Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Handboek taalkunde hoofdstuk morfologie - NT2+NE1 - Taalstudie €2,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Handboek taalkunde hoofdstuk morfologie - NT2+NE1 - Taalstudie

 12 vues  0 fois vendu

Samenvatting morfologie, handboek Taalkunde. Antwoorden op de vragen van de zelftoets.

Aperçu 2 sur 5  pages

  • 23 mai 2024
  • 5
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
ruthcrabbe
Banga, A., Poelmans, P., Sweep, J., & Verhagen, V. (2022). Handboek taalkunde.

Hoofdstuk 2: Morfologie
2.7 Zelftoets (p89 – 90)

1. Geef vier kenmerken van een woord.

- het heeft een klankvorm, in het NL betekent dit dat een woord minimaal een vocaal
(klinker) heeft;
- het is het kleinste taalelement dat zelfstandig kan voorkomen in een zin;
- het kan zich verbinden met andere zelfstandige taalelementen;
- het heeft een lexicale en/of een grammaticale betekenis.

2. Wat is een clitisch woord en wat is het verschil tussen enclise en proclise?
cliticum = ‘iets dat ergens tegen aan leunt’, een woord dat niet op zichzelf voorkomt,
maar tegen andere woorden aanleunt
 clitische woorden is een overkoepelende term voor en- en proclitische woorden
enclise = versmelting van een onbeklemtoond woord met het woord dat ervoor komt
proclise = versmelting van een onbeklemtoond woord met het woord dat erop volgt

3. Wat is een lexicon?
Een lexicon is de woordenschat van een taal.

4. Wat verstaan we onder een onomatopee?
Een onomatopee is een klanknabootsend woord, ze zijn in hun vorm-betekenisrelatie
gemotiveerd.

vb: koekoek, zuchten, sissen, vroem, plof, tiktak

5. Waarom karakteriseren we de menselijke talen als conventioneel-arbitrair?
arbitrair = relatie tussen woord en de betekenis is willekeurig
conventie = een afspraak
 De koppeling tussen klank en betekenis is puur gebaseerd op afspraak binnen een
taalgemeenschap.

6. Noem drie verschillen tussen de inhoudswoorden en functiewoorden?
inhoudswoorden = lexicale woorden
zelfst. nw, zelfst. werkwoord, bijv. nw, bijwoord, telwoord
- open klasse: kunnen tot in het oneindige nieuwe woorden ontstaan
- niet weglaatbaar: zonder deze woorden heeft de zin geen betekenis
- ontleenbaar aan andere talen: bijv. iglo, mayonaise
functiewoorden = grammaticale woorden
voor- en achterzetsel, voegwoord, lidwoord, hulp- en koppelww, voornaamwoord
- gesloten klasse

, - weglaatbaar
- niet ontleenbaar aan andere talen

7. Welke woordsoorten rekenen we tot de inhoudswoorden en welke tot de
functiewoorden?

inhoudswoorden: nomen, verbum (zelfstandig), adjectief, adverbium, numerale
functiewoorden: prepositie en postpositie, conjunctie, partikel, verbum (hulp- en
koppel), pronomen

8. Leg het verschil uit tussen ongelede, gelede en meervoudig gelede woorden.
ongelede woorden (simplex) = woorden die uit één deel bestaan
vb: huis
gelede woorden = woorden die uit twee delen bestaan
vb: huiskamer
meervoudig gelede woorden = woorden die uit meer dan twee delen bestaan
vb: huiskamerconcert

9. Wat is het verschil tussen een vrij en een gebonden morfeem?
vrij morfeem = morfeem dat zelfstandig kan voorkomen
= woord
gebonden morfeem = kan alleen in combinatie met een vrij morfeem voorkomen
= affix

10. Welke soorten affixen onderscheiden we?
prefix: voor het woord
 op-vallen, in-tocht, on-geluk
suffix: achter het woord
 eet-baar, café-s, ding-etje
circumfix: tegelijk voor- en achter het woord
 ge-bel-d, ge-berg-te
infix: in het woord
 abso-fucking-lutely

11. Wat is affigering?
Affigering is het gebruik van affixen.

12. Leg uit wat we onder een samenstelling verstaan.
= compositum
Een samenstelling is een combinatie van twee vrije morfemen tot een nieuw woord.
vb: vader + land = vaderland

13. Wat is het verschil tussen het hoofd en de modificeerder van een samenstelling?

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ruthcrabbe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,49
  • (0)
  Ajouter