europese instellingen is gemaakt op grond van het primair
unierecht
AFDELING 1: HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE (VEU)
• Artikel 1 VEU: twee verdragen met zelfde juridische waarde + EU ipv EG
• Artikel 47 VEU: rechtspersoonlijkheid van de EU
• Artikel 2 VEU: waarden waarop de EU berust (voorwaarde voor toetreding obv art. 49 VEU en bewaakt
door art. 7 VEU)
• Artikel 3 VEU: doelstellingen van de EU
• Artikel 4 VEU: verhouding EU-lidstaten
• Artikel 5 VEU: bevoegdheidstoedeling en –uitoefening (subsidiariteit en evenredigheid)
• Artikel 6 VEU: grondrechten (Handvest; EVRM; gemeenschappelijke constitutionele tradities LS)
• Artikel 9-12 VEU: Unieburgerschap en democratie in de EU
• Artikel 13-19 VEU: kernbepalingen over de instellingen van de EU
• Art. 20 VEU: nauwere samenwerking (differentiatie)
• Art. 21-46 VEU: extern optreden, in het bijzodner GBVB (gemeenschappelijk buitenlandsbeleid)
• Art. 48 VEU: herziening van de Verdragen
• Art. 49-50-52 VEU: lidmaatschap en toepassingsgebied
• Art. 51 VEU: Protocollen
4