Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Consumentenpsychologie - Eva Van Herbruggen - Jaar 23-24 €9,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Consumentenpsychologie - Eva Van Herbruggen - Jaar 23-24

 60 vues  3 achats

Samenvatting van mijn notities, de presentaties en informatie uit het boek. Ook aangevuld met voorbeeldvragen, en mogelijke examenvragen.

Aperçu 5 sur 45  pages

  • Oui
  • 23 mai 2024
  • 45
  • 2023/2024
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
kobevandervelde
Consumentenpsychologie


Les 1: Hoofdstuk 1 “Wat is consumentengedrag”
1. Definitie consumentengedrag:

Definitie: Het betreft mentale en fysieke handelingen met hun aanleidingen, oorzaken en gevolgen
van individuele en kleine groepen betreffende oriëntatie, aanschaf, gebruik, onderhoud en
afdanken van goederen en diensten, het de commerciële sector, overheidssector en huishoudelijke
sector.

Wat is een consument?

 Individu of meestal een kleine groep
 Aankopen, klant, afnemer, koper, gebruiker, verbruiker
 Een decision making unit
 Er speelt bijna altijd externe beïnvloeding

2. Wat is het aanbod van goederen en diensten:

Van schaarste naar overvloed (Engel)

 Noodzakelijke goederen: bv brood, wc papier
 Inferieure goederen: als het inkomen stijgt wordt hierbij minder uitgegeven, bv
tweedehandskleding
 Luxe goederen: maken het leven aangenamer, bv een luxewagen of een jacht
 Achterhaald model in complexere werkelijkheid




Een Index van ConsumentenVertrouwen (Katona):

Maandelijks onderzoek door Nationale Bank van België, o.a.

 Wat is uw visie op de economie?
 Hoe verwacht u dat uw gezinsinkomen zal evolueren?
 Is het nu het geschikte moment om duurzame goederen aan te schaffen?

,Belang? Voorspellen van particuliere consumptie / besteding.

Kenmerken van huidige consumptiecultuur:

 Consumptie op hoog niveau
 Goederen verworven via aankoop minder door eigen productie
 Consumptie en overconsumptie algemeen aanvaard
 Mensen evalueren zichzelf en anderen op basis van hun consumptiegedrag

Hoe is deze consumptiemaatschappij ontstaan?

 Beter aanbod van goederen door comparatieve voordelen en verbeterde technologieën;
 Toenemend inkomen = meer vraag naar goederen;
 Reclame stimuleert het gebruik van goederen.



Comperatif voordeel:

Defenitie: Handelsvoordeel ontstaan door vrijhandel, waarbij elkeen produceert wat ze meest
efficiënt doen en daardoor prijzen in evenwicht blijven, wat uiteindelijk een voordeel is voor allen.




Productielevenscyclus:

Defenitie: geeft het verband aan tussen de tijd en de bezitsgraad in de populatie (introductie-groei-
volwassen-neergang)

Waarom belangrijk voor marketeers?

 Gezien de beperkte houdbaarheid van de producten … zijn innovaties belangrijk
 Marketingstrategie aanpassen aan fase
 Marketingacties sturen de productiecyclus van een product maar de fase van de
productlevenscyclus bepaalt de marketingactie, dus ze spelen in op elkaar.
o Introductie: naamsbekendheid, branding, hoge kost
o Groei: herhalingsaankopen, vaste terugkerende klanten
o Volwassen: actiereclame, verbruik stimuleren, hoge winst
o Neergang: actiereclame, vervangingsaankopen

Waarom is de productlevenscyclus belangrijk voor wie consumentengedrag bestudeert?

 Oriëntatiefase, beslissingsproces, communicatiegedrag:
communicatieproces, intentie
 Koopgedrag: product verwerven
o.a. wanneer mensen producten kopen en hoe ze hiervoor betalen

,  Productgebruik / gebruiksgedrag: Wat doe je met je aankoop ?
o.a. hoe vaak gebruiken klanten je product gebruiken, zijn ze tevreden
 Afdankgedrag, de verwijdering van het product:
o.a. hoelang gebruiken klanten een product, doorverkopen of weggooien



3. Onderscheid tussen marketing en cosnumentenpsychologie

Marketing

 Op basis van de marketingmix
 Focus op koopgedrag, klanttevredenheid en winstverhoging
 Maakt gebruik van inzichten uit consumentenpsychologie, vooral m.b.t. de oriëntatiefase,
aankoopfase en tevredenheid na de aankoop.

Consumentenpsychologie

 Studie van consumentengedrag
 Geeft inzichten aan marketeers
 Gaat nog verder, vb. oog voor het gebruik en afdanken van producten, rol van het
milieubewustzijn,...

4. /
5. Wie heeft belang bij deze studie

De overheid: gedrag sturen in wenselijke richting, voor algemeen belang

Marketeers en bedrijven: gedrag sturen in wenselijke richting voor commercieel belang

De consumenten en consumentenorganisaties: inzicht in eigen gedrag

De wetenschap: Hoe beïnvloeden consumenten elkaar

De (toegepaste) psychologie: begrip van de mens in zijn totaliteit



Besluit:

 Consumentengedrag is breder dan alleen het aankopen.
 We leven nu in een consumptiemaatschappij.
 De productlevenscyclus geeft het verband aan tussen de tijd en de bezitsgraad van een
product en geeft marketeers veel info. We onderscheiden:
o introductiefase
o groeifase
o volwassenheidsfase
o eindfase
 Consumentenpsychologie heeft een ruimer blikveld dan de marketing.
 Wie heeft belang bij deze studie? Overheid, marketeers, consumenten, wetenschap,
psychologen.

,Les 2: Hoofdstuk 2 “Individuele processen in consumentengedrag”
Teksten hoort ook bij leerstof

1. 5 sensoriële systemen

5 Systemen die impact hebben op consumentengedrag?

 Visueel, auditief, reuk, tactiel, smaak
 Bedrijven spelen hierop in
 Examen: voorbeeld kunnen geven en uitleggen

Voorbeelden:

 Visueel: Ingerichte ruimtes Ikea, gebruik van felle kleuren (bv chips)
 Auditief: muziek (in elke winkel anders)
 Reuk: Geur in Rituals, geur in tweedehandsauto’s
 Tactiel: testers zoals eyeliner, smartphone in mediamarkt
 Smaak: proevertjes in winkel, thee in Rituals

Defenitie Kruismodaliteit: diverse systemen werken samen, je krijgt informatie uit al die systemen
binnen

Defenitie Zintuigenmarketing: Het prikkelen van de zintuigen om klanten te verleiden, de ultieme
customer experience met een goed verkoopsdesign.



2. Van gewaarwording naar perceptie (Meest theoretische deel)

Geloof wording of stimulus = zintuigelijke prikkeling, passief (bv een gordijn dat ergens hangt, dat is
de werkelijkheid)

Perceptie of waarneming = interpretatie van deze prikkeling, interpretatie van wat de zenuwbanen
doorsturen, actief (welke betekenis geef jij aan iets)

Fenomenologische reductie = je kan enkel stimuli of fenomenen zien en je maakt een persoonlijke
constructie van de werkelijkheid



2.1 Gewaarwording

Waarneming gebeurt op basis van?

 Binnenkomende info (bottom-up)
 Vroegere ervaring, emoties, doelstellingen (top-down)

Onze zintuigen geven ons informatie:

 Exteroceptieve zintuigen: informatie over de buitenwereld (zien, horen, ruiken, voelen,
smaken)
 Introceptieve zintuigen: geven informatie over het lichaam

, 2.2.1 Absolute gewaarwordingsdrempel

Defenitie: minimumkracht die stimulus moet hebben om waargenomen te worden. 50% wel
50% niet, de helft ziet het, de andere helft niet

 Subliminale stimulus = stimulus die er eigenlijk geen is (bv als meer dan 50% zegt dat er geen
geluid is en de minderheid zegt dat er wel geluid is)
 Subliminale reclame is verboden in België

2.2.2 Differentiële of relatieve gewaarwordingsdrempel

Defenitie:

 = Het verschil tussen prikkels is nét intensief genoeg om wél waarneembaar te zijn
 = Het net waarneembare relatieve verschil
 = Het minimale waarneembare verschil tussen 2 stimuli

Wordt een verandering in prijs, gewicht, vorm, … opgemerkt door de consument, of niet?

 Verschil opmerken niet wenselijk volgens producent?
o Hou verschil onder relatieve drempel
 Verschil opmerken net wel wenselijk volgens producent?
o Hou verschil boven relatieve drempel -> minimaal relatief verschil

Defenitie: Shrinkflation / krimpflatie: minder inhoud van producten om naar nieuwe manieren te
zoeken om meer winst te maken. Allemaal psychologische trucjes om het niet te laten doen merken
aan de consument zoals de verpakking dikker maken.



2.2.3 Marketingtoepassing

Soms net WEL wenselijk = boven relatieve drempel

 Minimaal relatief verschil tussen nieuwe en oude prikkel
 Nieuwe communicatieboodschap boven relatieve waarnemingsdrempel t.o.v. oude
boodschap

2.2 Perceptie
2.2.1 Selectief proces

Defenitie: Ons brein is beperkt, we moeten selecteren wat we registreren (we nemen waar wat we
willen waarnemen)

Cognitieve dissonantie: niet consequent zijn

 BV: Op social media gaan ze informatie aan je aanreiken waar je geïnteresseerd in bent, ze
willen dat je zo lang mogelijk blijft scrollen. We willen bevestiging krijgen van onze mening.

2 belangrijke mechanismen om CD te vermijden:

 Perceptuele vigilantie: we zien vooral wat we willen zien
 Perceptuele defensie: we zien niet wat we niet willen zien

Hoe wordt onze selectie bepaalt?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kobevandervelde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter