Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Staatsrecht werkgroepen B2 semester 2 €6,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Staatsrecht werkgroepen B2 semester 2

 29 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Uitgebreide aantekeningen van de werkgroepen bij het B2-vak staatsrecht aan de Radboud Universiteit (WG14-25). Collegejaar: 2018/2019. De onderwerpen zijn als volgt. WG14 Rechtspraak, rechterlijke organisatie. WG15 De onafhankelijkheid van de rechter, de bestuursstructuur van de rechterlijke macht...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 5 année de cela

Aperçu 4 sur 57  pages

  • 16 mai 2019
  • 30 mai 2019
  • 57
  • 2018/2019
  • Notes de cours
  • Van gennip
  • 14-25
avatar-seller
Staatsrecht B2 SEM2 Werkgroepen (WG14 t/m 25)

WG14 Rechtspraak, rechterlijke organisatie
 Constitutioneel recht, deel I:
o Hoofdstuk 4: par. 4.4.3, 4.4.4.
 Constitutioneel recht, deel II:
o Hoofdstuk 2: par. 2.5.1, 2.5.4, 2.5.5, 2.6 (tot 2.6.1).

EHRM 23 oktober 1985, NJ 1988, 937 (Benthem).
EHRM 24 mei 1989, NJ 1999, 627 (Hauschildt).
EHRM 6 mei 2003, AB 2003, 211 (Kleyn).

Voorbereidingsvragen

1. Breng de leer van de machtenscheiding in verband met de begrippen checks
and balances en de organisatorische en functionele scheiding van de
rechterlijke macht.
 Machtenscheiding spreidt de overheidsmacht over drie afzonderlijke machten
zodat machtsconcentratie wordt tegengegaan. De checks and balances
zorgen ervoor dat de machten elkaar kunnen controleren en dat er geen
machtsconcentratie voorkomt bij één van de drie macht. We kennen in NL dus
geen absolute scheiding. Gedeelde bevoegdheden (wetgeving bijv.) en ook
toezicht en controle.
 Functionele scheiding houdt in dat de rechtspraak los staat van wetgeving en
bestuur.
o Art. 112 lid 1 GW
o Art. 113 GW
→ Rechtspraak is alleen voor de rechterlijke macht.
 Checks and balances functioneel:
 Gratiebevoegdheid: Kwijtschelding of verkorting van strafmaat
door regering (122 GW). Dit is wel een soort inmenging in het
rechterlijk oordeel, maar aan de andere kant ziet het alleen op
de strafmaat en niet over het oordeel of iemand schuldig is of
niet.
 Wetgever kan reageren als de rechterlijke uitspraken de
verkeerde kant opgaan

 Organisatorisch scheiding houdt in dat er afzonderlijke organen zijn voor
rechtspraak dan de organen voor wetgeving en bestuur. Dit is in NL voor wat
betreft de rechterlijke macht meer gescheiden dan voor de uitvoerende en
wetgevende macht omdat daarbij de regering onderdeel uitmaakt van beide
machten. Er zou een betere scheiding kunnen als er een incompatibiliteit zou
bestaan tussen het zijn van rechter en het zijn van parlementslid.
o Art. 117 GW: Rechters voor het leven benoemd. Rechters kunnen
alleen ontslagen worden door rechters.
o Ook bij schorsing en tuchtrecht blijft dat binnen de rechterlijke macht.
o Checks and balances
 Regering benoemt rechters
 De wetgever bepaalt welke gerechten we hebben, dat staat in
de Wet RO. Uitzondering is de HR die wel grondwettelijk is
verankerd in art. 118 GW.

,  Invloed vanuit de regering op hoe de rechterlijke gemanaged
wordt zoals waar de gelden heengaan, op die wijze ook
controle.

2. Wat houdt de functie rechtspraak in? Gebruik bij uw antwoord waar passend
artikel 6 EVRM, artikel 11 en 12 Wet AB en jurisprudentie.
 Rechtspraak is een overheidsfunctie naast wetgeving en bestuur
 Rechtspraak heeft betrekking op de bevoegdheid geschillen te beslissen (art. 112
GW) en strafbare feiten berechten (art. 113 GW) → Beroepsbeslissers
 Art. 11 Wet AB: De rechter moet volgens de wet rechtspreken, hij mag de innerlijke
waarde of de billijkheid van de wet niet beoordelen
 Art. 12 Wet AB: De rechter mag niet bij wege van algemene verordening, dispositie of
reglement uitspraak doen in zaken die aan zijn beslissing zijn onderworpen.
Rechtspraak ziet dus op concrete beslissingen die in beginsel betrekking hebben op een aan
een overheidsinstantie voorgelegd geschil of strafbaar feit. Kenmerkend is het
rechtmatigheidsoordeel.
 Art. 6 EVRM geeft een grondrecht op toegang tot de rechter: een onafhankelijke en
onpartijdige rechterlijke instantie
 Benthem: Administratief beroep mag een rechtsgang bij de rechter niet uitsluiten

