ALLE KENNISVRAGEN EN CASUSSEN VAN OP DE LEERPADEN VAN ELK
HOOFDSTUK
H5: INTERNE MARKT
Casus 1: François en Olivier zijn twee jonge ondernemende studenten die denken een gat in de markt te hebben
gevonden voor een nieuw type energiedrankje. Ze produceren een drankje onder de naam “Cafeïneshot” dat een hele
hoge graad cafeïne bevat maar volledig in overeenstemming is met de Belgische regelgeving terzake. Na een testfase op
de Belgische markt, waar het drankje goed onthaald wordt, wensen François en Olivier het nu ook in Frankrijk in handel te
brengen. Ze slagen erin een grote hoeveelheid te verkopen aan een Franse grootwarenhuisketen, Shop&Go, die ook reeds
in België het drankje succesvol verkoopt. Na slechts enkele dagen, krijgt Shop&Go in Frankrijk echter het bevel van de
Franse overheid om het drankje uit de rekken te halen omdat de cafeïnegraad de in Frankrijk toegelaten maximum limiet
overschrijdt. Shop&Go riskeert door dit verkoopsverbod een belangrijk verlies te lijden, en bovendien willen andere
handelaren in Frankrijk geen zaken meer doen met François en Olivier aangezien het drankje als “onwettig” wordt
beschouwd.
Op welke Europeesrechtelijke gronden kan het Franse verbod aangevochten worden? Leg uit!
Het Franse verbod kan worden aangevochten op basis van het beginsel van het vrije
verkeer van goederen binnen de Europese Unie. Dit beginsel staat beschreven in de
artikelen 34 en 35 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU). Het Franse verbod kan worden gezien als een belemmering van dit vrije
verkeer, aangezien het product legaal is geproduceerd en verkocht in België, een
andere lidstaat van de EU. François en Olivier kunnen stellen dat het verbod niet
gerechtvaardigd is onder de specifieke omstandigheden, aangezien het drankje
voldoet aan de Belgische regelgeving en veiligheidsnormen. Ze kunnen ook wijzen op
het feit dat het verbod discriminatoir is en niet in verhouding staat tot het
nagestreefde doel, namelijk de bescherming van de volksgezondheid.
Casus 2: Elektrische fietsen zijn erg populair in Frankrijk. Jammer genoeg blijken ze de oorzaak te zijn van het
stijgend aantal verkeersdoden. Heel wat van deze fietsen rijden snel en zijn dan minder makkelijk beheersbaar voor
minder technische fietsers. De Franse regering besluit om hieraan iets te doen en vaardigt een wet uit waarin bepaald is
dat enkel fietsen die niet sneller kunnen dan 45 km/u in het verkeer mogen gebracht worden. Velodrive, een Italiaanse
producent van supersnelle elektrische fietsen, ziet hierdoor zijn omzet erg dalen. Velodrive vraagt zich af of het de Franse
wetgeving kan aanvechten. Frankrijk beroept zich echter op een Europese harmonisatierichtlijn waarin een aantal
bepalingen omtrent elektrische fietsen uitgewerkt werden. De richtlijn voorziet dat de lidstaten maatregelen moeten
nemen om de veiligheid van fietsen te garanderen.
Heeft Frankrijk in strijd met Europees recht gehandeld? Leg uit!
In dit geval lijkt Frankrijk niet in strijd te handelen met Europees recht, aangezien de
Franse wetgeving gebaseerd is op een Europese harmonisatierichtlijn. Deze richtlijn
voorziet dat lidstaten maatregelen mogen nemen om de veiligheid van fietsen te
garanderen. Het feit dat Velodrive zijn omzet ziet dalen als gevolg van de wet
betekent niet per se dat Frankrijk in strijd handelt met Europees recht, aangezien het
doel van de wet het verbeteren van de verkeersveiligheid lijkt te zijn, zoals
voorgeschreven door de Europese richtlijn.
