Vennootschapsbelasting
Prof. Haelterman en Prof. Verstraete
Examen: 3 casussen open boek
Inleiding
● Belastingen zijn belangrijk voor onze democratie. We maken keuzes als
laagdrempelig onderwijs, goedkope dokters,... -> Wordt met belastingen betaald.
● Maar sommige regels zijn zo moeilijk dat debatten door politiek onmogelijk worden.
Hierdoor valt dan het democratisch gehalte van de belastingen weer weg.
Beleidskeuzes en financiering hangen dus grotendeels samen. Bij een harmonisering van
financiering gaat men impliciet ook naar een harmonisering van beleidskeuzes.
Als u een fiscale analyse maakt, moet u altijd verschillende niveaus bekijken.
1. Technische analyse: situatie, wat is er van toepassing?
2. Is er simulatie?
3. Is er een algemene of specifieke anti-misbruikbepaling van toepassing?
4. Is er reputatieschade?
Anti-misbruikbepaling
● Vervat in artikel 344 §1 WIB.
§ 1. Aan de administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling
noch het geheel van rechtshandelingen dat eenzelfde verrichting tot stand
brengt, wanneer de administratie door vermoedens of andere in artikel 340 be-
doelde bewijsmiddelen en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont
dat er sprake is van fiscaal misbruik.
Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige middels de door
hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de
volgende verrichtingen tot stand brengt:
1° een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een be-
paling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het
toepassingsgebied van die bepaling plaatst; of
2° een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel
voorzien door een bepaling van dit Wetboek of de ter uitvoering daarvan genomen
besluiten en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstelling van
die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.
Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechts-
handeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verant-
woord is dan het ontwijken van inkomstenbelastingen.
Indien de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de belastbare
grondslag en de belastingberekening zodanig hersteld dat de verrichting aan een
belastingheffing overeenkomstig het doel van de wet wordt onderworpen alsof
1
, het misbruik niet heeft plaatsgevonden.
● Als we vinden dat u te ver gaat met uw fiscale organisatie, gaan we u halt toeroepen.
● Elke belastingplichtige is dus vrij zich te organiseren, en mag handelen, met het oog
op het bewandelen van de minst belaste weg, op voorwaarde dat hij daarbij niet
handelt in strijd met de doelstellingen van een fiscale bepaling, tenzij hij een
duidelijke niet-fiscale motivering heeft.
○ Men mag dus de minst belaste weg bewandelen op voorwaarde dat men
dit niet doet om belastingen te besparen die de wetgever beoogt te innen.
● Fiscaal misbruik = zichzelf in een fiscaal gunstigere situatie plaatsen in strijd met de
doelstelling van de fiscale bepaling.
○ We moeten ons dus afvragen of er in verband met de handeling niet
ergens een fiscale bepaling is waarvan de doelstelling kenbaar is en door
de handeling belemmerd wordt.
○ Wanneer hetgeen wat men werkelijk verricht dicht aanleunt bij een andere
verrichting met een hogere belastinglast, dan ontstaat de mogelijkheid te
oordelen dat gehandeld wordt om deze hogere belasting te vermijden.
○ Elk fiscaal opzet waarbij men in twee of meer opeenvolgende stappen een
globale verrichting stelt, die in één of minder stappen tot een hogere
belasting had geleid, wordt onwerkzaam (nietig?) door de
antimisbruikbepaling.
○ Is er een fiscaal misbruik?
1. We bekijken de volgende deelvragen:
a. Is er een concrete fiscale bepaling die relevant is voor deze
handeling/situatie of de feitelijke/financiële gevolgen ervan, en
die zou leiden tot een hogere belastinglast?
b. Is de doelstelling van deze bepaling bekend of kenbaar?
c. Wordt er gehandeld in strijd met deze bepaling?
2. Het bewijs dient door de belastingadministratie te worden geleverd.
a. Kan de belastingplichtige andere, niet-fiscale motieven
aantonen? Hierbij wordt naar redelijkheid getoetst.
3. Het herstel van de belastbare basis kan op verschillende manieren
a. Enkel een toevoeging van een belastbaar element, het weigeren
van een aftrek of krediet, of het weigeren van de toepassing.
b. Het hele verhaal wordt “hertekend”.
2
,1. Toepassingsgebied vennootschapsbelasting.
Vennootschappen onderworpen aan venn.b.
1. Rechtspersoonlijkheid
2. Fiscale domicilie in België
3. Houdt zich bezig met winstgevende activiteiten
1. Rechtspersoonlijkheid
a. Volgens Belgisch of buitenlands gemeen recht (statutaire zetelleer)
i. Belgisch recht: Rechtspersoonlijkheid is verkregen vanaf de
neerlegging vd oprichtingsakte (zie art. 2:6 en 2:8 WVV) Voordien
hoeft nog geen venn.b. betaald te worden!
