LITERATUUR ................................................................................................................................ 108
HC – BEWIJS EN MOTIVERING ......................................................................................................... 110
SELECTIE EN WAARDERING......................................................................................................................... 111
BEWIJSMOTIVERING ................................................................................................................................. 112
MINIMUMBEWIJSREGELS I ........................................................................................................................ 112
MINIMUMBEWIJSREGELS II ....................................................................................................................... 113
4
, VINCENT NAP
FORMEEL STRAFRECHT 23-24
WETTIG BEWIJSSTELSEL ............................................................................................................................ 114
EIGEN WAARNEMING RECHTER................................................................................................................... 114
VERKLARING VERDACHTE .......................................................................................................................... 115
VERKLARING GETUIGE............................................................................................................................... 115
VERKLARING DESKUNDIGE ......................................................................................................................... 115
SCHRIFTELIJKE BESCHEIDEN........................................................................................................................ 116
TOEREIKEND BEWIJS ................................................................................................................................. 116
RECHTERLIJKE VERANTWOORDING IN HET VONNIS ......................................................................................... 117
RESPONSIEPLICHT BIJ BEWIJSVERWEREN ...................................................................................................... 118
JURISPRUDENTIE .......................................................................................................................... 119
EHRM 8 FEBRUARI 1996, NJ 1996/725 (JOHN MURRAY) ........................................................................... 119
HR 11 APRIL 2006, NJ 2006/393, (HENNEPKWEKERIJ) ............................................................................... 119
HR 26 JANUARI 2010, NJ 2010/512 (STEUNBEWIJS EN BEWIJSMINIMUM) ..................................................... 120
HR 6 MAART 2012, NJ 2012/251 (DAGBOEKAANTEKENINGEN) .................................................................... 120
HR 24 SEPTEMBER 2019, NJ 2019/465 (EIGEN WAARNEMING II) ................................................................. 120
WG .......................................................................................................................................... 120
THEMA .................................................................................................................................................. 120
LEERDOELEN ........................................................................................................................................... 121
NOTITIES ................................................................................................................................................ 121
OPGAVEN ............................................................................................................................................... 122
2023 EERSTE KANS....................................................................................................................... 140
W1
Literatuur
- Keulen & Knigge, hoofdstuk 2, 3 en §7.1-7.6.1
- Sjors Ligthart, ‘Autonomie en privacy als rechtsgronden van het zwijgrecht en het
nemo teneturbeginsel?’, NJB 2021/2408 (Canvas)
5
, VINCENT NAP
FORMEEL STRAFRECHT 23-24
6
, VINCENT NAP
FORMEEL STRAFRECHT 23-24
HC
Verzorgen dat het materiele recht juist Hoofddoel strafvordering
wordt toegepast. Procedure die zorgt voor
de toepassing van de straf. Noodzakelijk
voor het materiele recht, pas daarna mag
de straf wordt opgelegd. Dat de ware
schuldige wordt gestraft, de bedoeling.
Eigenrichting voorkomen, belangrijk doel
Bijkomende doelen
van de procedure. Dat dat niet nodig is.
Demonstreren we iets, alleen zo krijgt
generale en speciale preventie zijn
werking. Materieel is doodrecht, we hopen
dat het zo afschrikkend is dat mensen het
uberhaupt niet doen. Krijgt pa echt leven
als ze ook zien dat dat gebeurt door de
procedure. Laten zien dat je dergelijke
apparaten hebt. We proberen rechten te
eerbiedigen, wie mag worden
onderworpen, voornaamste regels en
beperkingen hebben betrekking op de
verdachte.In het strafrecht altijd op zoek
naar de materiele waarheidsvinding, en
rechtsbescherming. Dat botst voortdurend.
Bronnen voor het strafrecht
Alleen als de wet in de formele zin een
procedure heeft gecreeerd waar de rechten
van burgers worden beperkt, mag het.
Andere bronnen zijn er niet. Veel
bijzondere wetten ook waar procedures in
te vinden zijn.
7
, VINCENT NAP
FORMEEL STRAFRECHT 23-24
In duitsland kunnen burgers (naast Klassieke uitgangspunten
beroerpsrechter) als rechter optreden,
zonder opleiding, nederland is daar uniek
in. Hetzeflde geld voor de vervolging, in
duitsland kunnen leken ook vervoling
initieren. Opportuniteit heeft geurtjes
wegens europese invleod ook op basis van
een aanwijzing mogen bevoegdhden
worden ingesteld, een moeilijk
verifieerdbaar gerucht.
Krijgen een nieuw sv.
Mensenrechten en het strafrecht
EU recht gaat voor. Res interpretatie
werking houdt in dat als een ander land
wordt veroordeeld in het EU recht geldt
dat ook voor de andere landen. Lid 2 van
art. 2 EVRM duidt op relatiefrecht.
Staan er niet letterlijk in. EHRM geeft
regels waarom ze het hebben opgenomen.
8
, VINCENT NAP
FORMEEL STRAFRECHT 23-24
Ratio van het zwijgrecht en nemoteneteur hebben, we hebben een schending van 3,
wat is de consequentie. Een schending van
art. 3 is ook een schending van art. 6,
afhankelijk van wat je er mee doet. Hof
maakt dan een odnerscheid tussen 3
varianten. Folteren is altijd in strijd met 6.
Hoeft niet het geval te zijn bij onmenselijk
en vernederend, gebruik je het?
Uiterlijke grenzen zoals gesteld, we willen Pressieverbod
natuurlijk wel een gedeelte pressie hebben
om een verklaring te verkrijgen.
Dreigen met geweld is nog een grensgeval.
Niet fataal als je het doet. Beloften van
Ongeoorloofd verhoormethode
niet langer vastliggen ten overstaan van
verklaring mag wel. Folteren absoluut
verboden. Psychologische forcering
eveneens. Gafgen studeerde rechten in
duitsland maar ontvoerde toen het broertje
van zijn vriendin en eiste losgeld (1
miljoen). Ze denken dat er een organisatie
achter zit. Ze zien hem het losgeld
meenemen en reizen af naar het vliegveld. Art. 3 EVRM
Dan pakken ze hem op met het losgeld en
gaan hem verhoren. Zwijgt. Rechercheur
op vakantie heeft een folteren opleiding
gevolgd, zonder sporen nalaten. We
hebben je expertise nodig. Verdachte wordt
in het kenne gesteld dat hij 10 minuten
heeft om een verklaring af te leggen
voordat een waarheidsserum wordt
toegediend en wordt gezegd dat de meneer
van foltering komt en niks zal achterlaten.
Drastische maatregelen om de jongen te
redden. Sprake van een onmenselijke
behandeling. In gafgen I hadden ze gezegd
dat het niet in strijd met 3, er is voldoende
compensatie, degenen die dit gedaan
hebben zijn ontslagen. Ontslagen en
vervolgens gepromoveerd, lidstaten zeiden
wacht even dat was niet de compensatie.
Gafgen II is dan gekomen. Dat is niet de
compensatie die we in art. 3 willen
9
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vincentnap. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.