Wat voor typen beslissingen neemt een rechter?
 Concrete beslissing, dus geen algemene regels, art. 12 Wet AB. Bestuur neemt ook
concrete beslissingen
 Bindende beslissing. Bij bestuur ook wel enigszins bindend, maar je kunt je er niet
aan houden en dan komt het bij een rechter die er dan over beslist. Tegen besluiten
kun je nog opkomen. Daarna blijft in het binnen de rechterskolom.
o Welke twee arresten blijkt dat rechters bindende beslissingen nemen?
Benthem-arrest: Gerecht heeft een bevoegdheid om te bepalen.
Van der Hurk-arrest (niet verplicht): Beslissing van College van Beroep van
Bedrijfsleven, al die beslissingen konden ongedaan gemaakt worden door de
Kroon (regering). Als een niet-rechterlijke entiteit de uitspraak ongedaan kan
maken, dan is er eigenlijk geen sprake van een bindende beslissing.
 Rechtmatigheidsoordeel (uiteindelijk op grond van wet/recht): Feiten
vaststellen en recht toepassen op de feiten. Bestuur kijkt ook naar
doelmatigheid zoals politieke of beleidsdoelstellingen. Art. 11 Wet AB: Rechter
doet dat op grond van het recht en niet innerlijke waarde.
→ Er kunnen nog twee eisen worden verbonden aan deze activiteit.
 Onafhankelijkheid (volgende week)
 Onpartijdigheid (deze werkgroep)


3. In het arrest Benthem oordeelt het EHRM dat noch de Kroon, noch de
toenmalige Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State voldoet aan
de eisen van artikel 6 EVRM. Welk aspect of kenmerk mankeert bij de Kroon,
waardoor deze niet kan worden aangemerkt als rechterlijke instantie?

De Kroon vervulde en functie van rechterlijke aard. Soms werd het advies van de Afdeling
opgevolgd. De Kroon heeft de bevoegdheid om het geschil te beslechten, maar het EVRM
vereist meer dan dit voor het zijn van een rechterlijke instantie. Vereist is bijv.
onafhankelijkheid en onpartijdigheid en de waarborgen van een rechterlijke procedure. Kroon
is een bestuursorgaan en de regering is naar zijn aard geen tribunaal, bovendien kon je niet
in beroep hiertegen. Hiermee kwam een einde aan het kroonberoep.

, En welk aspect of kenmerk mankeert bij de Afdeling geschillen van bestuur,
waardoor deze niet kan worden aangemerkt als rechterlijke instantie?
De Afdeling geschillen van bestuur gaf raad aan het ministerie. De Afdeling was niet verplicht
om zijn oordeel binnen een bepaalde tijd te geven. Volgens EHRM geeft de Afdeling slechts
een advies en kon de Kroon ervan afwijken, daarom geen rechterlijke instantie. Afdeling gaf
advies en het finale oordeel lag bij de regering. NL zei dat er wel sprake van rechter omdat
dit advies in de regel werd opgevolgd. Een advies is niet bindend. NL zei dat het feitelijk wel
een bindende beslissing was r.o. 39. Hof gaat hier niet in mee: Het gaat er niet om of het
feitelijk altijd gevolgd wordt, maar het gaat erom hoe het juridisch zit.

Benthem:
Albert Benthem wil een tankstation runnen. Vergunning werd verleend maar een milieu-
inspecteur was het er niet mee eens. Op grond van art. 115 GW kon Kroonberoep worden
ingesteld. Dit staat nog in onze GW. In 1983 heeft de grondwetgever bij algehele
grondwetsherziening deze bepaling nog omarmd en in de GW geplaatst gemoderniseerd.
Uiteindelijk werd beroep ingesteld en de vergunning werd vernietigd, regering was het dus
eens met de milieuinspecteur. Benthem had zijn rechtsmiddelen uitgeput en stapte naar
EHRM wegens strijd met art. 6 EVRM.


4. Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve onpartijdigheid? Bespreek
de objectieve onpartijdigheid onder meer aan de hand van de arresten Kleyn en
Hauschildt. Geef aan voor elk van deze twee zaken wat er volgens klager mis is
en of het EHRM oordeelt dat er wel of geen sprake is van een schending van
het beginsel van onpartijdigheid.
Verschil onafhankelijkheid en onpartijdigheid: Onafhankelijkheid gaat om neutraliteit ten
opzichte van andere staatsmachten en onpartijdigheid gaat om neutraliteit ten opzichte van
procespartijen.
→ De eisen volgen uit 6 EVRM of 47 EU-Handvest.

Waarom is het belangrijk dat de rechter neutraal is? Rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en
ook legitimiteit.
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn open begrippen. Soms is het lastig om te bepalen
of er nou partijdigheid of afhankelijkheid is, maar probeer ze conceptueel zo veel mogelijk te
scheiden.

In de GW bepaling over onafhankelijkheid of onpartijdigheid? Nee, wel 6 EVRM. En dat
rechters voor het leven benoemd worden drukt dit wel uit. Er is een wetsvoorstel in eerste
lezing aangenomen: Recht op toegang tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter.

