Soetkin 2023-2024
Filosofie
Hoofdstuk 1: De oorsprong van de filosofie
Inleiding
Oorsprong filosofie + inhoud en indeling filosofie
o Filosofie komt van
o “filein” = houden van &
o “sophia” = Griekse godin van de wijsheid -> Sophia, Athena, Minerva, Tara, Saraswati
verassing => de meeste filosofie is verhaal v mannen
o Vraag oorsprong filosofie kan op 2 manieren beantwoord worden
1. zo oud als de mens zelf: iedereen die diepzinnige vragen stelt is filosofisch bezig
Plato: begint filo bij verwondering (= bron v zoektocht onszelf en wereld)
2. Manier van denken in een bepaalde periode en binnen een bepaalde cultuur ontstaan
Deze cursus: vooral westerse filosofie
o ontstaan in streek rond Egeïsche zee in 6de eeuw V.C.
op kruispunt v verschillende sterk ontwikkelde culturen
o Logos in het Oosten:
o India: Upanishaden, Boeddha en
Mahavira ( 2 figuren basis v jainisme en
boedhisme)
o China: Confucius en Taoïsme door Lao
Tse/Tzu
o Ontstaan door overgang mythos -> logos
o mythos = wereldbeeld gebaseerd op mythen/goden, fantastische verhalen, (in alle culturen
en tijden, domein: antropologen)
o Mythos westerse cultuur:
Ilias= paard v Troje door (Homerus : blinde
schrijver)
Odysseus= terugkeer naar huis, weg die je aflegt
om jezelf terug te vinden tegen alle verlokkingen
vh leven van (Homerus: blinde schrijver)
Zondeval (O.T.) : uitdrijving uit Aards paradijs,
gevolg v kennis en oordelen (oordelen: eten v
boom kennis v goed en kwaad: uit continuüm
gevallen en lijden ons lot)
o Andere mythische wereldbeelden: Australische aboriginals, Afrikaanse herdersvolkeren, Indianen uit
Amazonegebied, Indische Godenwereld(Shiva en Shakti)
o logos = wereldbeeld dat fundering zoekt in rationele verklaring (door belang voor observatie
& argumentatie => natuur uit natuur verklaard) en NIET door te verwijzen naar Goden en
andere wezens en wisselende gemoedstoestanden
Nieuwe manier van denken en verklaren dan traditionele eerder mythische verklaringsmodellen)
o natuur wordt uit de natuur verklaard
o groter belang van (zintuiglijke) observatie
1
,Soetkin 2023-2024
Hoe is deze sprong in ‘denken’ te verklaren?
o Verstedelijking en daardoor botsing van modellen?
o Dichter Xenophanes
o De mensen gaven een eigen vorm aan hun goden (Ethiopiërs maken hun goden zwart met stompe neuzen; de
Thraciërs zeggen dat die van hun blauwe ogen en rood haar hadden), in werkelijkheid hebben de mensen nooit
iets over de goden geweten en zullen dat ook nooit weten
Omschrijving en indeling van de filosofie
1. TUSSEN RELIGIE EN WETENSCHAP
Veel omschrijvingen van wat filosofie is….
