Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Embryologie en teratologie - Module 5: Vruchtvliezen en placenta €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Embryologie en teratologie - Module 5: Vruchtvliezen en placenta

 13 vues  0 fois vendu

Samenvatting van Module 5 van Embryologie en teratologie van prof. Cornillie. Hoofdstuk 13 (algemeen schema van vruchtvliezen en placenta) en 14 (placentatiekenmerken en vruchtvliezen speciesspecifiek). Vernieuwd vak sinds in . Inclusief figuren van de prof.

Dernier document publié: 5 mois de cela

Aperçu 4 sur 30  pages

  • 22 mai 2024
  • 22 mai 2024
  • 30
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (2)
avatar-seller
DgkUgent
DEEL 5 - VRUCHTVLIEZEN EN PLACENTA
H13 – ALGEMEEN SCHEMA VAN VRUCHTVLIEZEN EN PLACENTA


IMPLANTATIE
- Embryo komt aan in baarmoeder → gaat daar vaste stek uitzoeken om vast te hechten en te
interageren met moederdier (signaal dat dier drachtig is en embryo niet afgestoten mag worden +
uitwisseling voedingsstoffen, afvalstoffen weg, uitbouw placenta) → eerst adhesie, appositie →
interfase uitbouwen
- Paard
➔ Embryo komt in BM → gaat uitkippen, heeft capsule (laat expansietoe) en anti-
adhesiefactoren zodat embryo contact met wand kan maken op ≠ plaatsen in baarmoeder =
migratie (d10) → pas dag 17 capsule weg en kan embryo vasthechten en nestelen
➢ Moet niet per se nestelen in hoorn waar bevruchting was
➢ BM overtuigen dat er werkelijk een vrucht is
➔ 2 bevruchte eicellen: niet gewenst bij paard
➢ Te weinig plaats in BM
➢ Beide vruchten dicht bij elkaar: risico bij ene weg halen, andere ook kapot → zolang
adhesie er niet is gaat migratie verder gaan en knn ze bv een dag later ver genoeg uit
elkaar zitten → dan kan 1 kapot genepen worden
- Rund
➔ Bij ovulatie gaat vrucht zo snel mogelijk implanteren in baarmoeder aan zelfde zijde
➢ Dracht altijd in zelfde hoorn als bevruchting
➢ Blastocyst gaat uitlengen: slierten maken die uitgroeien (1 cm/u) → zo ook ganse bereik
beslaan in BM
- Varken
➔ Meerdere ovulaties aan beide zijden
➔ Experimenteel 1 ovarium afbinden: Blastocysten gaan evenredig uitspreiden (ook slierten
vormen) en zelf andere hoorn bereiken
➢ Gaan dus nog steeds evenredig in beide hoornen verspreiden
➔ Embryo in BM:
- Centrale implantatie bij huisdieren: embryo dat in centrale lumen van BM een plaats uitkiest
➔ Lumen gaat rond embryo wikkelen (BM wand kan wat contraheren, mucosa)
➔ Embryo gaat implanteren in lumen blijven en daar verder in ontwikkeling komen
- Eccentrische implantatie
➔ Bij knaagdieren: embryo’s gaan die expansie niet ondergaan → BM gaat intieel nauwelijks
verbreden, embryo gaat in een crypte nestelen zonder expansie → nadien expansie en
omwikkeld worden
➔ Gaat finaal ook evolueren tot een nidatie: zien we niet bij de huisdieren
- Nidatie = interstitiële implantatie
➔ Mens: BM wand voorbereid op ontvangen embryo (bovenste zijde ontvangt embryo niet)
➔ Embryo komt toe → gaat niet in lumen blijven → graaft zich in de wand (maakt wand kapot en
nestelt) → BM wand gaat zich rond de kiem herstellen en omwikkelen → embryo verdwijnt uit
het lumen → als embryo uitbreidt gaan de wanden versmelten, lumen volledig geoblitereerd
want wordt weggedrukt = holteloze BM (uitz. vruchtruimtes die embryo zelf maakt)




1

,VORMING VAN DE VRUCHTVLIEZEN
Algemeen schema links
- Embryo kop links staart rechts (beperkt in detail getekend, meer detail hoeft niet)
➔ Rondom embryo plooivorming vanuit navelstreng gebied → plooit dorsaal om (=
amnionplooien) → gaan dorsaal fusioneren
➢ Blaasje vult met vocht → amnionholte (= binnenste vruchtvlies embryo) vormt
➢ Amnion niet 1e vruchtzak van embryo: primitieve darm verbinding met dooierblaasje (afh.
van diersoort ruim tot ontwikkeling/snel verdwijnt) = 1 e vruchtholte die we krijgen
➢ Elk vruchtvlies is bedekt met 1 blad van hypomere: splanchnisch mesoderm (bedekt
dooierblaas aan buitenzijde) en somatisch (binnenzijde embryo/buitenzijde amnion)
➢ Volle lijnen groen en blauw = epitheliale structuren
➔ Rest omgeven door trofoblast
➔ Exocoeloom: tijdelijk, later verdrongen door 4 e vruchtvlies
➔ Mesoderm en endoderm altijd samen nemen = chorion = uitwendige vruchtvlies, mesoderm
en ectoderm (trofoblast: voedende laag cellen die we in blastocyst al aantroffen)
➢ Membraan aanduiden: altijd epitheliale component, BW kern (binnenzijde epitheliale
mesotheel laag) want nog altijd exocoeloom holte die we aflijnen
- Hart: dorsale aorta gaat BV uitsturen beiderzijds die dooierzak volgen → gaan in dooierzak wand
tot ontwikkeling komen, moeten nog verder doorgroeien over mesoderm van dooierzak
➔ A. vitellinae: gaan niet helemaal tot het einde (zeker niet bij dier met grote dooierblaasje:
paard, konijn, vogel) → van embryonale zijde naar abembryonale zijde knn volgen → vormt
een eindcirkel (= sinus terminalis) die nr abembryonaal gaat → van daaruit vertrekken venen
➔ Omphalochorion (3-lagig: endo-meso-ectoderm) = blaasveld (van ventraal cirkelvormig):
vergroeiing dooierblaasje en chorion → vruchtvliezen lijken vergroeid, maar zit geen
mesoderm tussenin dus noemen we omphalopleura (2-lagig)
- Embyronale zijde: vergroeiingsplaats = amnionnaad = mesamnion
- Amniochorion: niet bij alle dieren
- Embryo moet op een manier verbinding met buitenwereld hebben, 2 opties
➔ Ofwel via amniochorion: evenhoevigen laten dooierblaasje los, maar moeten dan
mesamnion en amniochorion over grotere afstand laten bestaan
➔ Ofwel via dooierblaasje: paard, hond, kat bewaren dooierblaasje
- BV: a. vitellinae groeit mee met dooierblaasje
➔ Met ondersteunende functie voor vrucht gaan altijd in mesoderm van endoderm ontwikkelen
→ dooierblaasje heeft die functie (rijk aan BV ontw)
➔ Mesoderm kan niet zelfstandig BV ontwikkelen, BV kunnen er wel in groeien → mesoderm
gaat op bepaald moment moeten gered worden door endoderm → omphalochorion gaat heft
redden zolang sinus terminalis tijdig kan opschuiven
➔ Oplossing bij alle palcentale huisdieren: stamt uit endoderm
➢ Uit einddarm caudaal ontstaan nieuwe uitwas: die gaat in exocoeloom holte groeien, bij
de huisdieren een blaas (bij mens en muis een steel) → bedekt met mesoderm aan
buitenzijde: kan gered worden → primaire functie allantoïs: opvangen urine van embryo
➢ Verbinding allantoïs en eindstuk primitieve darm (stuk dat door navelstreng gaat):
urachus kanaal
➢ Allantoïs: moet ectoderm besalgen membranen redden → BV moeten aangebracht
worden → aorta splitst beiderzijds → BV die aa. umbilicales (L en R van allantoïs) dragen
w door allantoïs meegevoerd
➔ Dus 2 circulaties
➢ 1 die via dooierblaas meegevoerd w: aa. vitellinae
➢ 1 die via navelstreng aangevoerd w: aa. umbilicales