Subjectieve onpartijdigheid heeft betrekking op de persoonlijke instelling en overtuiging van
een individuele rechter in een bepaalde zaak. Als bij de rechter sprake is van
vooringenomenheid ten opzichte van een der partijen of van de te berechten zaak is de
rechterlijke onpartijdige niet gewaarborgd.

Met objectieve onpartijdigheid wordt bedoeld dat de rechter of de rechterlijke instantie als
geheel voldoende waarborgen biedt om bij de partijen elke gerechtvaardigde twijfel aan zijn
onpartijdigheid uit te sluiten ongeacht of er werkelijk sprake is van vooringenomenheid. Het
gaat niet om de feitelijke overtuiging van de rechter maar welke indruk bestaat of zou kunnen
bestaan bij procespartijen zij het dat die ‘subjectieve indruk’ niet beslissend is.
 Kleyn: De Nederlandse RvS in de uitoefening van de adviserende functie en
rechterlijke functie ten aanzien van dezelfde wettelijke regeling kan onder
omstandigheden in strijd komen met art. 6 EVRM

, Je ziet hier een instantie waar mogelijkerwijs dezelfde ambtsdragers over dezelfde
materie moeten beslissen. Afdeling had geadviseerd over de Betuwelijn, er kwam
een wet en er werden besluiten genomen om de lijn te leggen. Er werd heel veel
geprocedeerd hierover en nu was de Afdeling weer de hoogste rechter. Is de
planning en een concreet besluit dezelfde zaak? Hof vond dit niet hetzelfde, dit was
nog wel uit elkaar te trekken. In dat opzicht was er geen probleem omtrent de
objectieve onpartijdigheid. Reactie van RvS was wel dat het gescheiden werd: Aparte
afdeling met juristen voor advisering en een aparte afdeling voor de rechters van de
Afdeling Bestuursrechtspraak RvS. Er geldt ook een verschoningsregel want er zijn
nog zeven grondwettelijke leden van de RvS die zowel adviseren als rechtspreken.
 Hauschildt: Niet elke eerdere betrokkenheid van een rechter bij een zaak leidt tot
redelijke twijfel aan de rechterlijke onpartijdigheid in de zin van art. 6 EVRM.
Bijzondere omstandigheden kunnen tot een andere uitkomst leiden, daarvan is
sprake indien een rechter in een eerdere fase van een strafzaak een beslissing
genomen heeft gebaseerd op een ‘particularly confirmed suspicion’. r.o. 47
subjectieve onpartijdigheid gaat om ‘personal bias’--> persoonlijk
vooringenomenheid. Daarna gaat het ook om ‘appearances’, objectieve
onpartijdigheid.
In dit arrest was de zittingsrechter ook al r-c geweest. Ging om een economisch
delict. Dat dezelfde rechter bij beide betrokken was, was niet voldoende voor
partijdigheid, alleen als de rechter al in het vooronderzoek iets over zijn schuld had
moeten zeggen. In casu had de rechter zich al eerder heel duidelijk uitgelaten over
de strafzaak, de schijn van partijdigheid was gewekt. R.o. 52: het verschil tussen de
eerdere en de latere uitspraak gaat door elkaar lopen omdat hij al eerder geoordeeld
had dat de man waarschijnlijk schuldig was.

→ Bekendheid met de partijen, gedrag op de zitting.
 Eén van de rechters die moest oordelen of het OM al dan niet moest overgaan op
vervolging bij roken die had gezegd bij een etentje dat het de eigen verantwoordelijk
is of je gaat roken. De zaak ging er juist over of roken al dan niet vrijwillig is vanwege
de verslavingsgevoeligheid.
 Advocaat van een van de partijen is een facebookvriend van een rechter.

5. De begrippen wraking en verschoning zien op de (on)partijdigheid van de
rechter. Leg uit wat het verschil is tussen wraking en verschoning. Bespreek de
begrippen en noem ook de desbetreffende wetsbepalingen.
Wraking:
art. 36-39 Rv, art. 8:15-8:18 Awb, art. 512-515 Sv.
Op verzoek van een procespartij kan een rechter die een zaak in behandeling heeft, worden
gewraakt op grond van feiten of omstandigheden, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid
schade zou kunnen lijden. Het wrakingsverzoek wordt schriftelijk ingediend en is
gemotiveerd ten aanzien van iedere rechter op wie het wrakingsverzoek betrekking heeft.

Verschoning:
Een behandelend rechter kan een verzoek om verschoning indienen. Het verbod van
rechtsweigering vergt dat zo’n verzoek is gemotiveerd en dat daarop meervoudig door
andere rechters wordt beslist.

Opdracht
Hoogleraar migratierecht Ulli Jessurun d’Oliveira heeft enige tijd geleden aangifte
gedaan tegen de Hoge Raad wegens het schenden van het geheim van de raadkamer.
Het komt geregeld voor dat rechters van de Hoge Raad reservisten toelaten tot het
proces van raadkameren. Reservisten zijn personen die lid zijn van de Hoge Raad,
maar niet als rechter betrokken zijn bij een bepaalde zaak. Door deelname van deze

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur puckkomrij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter