MEDIA-ETHIEK: EXAMENVRAGEN
LES 1: Introductie tot ethiek en media-ethiek
Leg uit: theoretische filosofie, praktische filosofie, ethiek, gedachte-experiment, experimentele filosofie,
moraliteit, egoïstische voorzichtigheid
Theoretische filosofie: theoretische filosofie omvat disciplines zoals metafysica, wijsgerige
antropologie en wetenschapsfilosofie. In deze velden stellen filosofen vragen over de aard van de
mens, de wereld en het universum. Hoewel sinds de moderniteit veel van dit terrein is overgenomen
door exacte wetenschappen, blijft theoretische filosofie belangrijk. Filosofen reflecteren kritisch op
vele vragen die in de wetenschap aan bod komen en proberen deze te verhelderen. Bijvoorbeeld: wat
is wetenschappelijke kennis? Wanneer is iets echt wetenschappelijk? Als we nadenken over de opbouw
van onze werkelijkheid, stuiten we onvermijdelijk op zaken die niet verder bewezen kunnen worden.
De snaartheorie is een voorbeeld: deze theorie verklaart waarneembare fenomenen d.m.v. snaren
(strings), maar de snaren zelf zullen we waarschijnlijk nooit empirisch kunnen waarnemen. Dit roept
de vraag op of de snaartheorie een wetenschappelijke theorie is, of dat hier het onderscheid tussen
filosofie en exacte wetenschap vervaagt.
Praktische filosofie: Het richt zich op de vragen over hoe mensen zouden moeten handelen en hoe
samenlevingen georganiseerd zouden moeten zijn. Het omvat disciplines zoals ethiek, politieke filosofie
en sociale filosofie. In deze velden onderzoeken filosofen de principes en waarden die ten grondslag
liggen aan menselijke handelingen en maatschappelijke structuren. Het is essentieel omdat het helpt
bij het begrijpen en oplossen van concrete problemen in het dagelijks leven en in de samenleving.
Ethiek: Ethiek is een tak vd filosofie die zich bezighoudt met vragen over moraliteit en hoe mensen
zouden moeten handelen. Het vindt zijn oorsprong id klassieke filosofie, waar Aristoteles in zijn werk
Ethica Nicomachea verwijst naar Socrates, die de vraag centraal stelde: “Hoe moet men leven?” Deze
vraag gaat over de basis van goed en kwaad, morele normen en waarden, het goede leven en de
organisatie v/e rechtvaardige samenleving. Tegenwoordig verwijst ethiek niet zozeer naar de zoektocht
naar het hoogste goed of het goede leven, maar meer naar de studie en zoektocht naar de principes
die de fundamenten vormen v normen en waarden. Ethiek wordt daarmee synoniem aan morele
filosofie en behandelt moraliteit op verschillende niveaus.
Gedachte-experiment: is een denkbeeldig scenario dat filosofen gebruiken om bep filo intuïties te
toetsen of op te roepen zonder daadwerkelijk experimenten uit te voeren. Het zijn dus fictieve casussen
die bedoeld zijn om onze intuïties en concepten te verhelderen. Ze helpen ons om na te denken over
morele en conceptuele dilemma’s. Ze w niet alleen in de filosofie gebruikt, maar ook in de wetenschap.
1
,Experimentele filosofie: een tak vd filosofie die gebruikmaakt v methoden uit de psychologie en
sociologie om filosofische intuïties te onderzoeken. Het stelt de functie v gedachte-experimenten en
de intuïties die ze oproepen ter discussie. Onderzoek heeft aangetoond dat intuïties over filosofische
kwesties kunnen variëren tussen verschillende culturen, wat suggereert dat deze intuïties nier
universeel zijn. Critici stellen dat experimentele filo meer lijkt op morele psychologie en dat sommige
studies methodologische gebreken vertonen. Toch biedt deze benadering waardevolle inzichten door
empirische data te gebruiken, wat helpt bij het begrijpen vd diversiteit en cultuurgebondenheid v filo
intuïties. Kortom, experimentele filo combineert filo analyse met empirisch onderzoek om dieper
inzicht te krijgen in hoe mensen denken over fundamentele filo kwesties.