2

,Algemeen schema rechts
- Embryo die amnion gaat afscheiden van chorion: amnion laat los (bv. bij paard, konijn, Ca) →
primitieve darm met dooierblaasje dat contact maakt met extra-embryonale gebied (<-> bij rund
andere plaats loslaten en vast blijven hechten)
- Allantoïs met urachus kanaal groeit uit → allantoïs versmelt met amnion, verdrukt ondertussen
het exocoeloom), bij contact met ectoderm krijgt je enkelvoudige laat endoderm → daardoor
embryo gered: BV aangevoerd door endodermale structuur = door amnion
- Geen verbinding intra- en extra-embryonaal milieu
- Bij contactplaats tussen 2 endodermale (van dooierblaasje en allantoïs) structuren: geen
vergroeiing dan → blijven 2 membranen (rode stippenlijnen tussen groen en oranje)
➔ Enkel bij endoderm tegen ectoderm krijg je vergroeiing (tussen oranje en blauw)
➔ Verschil met links: hier vergroeiingsplaatsen: allantochorion (CAM = chorio allantoic
membrane), allanto-amnion, omphalochorion ook nog, omphalo-allantoïs NIET meer
- BV: hart ontvangt bloed bij septum transversum → dorsale aorta (dubbel in kopgebied) → w
enkelvoudig → splitst in caudaal gebied in 2 → loopt langs de primitieve darm → volgt allantoïs
membraan → spreidt richting buitenwereld (a. umbilicalis circulatie neemt over: grootste
contactoppervlak met buitenwereld), aa. vitellinae
- Terugkerende BV: vitelliene venen (bovenste lichtblauwe) gaan darm volgen → richting hart,
zware umbilicale (onderste lichtblauwe) venen gaan binnendringen → aan ventrale zijde van
embryo opklimmen naar hart: passeren de lever (lig. teres in volwassen dier)
- Belangrijk figuur rechts
➔ Membranen: Allantochorion, omphalochorion, allantoamnion
➔ Verdrukken exocoeloomholte
➔ Verschillende vruchtblazen: amnionholte, allantoïsholte, dooierblaasje (altijd aanwezig,
maar variabel tussen diersoorten)




3

, Amniogenese (vorming amnion)
- Plectamnion = amnion wordt geplooid
- Linksboven: blastocyst met kiemknop bovenaan, hypoblastvorming daar onderdoor → ondergaat
plooivorming met insnoeringen (wordt zoals linksonder)
- Plectamnion: embryo dat gaat insnoeren → plooivorming omheen embryo → darmvorming met
endoderm, mesoderm dat zich verder zet in plooien → plectamnion = omplooien van uitw.
membranen van trofoblast inwendig bedekt door mesoderm, vochthoudende ruimte
➔ Alle huisdieren doen dit: op deze manier tot amnionvorming komen
- Schizamnion (mens): andere soort blastocyst → kiemknop ligt in embryocyste (holte) → pijlen =
hoe structuur gaat insnoeren → naar figuur eronder → sluit aan op dooierblaasje waartussen
mesoderm gaat groeien, ook allantoïs steel die groeit richting oppervlak
➔ Mens: al een blaasje op voorhand, moet niet extra gecreëerd worden, amnion is al ontstaan
door opsplitsen kiemknop (inner cell mass die holte vormt → daarrond embryonale cellen
wikkelen → embryocyste die amnionholte wordt = schizamnion)
➔ Trofoblast gaat woekeren om in te graven in BM-wand → contact maken, geen enkelvoudige
cellaag (blauwe driehoeken)
- Vorming amnion bij rat en muis: ipv afgevlakte blastocyst/blastodisc (zoals bij mens inwendig en
huisdieren aan oppervlak) → trofoblast met kiemschijf bovenaan gaat vergroten → enorme
proliferatie van trofoblast (laag van Rauber die zou moeten verdwijnen) → druk de eigenlijke laag
die embryo vormt naar binnen toe: in de lecitocoel → hypoblast vorming op andere manier
➔ Secundair wordt structuur hol (rechtsboven) afgelijnd door endoderm en mesoderm →
ectoplacentale kegel blijft aan de top bestaan → blastocyst vervolledigen (stippelijn = al een
beetje degeneratie blastocyst → is nu nog een pro-amnionholte (gastrulatie is wel al bezig)
➔ Mesoderm gaat holte samen drukken, ectoplacentale kegel er nog steeds bovenop
(trofoblast prolifereert en zoekt naar voeding zoals bij mens) → verdrukking naar midden toe:
tussen ectoderm en endoderm → verliezen buitenkant van embryo (stippenlijn) → embryo
keert zich binnenste buiten, mesoderm heeft geprolifereerd en is bezig met holtevorming →
onderaan vormt holte waarin emryo gaat ontwikkelen → mesoderm verdringt endoderm →
holtevorming gaat uitbreiden, endoderm gaat er tegen nestelen en omslaan als membraan
van Reicher → onder kegel zit nog een ectoplacentale holte
➔ Dus nu is amnionholte gevormd en exocoeloomholte → verdikt blauw = embryo die enorm in
lordose gaat: ligt met endoderm aan buitenkant
➔ Amnionvorming ook via plooivorming maar dan knaagdiertype
➔ Rechtsonder: bolle welving = neurale plooien in kopgebied, toekomstige voordarm
(voordarmpoort en achterdarmpoort zijn de twee indeukingen) volgt welving → groeit naar
elkaar toe door buigen embryo, notochord vormt, allantoïs steel in exocoeloom → embryo
gaat door neurulatie omklappen en ook binnenste buiten
- Cavia: exocoeloom en amnionholte ontstaan rechtstreeks door holtevorming




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DgkUgent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
  Ajouter