Professionele Communicatie 2
MODULE 1: welke soorten informatiebronnen zijn er?
1. Catagoli
Met een catalogus kan je de beschrijving en vindplaats van boeken, titels, tijdschriften en
audiovisuele materialen opzoeken in de bibliotheek.
Bevat meestal géén titels van artikels uit papieren tijdschriften, enkel titels van de
tijdschriften zelf.
(het opzoeksysteem van onze leercentra = LIMO)
BV.
o Bibliotheek.be (doelgroep Vlaanderen)
o Worldcat (doelgroep Wereld)
o LIMO (doelgroep Thomas More studenten)
2. Tijdschriften
Tijdschriften verschijnen periodiek (bv. wekelijks, maandelijks, jaarlijks) en bevatten korte, specifieke
studies over onderwerpen binnen een bepaald vakgebied
Veel actueler dan (hand)boeken!
De studies die in tijdschriften gepubliceerd worden, kunnen verschillende vormen aannemen:
artikels: grondige studies van een onderwerp of een deelaspect ervan
recensies: besprekingen van boeken (monografieën, naslagwerken, ...)
congresverslagen
...
3. Eindwerken
Gemaakt door studenten door hun bachelor proef. Begeleid door docenten.
4. Databanken
Een wetenschappelijke databank bevat de beschrijving van voornamelijk tijdschriftartikels, al dan niet
voorzien van een link naar de elektronische versie.
Bibliografische databanken: beschrijvingen van tijdschriftartikels binnen een bepaald
vakgebied
Full tekst databanken: niet alleen de beschrijving maar ook de volledige elektronische versie.
Citatiedatabanken: niet alleen beschrijving van tijdschriftartikels, ook link naar de
bronvermelding.
VB.
Professionele Communicatie 1 Thomas More Mechelen
, o EBSCO: bibliografisch + full tekst databanken
o Pubmed: bibliografisch, soms link met full tekst andere site
o scienceDirect: full tekst databank van Elsevier
5. Naslagwerken
Bevat een hele reeks korte bijdragen over een woord/persoon/begrip/vakgebied, meestal alfabetisch
geordend per onderwerp of sleutelwoord. Woordenboeken, encyclopedieën, losbladige werken,
krantenarchieven, ..
VB.
Wikipidea (online encyclopedie)
Van Dale Woordenboeken
Gopress (Archief van Vlaamse en Nederlandse kranten en tijdschriften)
6. Zoekmachines
Een zoekmachine maakt pagina’s op het internet opzoekbaar.
Algemene zoekmachines: maken versch. soorten webpagina’s opzoekbaar (Google, Bing,
Yahoo, ..)
Gespecialiseerde zoekmachines: maken webpagina’s met wetenschappelijke inhoud
opzoekbaar (Google Scholar, ..)
MODULE 2: Hoe zoek ik op een efficiënte manier?
Eerst is het belangrijk om een schep geformuleerde probleemstelling af te leiden uit het opgegeven
onderwerp.
Wat is de precieze opdracht? Wat mag je doen? Tegen wanneer klaar?
Hier leidt je de basiszoektermen uit af, een beperkt aantal kernbegrippen met onmiddellijke
relevantie voor je opdracht.
Dan vul je de basiszoektermen aan met vertalingen, synoniemen, related terms, narrower terms,
broader terms. Dan kom je tot een goede set van geschikte zoektermen!
Hoe combineer je deze zoektermen met elkaar?
Er zijn 4 technieken om specifieke en gerichte informatie over je onderwerp terug te vinden:
1. Bolaanse operatoren (AND, OR, NOT)
AND: Hiermee zoek je enkel naar informatie die beide zoektermen bevat (Doorsnede) BV. Dyslecia
AND Children
OR: Hiermee zoek je naar informatie die tenminste één van beide zoektermen bevat (Unie) BV.
Dyslexia or Dyslexie
Professionele Communicatie 2 Thomas More Mechelen