Moraliteit: hiermee bedoelen we een sociale institutie met een eigen geschiedenis, en een code v
regels en principes, gebaseerd op een fundamentele notie v goed en kwaad, die verworven wordt door
opvoeding, gewoonte en cultuur en door dewelke de handelingen en oordelen v mensen geleid w.
Moraliteit refereert dus naar een notie v goed en kwaad en is iets gemeenschappelijks. De individuele
dimensie v moraliteit is belangrijk, maar er is niet zoiets als louter privémoraal, net zoals er niet zoiets
is als louter privé-taal. Moraliteit, cultuur en opvoeding zijn verstrengeld.
Egoïstische voorzichtigheid: (zoals beschreven door Thomas Hobbes), betekent dat mensen ethische
regels en normen volgen uit eigenbelang. Toen de bevolking groeide & bronnen schaars werden, leidde
competitie tot conflicten. Om overleving te verzekeren & constante strijd te vermijden, vonden mensen
het nuttig om zich aan regels te houden. Dit leidde tot het sociale contract, waarbij ethiek werd
geïnstitutionaliseerd in wetten & afgedwongen door de staat, zodat iedereen in een stabiele en
vreedzame samenleving kon leven.
Situeer media-ethiek in het grotere vakgebied van filosofie, en ten opzichte van andere disciplines
Media-ethiek situeert zich binnen het grotere vakgebied vd filosofie als een subdiscipline van de
toegepaste ethiek, dat zelf weer een deelgebied is vd ethiek. Ethiek w over het algemeen beschouwd
als een onderdeel vd filosofie, hoewel sommige mensen ethiek ook als twee aparte vakgebieden
beschouwen. Net als andere vormen v toegepaste ethiek is media-ethiek een sterk interdisciplinair
veld. Dit betekent dat een media-ethicus niet per se een diploma in de filo moet hebben, maar
bijvoorbeeld ook een communicatiewetenschapper of journalist kan zijn die zich heeft toegelegd op
ethische vragen.
In het grotere veld vd filosofie wordt ethiek meestal ingedeeld in praktische en theoretische disciplines.
Media-ethiek valt onder de praktische filosofie, die zich bezighoudt met hoe we zouden moeten
handelen. Het is nauw verbonden met andere vormen v toegepaste ethiek, zoals bio-ethiek en milieu-
ethiek, die ook concrete, praktische vragen behandelen binnen specifieke contexten.
2
,Ten opzichte van andere disciplines, zoals communicatiewetenschappen, journalistiek en recht, is
media-ethiek interdisciplinair. Communicatiewetenschappers en journalisten houden zich bezig met
ethische kwesties in hun vakgebied, zoals de ethische implicaties v nieuwsverslaggeving en
mediaproductie. Juristen die zich met mediarecht bezighouden, reflecteren ook over ethische
vraagstukken binnen de context v wettelijke kaders en regelgeving.
Welke methode(n) gebruiken filosofen om tot bepaalde conclusies te komen?
Filosofen gebruiken verschillende methoden om tot bep conclusies te komen, en deze methoden
onderscheiden zich vaak van andere vormen v nadenken. Een aantal v deze methoden zijn:
1. Analytisch denken over concepten: filosofen zijn vaak geïnteresseerd in de fundamentele aard
v concepten die we in ons dagelijks leven gebruiken. Ze stellen vragen zoals: Wat bedoelen we
eigenlijk wanneer we zeggen dat iets 'waar' is? Wat betekent het om iets 'goed' te doen? Door
deze concepten te onderzoeken, proberen filosofen de implicaties ervan te begrijpen en
eventuele ambiguïteiten of tegenstrijdigheden te identificeren. Dit proces v conceptuele
analyse helpt bij het verhelderen v onze gedachten en het verkrijgen v diepere inzichten in
complexe kwesties.
