Samenvatting ethisch en duurzaam ondernemen
Les 1: Inleiding
Leerstof = presentaties tijdens de les + bijkomende teksten op BB + gastlessen (Ageas)
EXAMEN 3 open vragen (1 lange vraag op 10 punten en twee korte vragen telkens op 5 punten),
de antwoorden worden beoordeeld in termen van de competenties die centraal staan. Zorg voor een
goed gestructureerd (en leesbaar) antwoord.
Inhoud vak
Component “bedrijfsethiek” en component “duurzaam ondernemen”:
Bedrijfsethiek = wat is ethiek, impact in bedrijfsleven, cruciaal in de organisatie
Duurzaam ondernemen = duurzaam ondernemen als onvermijdelijke horizon, voorbeelden
Interactie tussen economie en samenleving een LT visie
Centrale competenties
Drie competenties staan centraal:
LT denken = wat zijn de trends in de samenleving, we gaan niet enkel kijken naar wat er nu
leeft, maar we kijken ook naar wat er de komende 100 jaar gaat gebeuren.
Voorbeeld LT denken = indien uw dak kapot is door een storm, is het dom om hetzelfde dak
te leggen. Want de kans is groot dat er binnen de 10 jaar opnieuw een storm komt en dat uw
dak opnieuw stuk gaat. Het is dus duurzamer om de eerste keer meer geld te geven zodat ze
een beter dak kunnen geven.
Komt vooral terug in deel rond duurzaamheid
Systemisch denken komt vooral terug in deel rond duurzaamheid
Normatief denken = moeten kunnen vertrouwen op eigen normatief denken als kompas (wat
we wel of niet leuk vinden). Het gaat vaak fout wanneer mensen hun ethisch kompas
aanzetten.
Komt vooral terug in deel rond ethiek
= cruciaal voor transitie richting duurzaam ondernemen.
Voorbeeld: Afhankelijkheid van China (goederenstroom), oplossing/transitie: materiaalstroom
circulair maken.
Best Sustainability Report
Er bestaat in België een wedstrijd ingericht door IBR en FIDO voor het beste duurzaamheidsverslag bij
Belgische bedrijven. Zie https://www.sustainabilityreports.be/
We zullen dit jaar met de studenten proberen om zelf jury te spelen. Elke student zal 5 rapporten
moeten lezen en beoordelen. Dit wordt niet beoordeeld maar is wel onderdeel van de cursus.
1
,Waarden en Normen
Waarden = sturend, belang van gelijkheid tussen man en vrouw, snelle waardeverschuivingen
zijn recent doorgeschoven. Je kan niet meer doen zoals 30 jaar geleden.
Normen = sterke relatie tussen religie en gedragsregels, indien je gedragsregels wil
aanpakken, moet je ook naar religie kijken. Bv. 10 Geboden. De normatieve basis van de
samenleving wordt in religie geplaatst, ver weg van de gewone mens. “Mijn waarden”
bestaan dus niet, het is voor iedereen min of meer hetzelfde.
Moraal = verwijst naar de principes of normen van goed gedrag, die aangeven wat juist of
verkeerd is. Het gaat over de manier waarop mensen ethische beslissingen nemen en
handelen op basis van hun overtuigingen en waarden.
Ethiek = ethiek bestaat omdat we soms wel liegen en dus die normen en waarden breken. De
ethiek is dus een soort streefdoel. Economisch gezien zijn we nog altijd aan het zoeken naar
gelijkheid tussen man en vrouw.
Wet = verschil (maken) tussen wet en waarden. Bv. Max 120 rijden, terwijl veel mensen te
snel rijden. Je zet de wet om in een “norm” die jij denkt dat redelijk is, eigen interpretatie
geven.
Cultuur = omvat de gedeelde patronen van gedrag, overtuigingen, waarden, symbolen,
normen, taal en gewoonten die worden doorgegeven van generatie op generatie binnen een
gemeenschap of samenleving. Het omvat alles wat mensen produceren en creëren, inclusief
kunst, muziek, literatuur, architectuur, religie, taal, sociale structuren en technologie.
Religie = verwijst naar een systeem van geloof, praktijken, rituelen en overtuigingen die
verbonden zijn met het bovennatuurlijke en het spirituele. Religies bieden vaak antwoorden
op existentiële vragen, zoals de oorsprong van het universum, het doel van het leven en de
aard van moraliteit.
Technologie = verwijst naar de toepassing van wetenschappelijke kennis en technische
vaardigheden om praktische problemen op te lossen en menselijke activiteiten te verbeteren.
Het omvat een breed scala aan instrumenten, machines, processen en systemen die worden
gebruikt om taken uit te voeren en doelstellingen te bereiken.
Rationaliteit (Kant – filosoof) = we hebben geen God nodig om de gedragsregels goed te
spreken, gewoon logisch nadenken moet voldoende zijn.
Postmoderne samenleving = vanaf de jaren 70 in Vlaanderen, we worden individuen, “mijn
waarden en mijn normen”. Er zijn wetten, maar we zullen eerder vanuit onze individualiteit
denken ipv uit religie.
o Mogelijke verklaring = we leven in een snel veranderende samenleving met een
sterke diversiteit (dus verschillende waarden en normen). Omgaan met diversiteit,
gaat beter naarmate je meer geschoold bent, dan begrijp je de diversiteit beter. Ook
bedrijven hebben het hier moeilijk mee. Hysterie is vaak al genoeg (voor politiek vaak
ook).
