BOEKHOUDEN
Een onderneming heeft de verplichting ontvangsten, kosten en vermogen (bezittingen en schulden)
regelmatig te registreren, en dit volgens standaardregels naargelang de vorm en grootte van de
onderneming. Alles volgens de boekhoud- en fiscale wetgeving. Periodiek moet een ‘staat’ met alle
wettelijke registraties officieel worden neergelegd ter info of controle van derden of de overheid.
Deze staat heet ‘jaarrekening’ uit diverse onderdelen cfr schema: jaarrekening
De balans: beginbalans (vb. 1/1/24) en eindbalans (vb. 21/12/24): het vermogen op een bepaalde
datum
De resultatenrekening: stelt een periode voor vb. het boekjaar i.v.m. ontvangsten en uitgaven
De toelichting van de cijfers en codes op voorgaande: wat, wanneer, hoe, …
De sociale balans: geeft inzicht in personeelsevolutie, - kost en dergelijke over verloop van het
boekjaar
Via een inventaris vb. op datum van 31/12/24 wordt het resultaat van de boekingen vergeleken met de
werkelijke fysieke toestand van de onderneming (cash, bankrekeningen, leningen, …). Indeling, vorm,
rangschikking en diverse benamingen: p 274 e.v.
De balans: foto van de jaarrekening op een bepaald moment
De balans is een dubbele notering van items:
Actiefzijde: drukt waarde uit naar vorm
Passiefzijde: idem naar herkomst van middelen
Activa: boekwaarden van rubriekrekeningen
Passiva: eigen kapitaal + uitstaande schuld
Rubrieken van passiva: vast/vlottend/liquiditeiten
Rubrieken van passiva: kapitaal/schuld op lange
termijn (langer dan 12 maanden) en korte termijn (tot
12 maand)
Rangschikking: liquiditeit/opeisbaarheid
EV: eigen vermogen/lange en korte termijn
Evenwicht tussen activa- en passivatotalen. Een balans wordt aangepast volgens de aard van de
onderneming, rubrieken verder onderverdeeld en benaming van rekeningen aangepast (volgens
boekhoudkundige standaardbenamingen). Winst maken kan het eigen vermogen doen stijgen, verlies doet
dit dalen.
De resultatenrekening: de film van het jaar
Debetzijde: kosten voor de bepaalde periode
Creditzijde: opbrengsten van dezelfde periode
In dit geval een prognose (cfr haalbaarheidsstudie). Bij de jaarrekening zijn dit
exact berekende cijfers en wordt ook volgens boekhoudkundige standaarden
gehouden. + term “saldo”: correctie van onevenwicht. Indien opbrengsten
groter zijn dan de kosten is er winst. Het onevenwicht wordt hersteld door het
saldo in te schrijven (debetzijde), is het overdragen naar de eindbalans als
kapitaalsverhoging (reservering). Uitbetaling aan de vennoten (“kosten”) of een
m???? van beide (beslissing te nemen op de algemene vergadering van
aandeelhouders). Indien de kosten groter zijn dan de opbrengsten is er verlies
dat moet gedragen worden door vb.
kapitaalsvermindering of bijstorting van vennoten
(procedure idem).
Toewijzing van rubriekrekeningen
Geld in kas: €1500,00
, Goederen in magazijn: €6750,00
Stand bankrekening: €6500,00
Vorderingen op klanten: €7000,00
Meubilair in kantoor: €10.000,00
Factuur aankopen te betalen: €1250,00
Waarde van het bedrijfspand: €62500,00
Hypothecaire lening, schuld: €50.000,00
Lening die na 3 maand vervalt: €6250,00
Onderscheiden wat is in bezit, te goed, nog terug te betalen schuld, en het saldo is van eigen kapitaal.
Kasbasis= je geeft maar aan/je registreert van wat je krijgt (bij vrije beroepen
Bij een handelaar of een vennootschap moet je inkomen aangeven van wat op factuur staat ook al heb je
het nog niet gekregen.
De balans toont de verhouding tussen totale eigenmiddelen vs. de schulden (lange en korte termijn), een
indicatie van de vermogenstoestand van de onderneming op datum (vb. eigen vermogen is 10% van het
totaal, dat is de stijging ten opzichte van 1 jaar ervoor enz.). De bedragen betreffen telkens de boekwaarde
van de items op datum van de opgestelde balans. Totalen van de hoofdrubrieken staan indien vermeld,
bovenaan de rubrieken of in een toegevoegde kolom.
