POLITIEKE COMMUNICATIE
1. INLEIDING
WAT IS POLITIEKE COMMUNICATIE?
DEFINITIES
Graber (2005): “the construction, sending, receiving, and processing of messages that potentially have a
significant direct or indirect impact on politics. The sender or receiver may be politicians, journalists,
members of interest groups, or citizens”.
ChaFee (1975): “Pol Com is about the role of communication in the political process”.
Bv. Bart de Wever (politicus)
spreekt met de media, betogingen
tegen politieke beslissingen en
acties, politicus reageert via
sociale media op op een artikel
over de taken van de overheid, etc.
Hoe sociale media
integreren?
Sociale media zijn
geen gewone
media, het is meer dan dat: politici
kunnen het publiek rechtstreeks
bereiken zonder een journalist en het
publiek kan ook zelf deelnemen aan het
debat (ze zijn minder passief).
ONDERWERPEN
• Politiek Nieuws: productie en inhoud
• Media – Publiek: eCecten
• Media-Publiek: kennis verwerking – desinformatie
• Rol media (normatieve discussie)
• Campagnes – Politieke marketing – sociale media
• Mediatisering – Relatie Media & Politiek
• Pol Com in internationaal/comparatief perspectief
7 STELLINGEN – OBSERVATIES
1. POLITIEKE COMMUNICATIE RAAKT DE KERN VAN POLITIEKE WETENSCHAPPEN
= democratie: politieke communicatie bestuderen kan enkel in landen waar een
democratisch systeem is.
1
, Blauwe bolletjes (rechts bovenaan) = democratie
Er is bijna een perfecte relatie tussen de mate van
democratie en de mate van persvrijheid.
Democratie en persvrijheid hangen samen en zijn
cruciale pilaren van het systeem waarin wij leven.
Reporters without borders: Press Freedom
zwart = geen persvrijheid
rood = persvrijheid onderdrukt
lichtgeel en oranje = persvrijheid
Het is niet zo goed gesteld met de wereld
want er is meer rood en zwart dan lichtgeel
en oranje.
De VS (plaats 48) zakken de laatste jaren ook weg: dit wil niet zeggen dat er in de VS geen
persvrijheid meer is maar dat zij geleidelijk wegschuiven door intimidatie van
journalisten en journalisten die het werk moeilijk wordt gemaakt etc. Voorlopig doen wij
(België) het nog goed.
groen = vrijheid
geel = halfvrij
paars = niet vrij
Democratie – waar zijn burgers vrij? ó Democratie – persvrijheid. Niet helemaal
hetzelfde maar sterke correlatie tussen waar burgers vrij zijn en persvrijheid
Democratie onder druk?
Lange tijd leek het dat het elk jaar beter zou
gaan (dat de groene balk zou toenemen). Van 86
tot 96 zie je een opvallende stijging in
democratieën door de val van de Sovjet-Unie en
de val van de Berlijnse muur. Maar de laatste
jaren hebben we te maken met minder
democratieën in de wereld.
2
, De tendens van een
daling in
democratieën hangt
samen met het feit
dat journalisten het
moeilijker hebben.
Polen: systematische beperkingen
Trump: America loves Poland
Heel wat niet democratische regimes hebben baat bij een figuur
als Trump die het veel minder nauw neemt met mensenrechten
en het belang van democratie en ook journalisten zelf
intimideert
Trump is eigenlijk slecht voor democratie in de wereld want de
VS heeft een soort voorbeeldfunctie.
Jamal Khashoggi: journalist die vermoord is.
Reconstructie gemaakt van wat er gebeurd zou zijn en hoe die man
gestorven is: het geeft goed aan hoe ver regimes durven gaan in het
uitschakelen van kritische journalisten + wat er tegenwoordig kan van
kwaliteitsjournalistiek (het is een sterk staaltje onderzoeksjournalistiek).
Opvallend: er zijn heel veel camerabeelden beschikbaar
Corona = ook de pers in het vizier
Ook bij ons komt de media steeds meer onder vuur te liggen:
onder andere in coronatijd werd er op een bepaald moment
heel kritisch gekeken naar de media die veel te veel de kant zou
kiezen van de overheid en de virologen.
Zendwagens van de NOS: op een bepaald moment in coronatijd
beslist om alle logo’s van de wagens te halen omdat ze te veel
werden beschadigd.
Agressie tegenover
journalisten: ze
ontvangt haatmail
en werd afgedreigd.
3
, 2. ONGENOEGEN OVER MEDIA IS VAN ALLE TIJDEN
Mensen zijn ontevreden over media en dat ongenoegen is van alle tijden.
“Mijn teleurstelling in klassieke media is groot” (De Wever, 7/11/2017)
"Wie de voormalige kwaliteitskrant De Standaard regelmatig leest -wat ik helaas niemand nog kan
aanbevelen- zal vastgesteld hebben dat de heer Bart Brinckman van deze krant een vrijgeleide heeft om
een persoonlijke vendetta te voeren jegens mij“ (De Wever, 25/07/2017)
“De media hebben een gigantisch probleem. Geen hond gelooft ze nog. Mochten ze buiten komen, ze
zouden het zelf vaststellen.” (De Wever, 3/05/2012)
“Het debat is veel te weinig inhoudelijk. De man wordt gespeeld, niet de bal. … de media, en zeker de
audiovisuele, spelen daarin een belangrijke rol. Het is beginnen fout te lopen met de rechtstreekse
uitzendingen van de parlementszittingen in Villa politica.” (Schouppe, DS, 30/01/2012)
® Hij legt rechtsreeks een link tussen wanneer Villa politica naar het parlement is gekomen en hij
vaststelde dat veel van zijn collega’s zich anders begonnen te gedragen in het parlement en veel meer
probeerden hun gedrag en uitspraken af te stemmen op het halen van de media (in dit geval Villa politica).
“Dat is geen voorlichting, dat is een totaal vertekend beeld brengen van hetgeen daar in het parlement
werkelijk omgaat. Het is het aanwakkeren van de afschuw van de kiezer voor alles wat politiek is” (Frans
Grootjans, 1981) ® Er werd nochtans vrij sober en met weinig interpretatie verslag gedaan over het
parlement. Maar hij stelde vast dat je dingen beter niet laat zien (bv. politici die ruzie maken komt niet goed
over bij de kijker).
Ook ongenoegen over politiek is van alle tijden
“Vindt u ook dat de kiescampagnes tegenwoordig zo pijnlijk scherp tegen personen worden gevoerd, in
plaats van over ideeën gaan?” (Gaston Durnez, 1961, DS) ® Gaat over de communicatie van politici zelf.
Het feit dat mensen niet tevreden zijn met de media is normaal. Je zou bijna kunnen
zeggen dat als politici helemaal tevreden zijn van de media, er een probleem is (bv.
Poetin is helemaal tevreden van de media in Rusland = geen goed teken). De media
moet een beetje schuren en lastig zijn.
MAAR … “Everyone in a democracy is a certified media critic, which is as it should be”
(Schudson, 1996: 3)
® Het is belangrijk dat je klassieke media blijft volgen maar wel door een kritische bril.
“Journalisten zijn tuig van de richel” (= uitschot van de
maatschappij)
Zoals je ziet is de kritiek wel scherper geworden: zoiets zou een
politicus vroeger nooit gezegd worden.
Wetenschappelijk debat tussen media pessimisten – optimisten
Gaat het nu goed of slecht met de media?
• Media optimisten: het gaat beter dan ooit, er is zoveel meer nieuws (bv. de
reconstructie van de moord op Jamal Khashoggi).
• Media pessimisten: het wordt te sensationeel, er is te veel clickbait, de kwaliteit
gaat achteruit.
4
, 3. OBJECTIEF NIEUWS BESTAAT NIET
Er is altijd een persoonlijke of menselijke interpretatie van wat er gebeurt.
Beiden halen een stuk uit hetzelfde
rapport en geven een weergave. Beiden
zijn nieuwswaardig maar een krant kiest
er vaak voor een bepaald frame of titel
te kiezen. Je krijgt dus een totaal
verschillende framing van eenzelfde
onderzoek: beide zijn feitelijk juist maar je
licht er iets uit van een bepaald standpunt.
Ook hier zijn beiden correct, ze zijn niet verzonnen
maar wel een interpretatie van wat er gebeurd is. De
journalist neemt een bepaald perspectief aan, vergroot
iets uit en we krijgen verschillende frames.
De woordkeuze is heel belangrijk en gevoelig (conflict ó
genocide en oorlogsmisdaden). Welke woorden je gebruikt
om het nieuws te brengen hebben een totaal ander eCect.
Maar het blijft wel een mooi ideaal? Veel journalisten proberen wel objectief te
berichten over de wereld, maar je kan je achtergrond niet volledig wegfilteren
Meer haalbaar = onpartijdig nieuws? Je bent niet helemaal objectief, maar je kan wel
verschillende partijen aan het woord laten in een conflict of verkiezing en je kan
proberen jezelf en je persoonlijke voorkeur erbuiten te laten.
4. POLITIEKE MACHT VAN DE MEDIA WORDT OVERSCHAT
Het wordt vooral overschat door politici zelf. De nieuwsmedia zijn niet langer de vierde
macht die de andere machten controleren, maar de eerste macht geworden die het
politieke spel sturen (democratie ® ‘mediacratie’).
89% van de politici zijn het er mee eens en zelfs 1/3
(34%) van de journalisten is het daar mee eens. ®
Er is een hardnekkig idee dat de media almachtig
zijn en mee beslissen wie het overleeft of niet.
5
, Bv. aftrede Connor Rousseau: je zou kunnen beweren dat hij
een slachtoCer is van de media. Maar er zijn ook vaak andere
oorzaken en het is een soort ‘gemakkelijkheidsdenken’ (er
gebeurt iets, dus dat zal wel aan de media liggen): dan doen
we niet genoeg ons best om te onderzoeken waaraan het
werkelijk ligt, welke zaken eraan ten de grondslag liggen.
Stel dat we na onderzoek toch kunnen concluderen dat de media sterk hebben
bijgedragen aan het ontslag van Connor Rousseau, dan blijven het uitzonderingen (de
meeste politici moeten niet ontslag nemen doordat de media hen zaak helemaal
opschrikt). Dus we kijken te vaak naar een aantal uitzonderingen en we gaan te veel mee
in het idee dat media een soort almachtige spelers zijn in dat proces. Ook bij
verkiezingen is er een overschatting van de macht van de media: dat in de laatste weken
er nog alles kan gebeuren.
Media-almacht denken ® Voorwaardelijkheid denken
We moeten meer gaan van dat almacht-denken naar een soort voorwaardelijk denken:
In welke gevallen kan de media een invloed hebben op wat er politiek gebeurt? Wie
wordt beïnvloed door de media en op welke manier?
5. MEDIA-INVLOED IS EEN EMPIRISCHE VRAAG
Het is iets wat we moeten en kunnen onderzoeken.
Wetenschappelijk debat tussen
• Minimal eCect hypothesis (media doen er eigenlijk niet veel toe )
• Powerful mass media
Uitdaging:
• Alomtegenwoordigheid van (nieuwe) media: het is niet gemakkelijk te
reconstrueren waar we informatie vandaan halen, het komt van heel veel kanten.
• Mediatisering: politiek past zich aan aan de media. Politici gaan al denken hoe ze
een maatregel moeten veranderen op basis van de vragen die journalisten
eventueel zouden stellen ® anticiperend gedrag = een vorm van media-invloed
die we nooit te zien krijgen (bv. beslissen om Connor Rousseau niet terug op de
verkiezingslijst te zetten omdat je kan voorspellen dat journalisten hier anders
heel de tijd vragen over zullen stellen en de partij over zal confronteren).