o Italiaanse filosoof Luciano de Crescenzo schreef duidelijke omschrijving
o Mens hoogste graad van beschaving bereikt door twee fundamentele disciplines: wetenschap
en religie
1) Wetenschap= teruggrijpend op ratio, bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’
(natuur)verschijnselen of fenomenen
Domein: de materiële (waarneembare?) werkelijkheid
Natuurfilosofie werd fysica (1543: Copernicus en Vesalius) en later ook andere natuurwetenschappen en
sociologie/psychologie
Ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)
2) Religie= zoekt tegemoetkomende aan de innerlijke dwang van menselijke geest naar iets absoluuts en biedt
troost en zingeving
Domein: zingeving, waarden, bewustzijn
“voorbij” zintuigen en verstand, iets dat uitstijgt boven het vermogen te begrijpen met de zintuigen en het
intellect
o Filosofie bevindt zich tussen religie en wetenschap
o Komt overeen met overgang mythos -> logos
‘Afsplitsing’ zou men kunnen situeren in het symbolische jaar 1543, waarin twee belangrijke werken die de visie op
mens en wereld veranderde:
1) Over beweging vd hemelsferen van Copernicus
2) Over de samenstelling vh menselijk lichaam van Vesalius
Francis Bacon
o aanzet ontwikkeling wetenschappelijke methodes
o begrippen inductie en experiment: basis v wetenschappelijke methodes die later uitmonden tot
natuurwetten Newton, begin vd fysica
o filosofie als moeder vd wetenschappen
2. DRIE GROTE VRAGEN EN DOMEINEN
Imannuel Kant (grote filosoof van de verlichting, 3 essentiële vragen):
1. Wat kan ik weten? (ons denken)
2. Wat moet ik doen? (ons handelen (ethiek en sociale filosofie))
3. Wat mag ik hopen? (onze verwachtingen)
Kant brengt deze 3 tot 1 vraag: Wat is de mens?
Luc Ferry (hedendaagse Franse filosoof) benoemt dit nog kernachtiger:
1. Kennis: werkelijkheid
2
,Soetkin 2023-2024
= objectieve feiten of objectiveerbare begrippen en richt zich op weten hoe objecten verschijnen en hoe ze
op elkaar inwerken
2. Ethiek: rechtvaardigheid
3. Wijsheid : heil/ geluk
= meer te maken met manier waarop we in het leven staan en omgaan met wisselvalligheden van het leven
Je wordt wijs door het leven en ervaring en niet omdat je veel kennis ‘bezit’ en dus veel weet, dat je daarom
wij in het leven staat
vele culturen situeren wijsheid in het hart en niet in brein
3. HET HUIS VAN DE FILOSOFIE
Filosofie indelen adhv soort vragen
Onderscheid tss feiten en waarden
Het huis van filosofie = gebouw met 2 verdiepen met telkens 3 kamers
Ontologische vragen: vragen naar het ‘zijnde’
Feiten = ‘dat wat is’, de ontologie (= de leer van het zijn) = wereld, bovenwereld en mens
1. kosmologie (wereld, physis): vraagt naar oorsprong kosmos, natuur, krachten binnen die natuur
- van Newton, ontstaan de natuurwetenschappen (fysica/natuurfilosofie, scheikunde, biologie, …)
2. Metafysica (bovenwereld): ‘boven de fysica’, stelt de vraag naar achterliggende principes
- als dit achterliggende principe god is, spreekt men van theologie
3. (Wijsgerige) Antropologie (de mens): houdt zich bezig met de aard, status en plaats vd mens, ‘wie ben ik’ en
‘wat drijft mij’
- ging als wetenschap over in sociologie (18e E ontstaan), psychologie, culturele antropologie en agogiek
Vragen naar de ‘drie waarden’
Waarden= oervormen van Plato: ‘het goede’, ‘het ware’ en ‘het schone’
1. Waarheid / HET WARE
Epistemologie of kennisleer houdt zich bezig met vragen over waarheid en kennis
Voorbeelden: ‘Wat is kennis?’ ‘Wat is waarheid?’ ‘Wat is het verschil tussen waarheid en mening?’
-> in 20e E ontstonden wetenschapsfilosofie, taalfilosofie en bewustzijnsfilosofie als takken v kennisleer
Logica houdt zich bezig met vraag ‘Wat is geldig redeneren?’
Wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met grondslagen van de kennis van afzonderlijke wetenschappen.