Schult op lange termijn, op de balans wordt de schuld die vervalt op minder dan 1 jaar geplaatst onder
korte termijn. Een lopende rekening (L/R of R/C) kan op de 2 zijden voorkomen (vordering of schulden),
vb. voor de BTW. Wanneer goederen worden aangekocht, komen deze op de balans (= vlottende activa).
Tot ze betaald worden ontstaat er een schuld (leveranciers), na betaling verdwijnt deze laatste rekening via
vermindering van de kas of bankrekening of verhoging van de korte termijnschuld indien betaald via een
kredietstand.
In verband met klanten en leveranciers noemen we de rekeningen handelsschuld, handelstegoed of
handelsvordering, … Debiteuren zijn openstaande tegoeden onder andere van klanten, crediteuren zijn
openstaande schulden van onder andere leveranciers
BTW
BTW= belasting onder toegevoegde waarde (21%). Is een Europese belasting.
Verbruiksbelasting= Als je sigaretten rookt betaal je daar BTW op, maar als je niet rookt betaal je die
verbruiksbelasting niet. Vb. sigaretten, benzine, …
Inkomstenbelasting= belasting op je inkomen
Onderscheid maken in prestaties. Alles wat therapeutisch is, daar moet je als MH geen BTW doorrekenen
aan de patiënt. Alles wat niet-therapeutisch is vb. esthetisch, daar ben je wel BTW op verschuldigd.
Fabrikant garage autoconsument
20.000 + BTW (21%) 24200 25.000 + 21% = 30250
Je kan maar BTW aftrekken in de mate dat je BTW doorrekent. BTW-belastingplichtig is juist een voordeel,
omdat je dit kan doorrekenen. Toegevoegde waarde kan je dan vervangen met winst. Je kan maar BTW
aftrekken in de mate dat je deze kan doorrekenen. (Zie pdf structuur BTW).
Ook bij een vriendenclub ben je BTW-belastingplichtig. Vb. wanneer je na een activiteit door een verkoop
wat geld inzamelt.
, Opdracht: Zijn de volgende personen BTW - BP? Motiveer
1. Een studente, gevestigd in België, verbindt er zich toe, tegen vergoeding (€ 250 per maand)
maandelijks een aantal boeken in te binden voor een museum in Brussel. De studente krijgt de
vergoeding van het museum.
a. BTW-belastingplichtig
2. Een particulier voert vanuit Zwitserland een privécollectie van schilderijen in op éénmalige basis
a. Niet belastingplichtig (omdat het eenmalig is)
3. Een boekhandelaar gevestigd in de nabijheid van een school verkoopt en verhuurt school- en
leesboeken.
a. BTW-belastingplichtig
4. Een bouwonderneming die in het buitenland gevestigd is, richt occasioneel gebouwen op in
België.
a. BTW-belastingplichtig
5. Drie in België gevestigde aannemers van werken vormen een tijdelijke vereniging voor de bouw
van een brug over de autosnelweg.
a. BTW-belastingplichtig
6. Een loontrekkende schilder produceert na zijn dagtaak roestwerende verf die hij aan
garagehouders en carrosserieherstellers verkoopt.
a. BTW-belastingplichtig
7. Een in Antwerpen gevestigde fabrikant van kantoormeubelen verkoopt 75% van zijn meubelen in
België. De overige 25% verkoopt en vervoert hij naar meubelhandelaars in de E.U
a. BTW-belastingplichtig
8. Een in Kortrijk gevestigde fabrikant van verf verkoopt zijn volledige productie aan Franse
handelaars die de verf zelf in België komen halen
a. BTW-belastingplichtig
9. Een hotelhouder in Antwerpen verhuurt kamers met ontbijt aan buitenlandse toeristen.
a. BTW-belastingplichtig
10. Een vennootschap wordt opgericht voor een periode van 5 jaar uitsluitend om verdiepingswerken
aan het Albertkanaal uit te voeren.
a. BTW-belastingplichtig
11. Een advocaat regelt de echtscheiding van verschillende klanten.
a. BTW-belastingplichtig, ook vrije beroepen moeten dit doen, behalve in de therapeutische
medische sector.
12. Een immobiliënkantoor koopt en verkoopt gronden, oude huizen en oude bedrijfsgebouwen.
a. BTW-belastingplichtig
13. Een ingenieur in dienst van een bouwonderneming maakt in opdracht van de werkgever een
betonstudie voor een gebouw dat de bouwonderneming zal oprichten. De ingenieur doet dit werk
echter in het weekend en wordt daarvoor afzonderlijk vergoed door de werkgever.
a. Valt over te discussiëren