Muzische talen B
Creativiteit vleugels geven
Creativiteit
= de vaardigheid van de leerling om ideeën te bedenken en dingen te creëren die nieuw, verrassend
en waardevol zijn voor de leerling zelf
Creatief proces
= een proces waarin je vanaf een startmoment gaat divergeren en convergeren - in willekeurige
volgorde, soms tegelijk, vaak meerdere keren en niet altijd even herkenbaar
⇒ Een leerling onderzoekt, maakt en reflecteert
Competenties leerling om tot een creatief proces te komen:
● Veel ideeën genereren
● Dieper in kunnen gaan op die ideeën
● De motivatie, openheid en moed vinden om nieuwe en ongewone ideeën te verkennen
● Bereid en in de mogelijkheid zijn om naar zijn ‘innerlijke stem’ te luisteren
Hoe?
Rollen van de leerkracht
De ontwerper of designer van de leeromgeving
● Bedenkt hoe de omgeving eruit ziet waarin leerlingen zich ontwikkelen
○ Werkelijke fysieke omgeving:
■ Opstelling tafels en stoelen
■ Beschikbare leermiddelen
■ Kleuren van de gordijnen
■ Muziekinstallatie
■ Zichtbaarheid van spullen
1
, ○ Niet-fysieke vorm:
■ Welke vormen kiest de leerkracht om de leerling uit te dagen de beoogde
vaardigheden te gebruiken en te ontwikkelen?
■ Welke werkvormen hanteert hij/zij?
■ Op welke manier wordt de stof aan de leerling aangeboden, welk materiaal
wordt gebruikt?
■ Hoe orden je de leerinhoud?
■ Wordt er individueel of in groep gewerkt?
■ Is er een directe instructie, worden er vragen gesteld, op wat voor manier
toont de leerling dat hij de stof heeft eigen gemaakt?
■ Hoe ontwerp je een leeromgeving en leersituatie waar de creativiteit van de
leerling de ruimte heeft om zich verder te ontwikkelen?
Begeleider van het proces
● Hoe handel je als leerkracht?
● Hoe spreek je de leerling aan?
● Welke vragen stel je?
● Hoe zorg je ervoor dat je het proces voedt zonder dat je gaat sturen op uitkomsten?
● Hoe zorg je voor diepgang, verdieping?
● Hoe zorg je ervoor dat verschillende leerlingen in een gezamenlijk proces hun eigen
individuele pad kunnen lopen?
● Wat vraagt het voeden van creativiteit van jouw handelen als pedagoog, coach en
begeleider?
2
,ONTWERP
3 belangrijke aspecten die we kunnen leren van kunst:
1. Zorg ervoor dat de opdracht/werkvorm/het onderwijs ‘open-ended’, persoonlijk betekenisvol
en zintuiglijk is
2. Nieuwsgierigheid
3. Een aantal belangrijke aanbevelingen:
● Concentrisch en thematisch ontwerpen
● Rol van werkelijk dingen maken/creëren
● Uitnodigende leeromgeving
● Belang van incubatietijd
● Een open mind
● Hoe kan je de eigenheid van de leerling aanwakkeren in je lesontwerp
● Belang van samenwerken en uitwisseling voor de ontwikkeling van creativiteit
Wat leert kunst ons over ontwerp?
Open-ended
Kunst …
● is niet gericht op waarheidsvinding of goed en fout
● wil bevragen
● wil openzetten
● is per definitie ‘open-ended’
⇒ de uitkomsten van de opdrachten staan niet vast (zie metafoor speelveld)
Speelveld
● Geen chaotisch veld waar de leerlingen geen idee hebben waar ze mee bezig zijn
● De kader is ontworpen door de leerkracht + spelregels en bedoeling van het spel zijn
beschreven
● Binnen dat kader ⇒ kinderen spelen eigen spel
● De kader en regels bepalen met welke inhoudelijke aspecten de leerling aan het oefenen
gaat
● 2 belangrijke elementen die creativiteit leerling voeden:
1. Geeft elke individuele leerling de kans om op zijn eigen manier, aansluitend bij zijn
eigen relevantie, manier van werken, nieuwsgierigheid en vragen, het spel te spelen
2. Biedt veel meer ruimte om een eigen invulling te geven
⇒ Gaat niet over opbrengst, maar vooral om manier waarop het spel gespeeld
wordt
⇒ Daar liggen de leermomenten
3
, Hardloopwedstrijd
● Onderwijs vraagt meestal dat je een hardloopwedstrijd met je leerlingen loopt
⇒ Waar is begin, waar is einde en binnen welke marge moeten ze de finish halen?
● Leerkracht bepaalt wat iedereen moet, en wat je doet met kinderen die dat niet of
bovengemiddeld snel kunnen ⇒ differentiatie
● Leerkracht en norm zijn bepalend
● Vergelijking met speelveld:
○ Speelveld = ‘authentieke leersituatie’
○ Leerkracht heeft die gemaakt, bedacht, ontworpen
○ Er is ruimte voor eigen inbreng
○ Spelregels zijn niet doelgericht, maar zorgen dat bedoeling van spel duidelijk is
○ Spelregels voeden proces
○ Er zijn keuzemogelijkheden
○ Leerkracht ontwerpt onderwijs, leerling zoekt eigen weg in het speelveld
○ (Zie mallemolen van het ritme - pagina 53)
Ruimte voor iedereen
● Afspraak: iedereen doet mee
⇒ Niet op WAT ze doen, maar OF en HOE ze het doen
● Keuzevrijheid in de opdracht
⇒ Opdracht biedt ruimte voor iedereen om te doen wat hij kan, durft, wil en leuk vindt
● De opdracht…
○ Nodigt uit om in te zetten op wat je kunt, en dat te verbinden met wat anderen
kunnen
○ Geeft ruimte aan leiders en volgers
○ Geeft ruimte om te wisselen van rol
○ Nodigt uit tot proberen, binnen een veilig kader van het samen doen
○ Geeft de leerlingen ruimte om aan allerlei leerdoelen en competenties te werken,
zowel specifieke muzikale als generieke competenties
Doen wat je wel kunt
● Geeft leerling ruimte om te laten zien wat hij WEL kan binnen het kader dat de leerkracht
ontworpen heeft
● Leerkracht moet nadenken over wat de kaders en regels zijn binnen het ontworpen speelveld
⇒ Bepalen het inhoudelijke
● Leerlijn creëer je door een verzameling van speelvelden te maken waarin de opdrachten
overlappen naargelang hun kwaliteiten en verdere uitdagingen
4