2. Kritisch bevragen van gangbare opvattingen: filosofen zijn vaak sceptisch tov algemeen
aanvaarde opvattingen en proberen deze kritisch te onderzoeken. Ze dragen bijvoorbeeld de
veronderstellingen uit van wat als waarheid w beschouwd in verschillende disciplines, zoals de
wetenschap of de ethiek. Door traditionele denkwijzen ter discussie te stellen, stimuleren
filosofen het kritisch denken en dragen ze bij aan het bevorderen v intellectuele vooruitgang.
3. Gedachte-experimenten: In plaats van zich te baseren op experimentele gegevens,
ontwikkelen filosofen vaak theorieën door middel van gedachte-experimenten. Deze
denkbeeldige scenario's helpen bij het testen van filosofische intuïties en het verkennen van
complexe dilemma's, zoals die met betrekking tot persoonlijke identiteit of ethische kwesties
4. Experimentele filosofie: Een recente ontwikkeling binnen de filosofie omvat het gebruik van
methoden uit de psychologie en sociologie om filosofische intuïties te testen. Deze benadering
betrekt empirische data om verschillen in filosofische opvattingen tussen verschillende
populaties te onderzoeken en daagt de veronderstellingen van traditionele filosofische
denkwijzen uit.
Het is belangrijk op te merken dat filo geen vastomlijnde set methoden heeft, en filosofen kunnen
verschillende methoden combineren of nieuwe benaderingen ontwikkelen afhankelijk van het
onderwerp dat ze onderzoeken. Daarnaast is filo een dynamisch veld dat zich voortdurend ontwikkelt,
waarbij nieuwe methoden en perspectieven w toegepast om complexe vragen te onderzoeken.
3
, Welke verschillende takken bestaan er binnen de ethiek?
Tegenwoordig verwijst ethiek niet zozeer naar de zoektocht naar het hoogste goed of het goede leven,
maar meer naar de studie & zoektocht naar de principes die de fundamenten vormen v normen en
waarden. Ethiek w daarmee synoniem aan morele filo en behandelt moraliteit op ≠ niveaus:
1. Niet-normatieve ethiek: dit omvat beschrijvende ethiek en meta-ethiek
a. Beschrijvende ethiek of moraalwetenschappen benadert moraliteit vanuit humane
wetenschappen zoals sociologie, psychologie en culturele antropologie. Bijvoorbeeld,
psychologen zoals Lawrence Kohlberg en Carol Gilligan bestudeerden de verschillende
stadia v morele ontwikkeling bij kinderen.
b. Meta-ethiek onderzoekt vragen zoals waarom en hoe mensen moreel zijn. het kijkt
naar de geschiedenis, sociale wetenschappen en biologie om te begrijpen waarom
mensen moreel gevoelig zijn en bespreekt of moraliteit een kwestie is v emoties of
rationaliteit. Het bestudeert ook concepten zoals goed en kwaad en rechtvaardigheid.
2. Normatieve ethiek: dit omvat algemene normatieve ethiek en toegepast ethiek
a. Algemene normatieve ethiek stelt de vraag welk gedrag goed en slecht is. Ethici
proberen de basisprincipes v moraliteit in rationele termen te vatten en expliciet de
verbinding te maken tussen het idee v goed en kwaad en specifieke morele normen in
een omvattende morele theorie.
b. Toegepaste ethiek analyseert en verduidelijkt specifieke morele dilemma’s in
specifieke contexten, zoals zakelijke ethiek, bio-ethiek en media-ethiek. Voorbeelden
zijn vragen over de verantwoordelijkheid v/e bedrijf voor het welzijn vd familie v/e
werknemer in zakelijke ethiek, of specifieke ethische vragen uit de medische praktijk
in bio-ethiek.
4