[TITEL VAN DOCUMENT]
[Ondertitel van document]
[DATUM]
[BEDRIJFSNAAM]
[Bedrijfsadres]
, MODULE 1: INTRODUCTIE
1 . W AT I S MACRO- ECON OMI E?
• Micro = beslissingen van individuele agenten (bedrijven en consumenten
kiezen hoeveel ze aankopen, verkopen, produceren, consumeren, etc.)
• Meso = economie niet op individueel niveau, maar op sectorniveau (bv.
de industrie, het onderwijs). Is tussenliggend niveau, minder gebruikt.
• Macro = hoe al de individuele beslissingen samenkomen en dé economie
(van bv. land of regio) vormen. Dit gaan we bij deze cursus bestuderen.
Mankiw & Taylor: “macroeconomics is the study of economy-wide phenomena, including
inflation, unemployment and economic growth.”
• Macro-economie bestudeert hoe alle economische beslissingen die individuele
bedrijven / consumenten / spaarders / werkgevers / werknemers maken samenkomen
en economische systeem vormen.
• Meestal op niveau van een land of regio (bv. economie België, Vlaanderen, Europa, etc.)
Op de grafiek zien we het BBP van de VS, België en
Burundi van 1960 tot 2021. Het BBP is een van de
uitkomsten die we tijdens de cursus gaan bestuderen.
Het BBP wordt gebruikt als een maatstaf van
economische welvaart. We zien duidelijk dat de
economische welvaart sterk is toegenomen voor de VS
en België, bij Burundi is er echter geen evolutie.
We gaan naar analyses kijken van 2 grote stromingen:
• Lange termijn → bv. groei van landen → Wat verklaart op LT dat er zo een verschillen zijn
tussen de groei van landen. Sommige landen zijn heel rijk en hebben economische groei
duidelijk meegemaakt. Sommige landen zijn gestagneerd en zijn heel arm.
• Korte termijn → bv. conjunctuur, inflatie, werkloosheid →
als we bovenstaande grafiek gaan inzoomen op korte termijn
en enkel België bekijken, dan zien we geen algemene stijging,
maar meer fluctuaties. We spreken op KT over conjunctuur,
dus hoe de economische groei van het ene jaar op het andere
jaar verschilt. Op KT analyseren we inflatie en werkloosheid.
2 . W AT I S H ET NUT VAN MACRO- ECONOMI E?
Waarom zit de cursus in de opleiding? Dit zijn de leerdoelen:
• Macro-economische concepten als BBP, groei, inflatie en werkloosheid kennen en
weten hoe deze berekend worden.
• Cijfers omtrent deze macro-economische concepten kunnen opzoeken & interpreteren
Pagina | 1
,Wat is het nut voor toekomstige bedrijfseconomen:
• Berichtgeving over macro-economische situatie kunnen volgen en begrijpen wat dit
mogelijks betekend voor individuele bedrijven en consumenten
• Bv. de impact van een recessie op verkoop
• Bv. de impact van inflatie op kosten van een bedrijf
De eerste stap in het begrijpen van alles rond de macro-economische situatie is dat we de
begrippen die we gaan bestuderen, namelijk BBP en inflatie, kennen en hoe ze gemeten worden.
Dit gaan we zien in de volgende module. Daarna gaan we kijken naar de lange termijn, hier spreken
we van de economische groei. Hierbij gaan we verschillende submarkten analyseren, namelijk
de arbeidsmarkt, geldmarkt en buitenlandse markt. We kunnen ook kijken naar de korte
termijn, hier spreken we van conjunctuur en schommelingen in het BBP. We zullen zien dat de
geldmarkt zich op korter termijn iets anders gedraagt dan op lange termijn. Tot slot komen al die
zaken samen in het finale model, het model van de geaggregeerde vraag en aanbod. Dit model
voegt alle analyses van de individuele markten samen en stelt ons in staat om heel eenvoudig te
kijken wat het effect van economisch beleid is op korte en lange termijn op BBP en inflatie.
• Module 1: introductie
• Module 2: BBP & inflatie
• Module 3: economische groei
• Module 4: werkloosheid
• Module 5: sparen en investeren
• Module 6: het monetaire systeem
• Module 7: open economie macro-economie
• Module 8: conjunctuur
• Module 9: IS-LM model
• Module 10: geaggregeerde vraag & aanbod
• Module 11: monetair & fiscaal beleid
• Module 12: inflatie & werkloosheid
• Module 13: internationale macro-economie
Module 9,12 en 13 vallen hoogstwaarschijnlijk weg omdat we daar te weinig tijd voor hebben.
Controverse
• Macro-economen zijn goed in het verklaren van fenomenen die plaats hebben gevonden
in het verleden maar niet goed in het voorspellen van de toekomst. Die kritiek werd heel
duidelijk na de economische crisis van 2008, die niemand zag aankomen.
Dit komt omdat macro-economie een sociale wetenschap is → bestudeert mensen. Dit lijkt niet
altijd zo door de vele formules, maar het gaat wel degelijk over het gedrag van mensen.
• De wereld waarin deze mensen leven en beslissingen maken verandert
• Verschillende economen hebben verschillende vertrekpunten
→ verschillende economische stromen doorheen de tijd. We gaan de verschillende
economische stromen kort bekijken op de volgende pagina.
Pagina | 2
, 3 . ECON OMI SCHE ST ROMEN
Grondlegger economie = Adam Smith
• Nog geen sprake van “Economie” of opsplitsing micro & macro. Omdat er nog geen
sprake was van economie, noemde we hem geen econoom, maar een moraal filosoof. De
vragen waarover hij filosofeerde waren wel duidelijk economisch van aard.
• Boek over waarom sommige landen arm zijn en andere rijk → economische groei
• Tijdens de tijd van de verlichting. Economie bestuderen op dezelfde manier als fysica of
natuurwetenschappen. Aan de hand van wetten dus.
Later vond de industriële revolutie plaats. Er werden een aantal landen heel erg rijk, anderen
niet → 2 tegenovergestelde stromingen:
• Marxisme (van Karl Marx): het kapitalistisch systeem kan enkel bestaan als er
voldoende werkloosheid is. Je moet mensen hebben die voor je werken. In het geval dat
er voldoende werkloosheid is, kan je eenvoudig mensen uitbuiten. Als de werknemers niet
willen werken aan je vooropgestelde condities, dan zijn er anderen die de job wel willen.
Je hebt dus de pool van werklozen nodig om die slechte condities te kunnen opleggen.
• Oostenrijkse school: meer neoklassieke economen die meer neigen naar het initiële idee
van Adam Smith. Die zeggen dat werkloosheid niet bestaat, in een vrije markt kan
iedereen werk vinden tegen het loon waaraan werkgevers werk willen aanbieden. Indien
mensen niet willen werken tegen het aangeboden loon, kiezen ze er zelf voor en zijn ze
vrijwillig werkloos.
Pagina | 3