2
,De ijsberg
Jij hebt een ijsberg als persoon, maar organisaties
hebben dit ook. Culturen draaien rond geïnternaliseerde
waarden en normen. Het meeste van uw gedrag zit
onder water. Deze geïnternaliseerde waarden en normen
sturen u. Bedrijven hebben allemaal gedragscodes die
gaan over waarden en normen die in de organisatie
leven.
90% zit onder water.
Invloed van waardenverschuivingen op interactie met stakeholders
Verschuivingen in verhouding met stakeholders
Explicitering en controle van interne waarden en normen (de bedrijfsethische revolutie)
MVO als nieuwe verhouding t.o.v. de samenleving (de duurzaamheidsrevolutie)
Shareholders = aandeelhouders = abstract, zitten verder weg
Stakeholders = zitten dichter bij, specifieker (Friedman – notie van stakeholders, bedrijf
draaien door te kijken naar groepen rondom een bedrijf, interactie hiermee is cruciaal voor
het overleven van een bedrijf.)
Klanten = eerste waar men naar gaat kijken.
Door de waardeverschuivingen, gaan de verhoudingen naar stakeholders beginnen te veranderen
(WN’s en klanten gaan andere zaken verwachten). Bedrijfsethische revolutie die bezig is, daardoor is
er de mogelijkheid voor bedrijven om dingen aan te kaarten (whistle-blowing principe).
Klant is koning
Niet helemaal: geen koopkracht, onvolledige info, peferenties worden medebepaald door de
markt, bedrog.
Productaansprakelijkheid = bedrijf maakt een product en verkoopt dit aan u. Als er iets met
dit product gebeurt, wie is aansprakelijk.
o Caveat emptor = Latijns voor jij die aankoopt = als je iets aankoopt, dan heb je
eigendomsrechten die overgaan van de producent naar u (de
productaansprakelijkheid gaan over naar de consument). Het oude model dat gaat
schuiven.
o Ford Pinto = nieuw model op de markt gebracht er was een probleem met deze
auto (korte bumper), waardoor er een accident zou zijn dan zou de benzinetank
leeglopen. Grimshaw, wiens dochter hierdoor verongelukt was, kwam met een
nieuw idee. Product op de markt gebracht dat fout was, hierdoor bent u mee
schuldig aan de dood van mijn dochter.
Rol van reclame (info; overtuiging; preferentievorming)
3
, Design van de Pinto fuel systeem
In 1968 doet men een crash test waarbij wordt
aangetoond dat het systeem niet voldoet aan de
regels opgelegd door de staat, maar men gaat toch
door dus Ford wist dat dit risico bestond.
Men had twee opties:
1) Kosten maken om auto’s aan te passen en te
bestanden tegen dit risico.
2) Auto’s op de markt brengen, statistisch weten dat er
een kans is dat er een ongeluk gebeurt. Ongeveer 80
doden schatten, ongeveer 2100 uitgebrande
voertuigen $50 miljoen als kostprijs = lagere kostprijs dan optie 1
Normatieve capaciteit = wat is hier fout en wat is hier niet fout?
Enorme reputatieschade = intangible factors = verwachtingspatronen die doorbroken
worden (mensenlevens worden gereduceerd tot een kost voor een bedrijf). Deze
reputatieschade is groter dan de kostprijs.
Normatief bewustzijn = is er plaats voor de WN’s binnen de organisatie om dit aan te
kaarten?
Sjoemelsoftware van Volkswagen testresultaten van de auto kunstmatig manipuleren.
Als er mensen zijn met voldoende normatief besef, kan men zeggen dat dit een risico is (los
van het ethische dossier is dit een tijdsbom in uw organisatie die ooit gaat ontploffen).
Emissies zijn belangrijker geworden regelgeving is verstrengd normatief bewustzijn is
belangrijker geworden.
To Caveat Vendor = productaansprakelijkheid bekeken vanuit het perspectief van de verkoper.
Social cost theory = bedrijf heeft een volledige, residuele verantwoordelijkheid over het
product.
o Tabak: wie betaalt? (Jeffrey Wigand, The Insider) = hoge kostprijs voor de
samenleving, door slachtoffers die ontstaan door de neveneffecten van tabak. Men
heeft dit moeten betalen aan de sociale zekerheid van de VS (het is cruciaal in welke
mate degene die aankoopt juist geïnformeerd is). Als je mensen niet geïnformeerd
hebt, dan ben je schuldig omdat je mensen bewust verslaafd heeft gemaakt aan
tabak.
o Asbest
o Vette, suikerrijke voeding,…
Due Care = je bent als bedrijf een bepaalde zorg verschuldigd, dit is een grijze zone, je gaat
als bedrijf geen risico nemen. Bv. Toyota ging alle auto’s terugroepen waarbij de gaspedaal
bleef hangen.
o Permanente discussie bv Toyota, Ford and Firestone
Ford pickup in de VS truck ging overkop wanneer de banden te warm werden. Het was
hier niet de fout van Ford, maar van de fout van de wielenproducent. Maar mensen bleven
denken aan het incident met de Ford Pinto.
Als er een angst heerst bij de bevolking, moet je hier iets als bedrijf aan doen, zelfs wanneer
dit niet bewezen is.
4