6. POLITIEKE COMMUNICATIE IS SYSTEEM GEVOELIG
Oppassen om uitspraken te veralgemenen!
• “Political media system”: we kijken naar een bepaald medialandschap (voor
ons: België – Vlaanderen) in een bepaalde context. De media in China werken
helemaal anders dan bij ons.
• US Exceptionalism! (bv. TRUMP). Er zijn veel voorbeelden uit de VS, maar het is
een uitzonderlijke casus (bv. fake news in de VS betekent iets anders dan bij ons).
6
, US: Wantrouwen in de media + wetenschap
85% van de republikeinen is ervan overtuigd dat de
media een negatieve kracht zijn in de
maatschappij. Bij de democraten is het een beetje
fiftyfifty.
58% van de republikeinen denkt dat universiteiten
en hogescholen een negatieve kracht zijn in de
maatschappij (universiteiten en proCen zijn links).
Het verschil in vertrouwen tussen republikeinen en
democraten
In 2016 (toen Trump opkwam): klein verschil.
Daarna (tijdens Trump) is het vertrouwen bij
Republikeinen totaal gedaald en bij democraten is
dit redelijk constant gebleven. Zelfs in lokaal
nieuws en sociale media is dit vertrouwen gezakt
(bv. het moment dat Trump werd gebannen van
Twitter). ® Heel gepolariseerd en wantrouwig
landschap ten aanzien van media.
7. NIEUWE MEDIA BETEKENT NIET HET EINDE VAN KLASSIEKE MEDIA (HYBRIDITEIT)
Hybrid media system: een mediasysteem waarbij de twee constant door elkaar lopen en
ook moeilijk van elkaar te scheiden zijn.
Bv. January 6 attack on the capitol
• Werd live gecoverd door CNN: je zag op televisie wat daar gebeurde.
• Op hetzelfde moment is Trump erover aan het tweeten (hij geeft niet echt een
zware veroordeling van wat er gebeurt).
• Ook een advocaat van Trump reageert online (bedreigt Pence = voormalige
vicepresident die de overwinning van Joe Biden ging goedkeuren).
• De dag erna krijgen we de reflectie over de hele wereld van wat er daar gebeurd is
in de kranten en de mening begint te ontwikkelen dat er weldegelijk een aanval op
de democratie is gebeurd.
• Er wordt een reconstructie gemaakt in The New York Times: Hoe heeft de aanval
kunnen gebeuren? Hoe heeft het kunnen plaatsvinden?
• Een paar weken later geeft Tucker (een nieuwslezer voor Fox News) een totaal
andere framing en invulling aan die aanval op het Capitool: hij begint twijfel te
zaaien en begint een heel alternatief verhaal te vertellen (bv. een linke activist die
het publiek zou hebben opgejaagd) vanuit het feit dat veel republieken Trump
blijven steunen.
7
, Vervlechting van media: Theo Francken deelt een
krantenartikel (1) op sociale media (2) om te laten weten
dat hij vanavond in het VTM-nieuws (3) zit.
Het wordt dus moeilijk te ontrafelen wat je juist gezien
hebt: de reportage, het krantenartikel of de Facebook post?
In 2020 had Connor Rousseau al beduidend meer
volgers op Instagram dan de doorsnee politicus.
Wanneer hij uitgenodigd wordt in het
televisieprogramma De Slimste Mens zie je een piek
waarbij zijn aandeel volgers bijna verdubbeld.
Dit is dus een duidelijke wisselwerking: hij wordt op tv
uitgenodigd omdat hij populair is op sociale media en
door die klassieke media wordt hij nog populairder op
sociale media.
Maar Tom Van Grieken is nog steeds veruit de populairste op
nieuwe media (wel veel minder aan bod in klassieke media).
Ook op TikTok: hij maakte de dag voor 1 september een
filmpje waarin hij waarschuwde voor linkse leerkrachten...
8