, Casus 3: Door de economische crisis is de verkoop in Vlaanderen van televisietoestellen drastisch gedaald. Om de
Belgische producenten te helpen, neemt de regering een drastische maatregel en bepaalt ze dat er jaarlijks nog slechts
1000 televisietoestellen uit China mogen worden ingevoerd. De Belgische invoerders vechten deze maatregel aan en
beroepen zich op het vrij verkeer van goederen dat kwantitatieve invoerbeperkingen verbiedt. Wie geef je gelijk? Leg
uit!
In dit geval lijken de Belgische invoerders gelijk te hebben. Het vrij verkeer van
goederen binnen de Europese Unie verbiedt inderdaad kwantitatieve
invoerbeperkingen, tenzij deze beperkingen gerechtvaardigd kunnen worden op basis
van specifieke uitzonderingen zoals volksgezondheid, openbare orde of
milieubescherming. De economische crisis en het helpen van Belgische producenten
kunnen geldige redenen zijn voor de Belgische regering om maatregelen te nemen,
maar een kwantitatieve invoerbeperking lijkt niet in overeenstemming te zijn met het
vrij verkeer van goederen binnen de EU, tenzij er een dwingende reden van algemeen
belang is die deze maatregel rechtvaardigt.
Casus 4: In het kader van het Nederlands klimaatplan stelt de Nederlandse regering een aantal
drastische maatregelen vast. Eén maatregel heeft betrekking op de verkoop van personenwagens.
Deze mogen vanaf november alleen nog op weekdagen tussen 10 en 16u verkocht worden en mogen
enkel nog verkocht worden door verkopers doe een speciale opleiding volgden. De Franse autobouwer
FF ziet de verkoop van zijn wagens in Nederland dalen en vecht de maatregel van de Nederlandse
regering aan wegens strijdigheid met het Europees recht inzak vrij verkeer van goederen. Wie geef je
gelijk? Leg uit!
In dit geval lijkt het erop dat de Franse autobouwer FF gelijk heeft. De maatregel van
de Nederlandse regering lijkt in strijd te zijn met het beginsel van het vrij verkeer van
goederen binnen de Europese Unie. De beperkingen op de verkoop van
personenwagens op specifieke tijden en het verplicht volgen van een speciale
opleiding voor verkopers lijken niet gerechtvaardigd te worden door dwingende
redenen van algemeen belang, zoals volksgezondheid of milieubescherming. Deze
maatregel lijkt eerder een ongerechtvaardigde belemmering van het vrije verkeer van
goederen binnen de EU, tenzij de Nederlandse regering kan aantonen dat de
maatregel noodzakelijk is en in verhouding staat tot het nagestreefde doel.
Casus 5: Een nieuwe begrotingsmaatregel van de nieuwe Belgische regering betreft het
ambtenarenstatuut. De regering besliste dat enkel nog federale ambtenaren met de Belgische
nationaliteit binnen hun werkuren een ‘gratis’ rookpauze mogen nemen. Het aantal rookpauzes wordt
bovendien beperkt tot drie per dag. Fonctio, een Frans onderdaan en verstokt roker, die reeds twintig
jaar als statutair ambtenaar voor de federale overheid werkt, vecht deze maatregel aan op basis van
het Europees recht. De Belgische regering verweert zich echter door te stellen dat federale
ambtenaren in overheidsdienst werken, waardoor het Europees recht niet van toepassing is en door te
stellen dat zij gezien de zeer ernstige situatie op de financiële markten niet anders kan dan strenge
begrotingsmaatregelen te nemen. Wie geeft u gelijk? Leg uit en onderbouw je antwoord!
In dit geval lijkt Fonctio gelijk te hebben in zijn aanvechting van de maatregel van de
Belgische regering. Hoewel federale ambtenaren inderdaad voor de overheid werken,
betekent dit niet automatisch dat Europees recht niet van toepassing is. Het Europees
recht, met name het beginsel van non-discriminatie op grond van nationaliteit zoals
vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), is
van toepassing op alle situaties waarbij lidstaten handelen of besluiten nemen die het
vrije verkeer van personen binnen de EU beïnvloeden. Door enkel federale
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lizeduppen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.