Methoden, grondstellingen, begrippen en doelen verhelderd en aan kritisch onderzoek onderworpen
Taalfilosofe behandelt ontstaan, ontwikkeling, betekenis en functie van taal en verband tussen taal en
dingen en taal en denken
2. Goedheid en rechtvaardigheid / HET GOEDE
Ethiek onderzoekt het goede, vraagt wat goedheid en rechtvaardigheid is, of en hoe het goede kan
gefundeerd worden, of normen en waarden een universele grond hebben, dan wel relatief zijn aan de
mens en cultuur
Sociale en politieke filosofie houdt zich bezig met de (rechtvaardige) samenleving, ‘Hoe dient een
rechtvaardige maatschappij te worden georganiseerd?’
Rechtsfilosofie is apart vakgebied met vraag naar aard en oorsprong van recht en verhouding tot ethiek,
deontologie/ plichtenleer, criminologie sluiten hier nauw bij aan
3. Schoonheid / HET SCHONE
Esthetica houdt zich bezig met vraag naar wat schoonheid en kunst is
Afgeleide deelgebieden: kunst- en cultuurfilosofie
3
, Soetkin 2023-2024
De pre-socratische filosofie = filosofie voor Socrates
= weinig bewaard (geschiedschrijvers of latere filosofen zoals Aristoteles),
o 6e E – 5e E v.C. rond Egeïsche Zee (o.a. Milete): Pre-socratische filosofen/voorsocratische natuurfilosofen
zetten eerste stappen naar nieuw soort denken
o Hun vragen kosmisch geïnspireerd: oorsprong kosmos (kosmologie) en principes van verandering
- Wat is het eerste beginsel (archè)?
- Welke kosmische krachten spelen in het proces van verandering (kosmogonie)
1. THALES VAN MILETE
Beschouwd als ‘eerste filosoof’ want:
1. Eerste die complexe werkelijkheid terugbracht tot één beginsel of archè
(reductionisme)
Oorsprong van alles is water: alles ontstaat uit water en keert ernaar terug
2. Wiskundige stelling naar hem genoemd: Stelling van Thales
-> evenwijdige rechten snijden evenredige stukken af: A/B = D/C) => hoogte
piramides meten
• Hij was ook astronoom en kon zonsverduisteringen voorspellen
3. ‘Ken jezelf’ => oproep tot zelfkennis en blijft fundamentele taak vb: ‘wie ben ik?’, ‘wat is de mens’, …
2. ANAXIMANDER VAN MILETE
Leerling van Thales
o Ging verder in op vraag nr eerste beginsel
Abstracter eerste beginsel dan water: het apeiron = het onbepaalde of onbegrensde
o Eerste overgeleverde kosmogonie (beschouwde wereld als platte schijf) = verklaring voor ontstaan en evolutie
van wereld, gebaseerd op de dynamiek tussen de 4 elementen (water, aarde, lucht en vuur)
o Eén fragment bewaard: “Waaruit de bestaande dingen hun geboorte hebben, daarin vinden ze ook hun ondergang,
zoals het hoort; ze geven elkaar immers recht (díkè) en boete voor het onrecht (adikía), overeenkomstig de
verordening van de tijd"
= beschrijving verandering in wereld in termen van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid = menselijke
termen
3. PYTHAGORAS
Begrip philosophos ontworpen = persoon die blijft nadenken tot hij het weet
o Stelling van Pythagoras: a2 + b2 = c2
o Vertrouwdheid met reken- en meetkunde deed hem inzien dat achter deze complexe wereld een ander soort
‘perfecte’ wereld besloten ligt, uit te drukken in getallen
o Via getallen en onderlinge verhoudingen kan men de wereld vatten en in kaart brengen
o Voor Pythagoras: kosmos = geordend geheel
o Geloofde in reïncarnatie van de ziel, leefde in commune en vegetarisch
4. PARMENIDES EN HERAKLEITOS
Twee tijdgenoten die tegenover elkaar geplaatst worden maar getuigen van zelfde diepe inzicht dat er maar één
realiteit is
Parmenides: het eeuwige ‘zijn’
o Centraal: vraag naar het zijn (ontologie = de leer vh zijn)
o “Alles (Het Zijn) is één en onvergankelijk en aan zichzelf gelijk”
4