1. SE, SCE en EESV verkrijgen RPheid vanaf inschrijving in het
rechtspersonenregister (onderdeel KBO).
ii. Buitenlands recht: volg kwalificatie RP in dat ander recht. Indien
RPheid daarin niet bestaat: analyse volgens Belgische maatstaven
(onbeperkte aansprakelijkheid, afgescheiden vermogen,...)
Dus: rechtspersonen naar Belgisch of buitenlands recht of een
rechtsvorm vergelijkbaar met een rechtspersoon naar Belgisch recht.
b. Maatschap is dus niet onderworpen aan venn.b.
2. Fiscale domicilie in België = noemen we hier een binnenlandse vennootschap
a. Niet noodzakelijk naar het Belgisch gemeen recht!
b. Voor fiscaal recht kijken we naar de werkelijke zetelleer.
i. België is de plaats van de voornaamste inrichting/zetel van bestuur:
onderworpen aan venn.b. (de administratieve hoofdzetel, waar de
werkelijke leiding is)
ii. = binnenlandse vennootschap
iii. !!Buitenlandse vennootschappen (naar buitenlands recht, met
voornaamste zetel in het buitenland) die wel een inkomen hebben in
België: niet onderworpen aan venn.b, wel aan ‘belasting der niet
inwoner’ (BNI). Art. 227 WIB/92
c. De statutaire zetel heeft ook een fiscaal belang: creëert het vermoeden dat
uw werkelijke zetel (fiscaal domicilie) zich op dezelfde plaats bevindt als uw
statutaire zetel (waar uw venn is opgericht).
i. Tegenbewijs mogelijk dat fiscaal domicilie in een ander land ligt en de
vennootschap daar onder de fiscale wetgeving valt.
ii. Als u wil bewijzen waar uw werkelijke zetel zich bevindt: duidelijk zijn,
vergaderingen daar organiseren, vliegtuigtickets en hotels als bewijs,
brieven die daar toekomen, telefoons, verwarming,... (Personeel/veel
3
, kantoren zijn niet per se nodig, wel moeten het debat en de
beslissingen daar gebeuren)
1. Er is een checklist met dingen die nodig zijn om duidelijk je
fiscale domicilie in België te hebben.
2. De fiscus kan bewijs opvragen en proberen weerleggen dat u
een andere fiscale domicilie heeft dan België.
3. Moeilijk om dit aan te tonen indien u nooit daar bent waar u
beweert uw werkelijke zetel te hebben.
d. Gevolgen en belang van fiscaal domicilie:
i. Een vennootschap met fiscale domicilie in België heeft belastingplicht
m.b.t. haar wereldwijd inkomen. (Genuanceerd door
dubbelbelastingverdragen)
<-> Fiscaal domicilie in het buitenland maar ook activiteiten in
België: Enkel belastingplichtig (BNI) mbt het inkomen in België.
Dubbelbelastingverdrag: Het land waar een vaste inrichting
is gevestigd is gerechtigd om belastingen te heffen op de
inkomsten gealloceerd aan die vaste inrichting. Het land waar
de fiscale zetel zich bevindt moet dat deel van de winst dus
vrijstellen zodat de belasting niet dubbel wordt betaald.
ii. Winstuitkeringen worden belast in het land van de fiscale domicilie
van de vennootschap (ongeacht of ze worden uitgekeerd aan een
inwoner of niet-inwoner), niet in het land van de inrichting waaruit de
winst voortkomt.
vb. Een Belgische vennootschap keert een dividend uit dat
voortkomt uit winst die in hun fabriek in Nederland is gemaakt.
= Belgische dividenduitkering naar Belgische regels,
winstbepaling naar Belgisch boekhoudrecht.
e. Brievenbusvennootschappen
i. Vennootschap zegt fiscale domicilie te hebben in een ander land maar
in werkelijkheid is het een Belgische venn (met fiscale domicilie in
België).
ii. Indien fiscus vindt dat u toch een Belgische venn bent, kunnen ze uw
andere fiscale zetel aanvechten op verschillende manieren:
1. Valsheid in geschriften “Documenten RVB etc zijn vals”
2. Fraude (vb. “Dit is een fictieve vennootschap = simulatie)
3. Vennootschap met andere statutaire zetel erkennen,
belastingen recupereren via vaste instelling in België (BNI).
4. Transferpricing: er is een “tussenvennootschap” om (grootste
deel van) winst daar te plaatsen waar weinig/niet wordt belast.
vb. Vennootschapsgroep. Goed geproduceerd in venn in
derdeland wordt verkocht aan venn in Hong Kong, die het
4