Onderzoeksmethodologie in de revalidatiewetenschappen
Prof. Dr. Eva D'hondt en Prof. Dr. David Bekwee
HOOFDSTUK 8 : VALIDITEIT EN BETROUWBAARHEID van MEETINSTRUMENTEN
→ Beoordelen van de kwaliteit van de verzamelde data adhv validiteit en betrouwbaarheid van gebruikte
meetinstrumenten = psychometrische eigenschappen (bepalen voor succes van een studie)
Voorbeeld : bepaalde behandeling / therapie :
“Geen (+) effect op fexibiliteit ...”
OF
– de behandeling is niet in werkelijkheid niet effectief
– instrument niet in staat om verbetering te meten
→ is fexibiliteit wel “juist” gemeten?
NB : vooraleer je begint aan experiment moet je de validiteit en betrouwbaarheid van meetinstrumenten gaan onderzoeken.
1 VALIDITIET van instrumenten
Validiteit = mate waarin de test of het instrument meet wat het bedoelt te meten.
(zegt iets geldigheid / accuraatheid van test, hoe goed of nauwkeurig de test of instrument is)
Vb : pijn meten of bevragen adhv een vragenlijst, meet ik dan effectief pijn of meer iets cognitief ?
Bepalen hoe goed of hoe slecht het experiment is.
→ Belangrijkste criterium van een instrument !
(degelijkheid van de test)
1.1 Soorten validiteit
1.1.1 LOGISCHE validiteit
= basisvoorwaarde
Wordt vereist van elk meetinstrument dat het een logische validiteit is. Elke test moet hier aan voldoen.
Testafnemer en testnemer moeten beide gelijk zijn dat er met een bepaalde vraag naar iets specifek wordt gevraagd.
– Wordt soms 'face validity' genoemd → voor de hand liggend, duidelijk
– Test of instrument is per defnitie valide
Vb : staan op een been → statisch evenwicht
tijd over afstand → loopsnelheid
– Geen statistische manier om logische validiteit te bepalen (eerder gevoel, vind je dat logisch om dit te doen om dit
aan te tonen)
– Meestal meer objectieve valideringsmethoden gewenst
, 1.1.2 INHOUDELIJKE validiteit
– Meestal gebruikt in onderwijscontext of bij onderzoek adhv vragenlijsten, interviews :
Voorbeeld :
Onderwijscontext : als het examen dekt wat in de les is gegeven → op basis van doelstellingen van het vak
(bij examen moeten vragen aansluiten bij de theorie, inhoud examen moet overeenstemmen met inhoud theorie
en leerdoelstellingen )
Attitudemeting : vragenlijst met verschillende items die peilen naar hindernissen sportbeoefening → zijn de items
onder te brengen onder inhoudelijke categorieën, zoals bedoeld door onderzoeker?
Onder noemer lichamelijke klachten : 'Ik sport niet graag omdat ik dat steken krijg in mijn zij. Schaal 1-10'.
– Ook geen statistische manier om inhoudelijke validiteit te bepalen, wordt beoordeeld door experten
1.1.3 CRITERIUM validiteit
– Meest objectieve vorm van validiteit
– Instrument wordt gevalideerd tov een bepaald criterium
– 2 soorten : concurrente en predictieve validiteit
• Concurrente validiteit
– Relateren van het instrument met criterium op (quasi) hetzelfde moment ('concurrently')
– Criterium is reeds gevalideerd, aanvaard instrument OF scores van beoordelaars (= “gouden standaard”)
– Goed keuze van het criterium is dus essentieel
– Veelal gebruikt om een kortere, meer gebruiksvriendelijke en/of veiligere (veld)test te valideren tov de gouden
standaard (of meest ideale test), die meestal moeilijker af te nemen is..
Voorbeelden :
– Looptest (veld) correleren met VO2 max (labometing) als gouden standaard voor cardiovasculaire ftheid
– Technische vaardigheden van gymnasten gemeten adhv een specifeke test, en deze score / uitkomst correleren met
de punten van int. erkende juryleden
• Predictieve validiteit
– Criterium dat voorspeld moet worden is een uitkomst of gedrag in de toekomst (obv de te valideren test)
Voorbeelden :
– Slagen of prestaties voorspellen op basis van eerdere test
– Gebruik van de “Timed Up-and-Go Test” voor het voorspellen van het risico op vallen bij ouderen
– Meestal niet 1 predictor maar verschillende predictoren..
→ meervoudige regressie (vergelijking) :
Y = b0 + b1x1 + b2x2 + … + bpxp
Vb : obv gewicht, leeftijd, geschiedenis van fracturen.. het risico op lage botdensiteit bij vrouwen (=Y) voorspellen
– Meestal minder predictieve validiteit van dezelfde formule bij andere steekproef = inkrimping
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur justinech. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.